De Friese en Groningse spiegelkarpers houden van zout door Florian Landstra

Introductie:

Enkele jaren geleden kwam ik, no rx tijdens de boilieafhaalavonden bij Arjan Verkoelen, twee jonge gasten tegen van een jaar of zestien. Ze zeiden niet zoveel en met een kop koffie in de hand luisterden ze in stilte naar wat er allemaal werd besproken door de overige bezoekers. Een tijdje later was het Arjan die mij attendeerde op het feit dat het de jonge jongens waren, wellicht een tikkeltje verlegen, maar de sterren van de hemel vingen op de boezemwateren rond Leeuwarden. Na een jaar of wat gaven ze aan graag aan te willen sluiten bij de SKP Commissie Fryske Boezem.

Het was met name Florian (één van de twee) die een bijzondere aandacht had voor alles wat met karpers te maken had. Dus het verbaasde mij niet dat hij uiteindelijk koos om een studie te volgen die veel raakvlakken heeft  met vissen en hun biotoop.  En vanuit die studie heeft hij in 2014 een visserijmonitoringsonderzoek  gedaan bij de vispassages in Groningen. Het bijzondere is toch wel dat hij iets ontdekte waar de gemiddelde karpervisser geen weet van heeft. Karpers zwemmen ook op zoutwater!

Het artikel van Florian is eind vorig jaar al gepubliceerd op de site www.karperbeheer.nl en in verkorte vorm in de nieuwsbrief van de Belangenvereniging Verantwoord Karperbeheer. Omdat niet iedereen deze nieuwsbrief ontvangt, cheap heb ik van Florian toestemming gekregen om de uitgebreide versie op mijn website te publiceren.

Veel leesplezier!

De Friese en Groningse spiegelkarpers houden van zout 

Je hebt van die momenten dat je denkt, ik moet me lelijk vergissingen maar ik denk toch echt daar iets interessants te zien. Maar een paar tellen later denk je weer, nee joh je moet niet dingen gaan inbeelden….

SKP_NSZ-1
Figuur 1 Een bekende vorm die de waterspiegel breekt, of toch niet? 

Het voorjaar van 2014 heeft mij vissend niet veel karpers opgeleverd. Dit had alles te maken met het feit dat ik veel tijd door bracht in Oost-Groningen. Normaal is dit de tijd dat ik onder andere fanatiek op jacht ben naar de SKP spiegelkarpers van de Friese Boezem. Ik was weliswaar fanatiek aan het vissen, maar dit keer niet op uitzetspiegels of andere vormen van  Cyprinus carpio. Ik had namelijk de mogelijkheid gekregen om een stageopdracht uit te voeren waar je ‘u’ tegen zegt.

In opdracht van Van Hall Larenstein en waterschap Hunze en Aa’s mocht ik als Milieukundestudent  en een collega student een vismonitoringsonderzoek uitvoeren. Dit onderzoek was gericht op de twee nieuwe vispassages bij de schutsluis Nieuwe Statenzijl te onderzoeken op hun werking. Deze vispassages zijn in opdracht voor het project “Van Wad tot Aa’s” geplaatst. Dit project is tot stand gekomen om onder andere de vismigratie te verbeteren tussen de Drentsche/Groningse wateren en de Waddenzee.  Dit is nodig aangezien de mens drastische ingrepen in het verleden heeft verricht aan de watergangen. Denk maar aan sluizen, health gemalen, stuwen enzovoort. Men is  in Nederland druk bezig met soort gelijke projecten om de vismigratie en hopelijk de visstand te verbeteren. Mijn stageopdracht was – kort gezegd – gericht aan te tonen wat voor vissoorten en hoeveel vissen zich melden voor een vispassage en wat gaat er door heen. Dit kwam er dus op neer dat er veel gevist moest worden. Zo werden vele glasalen, spieringen, driedoornige stekelbaarzen, botten, schollen en andere vissoorten in de netten gevangen. Oftewel, tijdens het onderzoek kon al gerust gezegd worden dat deze vispassages goed werk verrichten.

Allemaal leuk en aardig denk je, maar wat heeft dit met het eerder beschreven “iets interessantst” te maken; we zijn tenslotte karper geïnteresseerden.  Op een locatie die zich bevindt op de grens van zout/brak en zoet water, en toevallig ook op de grens tussen Nederland en Duitsland, zou je niet snel karpers verwachten. Maar toch blijkt de werkelijkheid je weer eens te kunnen verrassen. Tijdens één van mijn monitoringsdagen vielen mij hele bekende V-vormige boeggolven voor de sluis op. Alleen door de locatie had dit nog niet snel de indruk op mij achtergelaten dat dit om karpers zou kunnen gaan. Het water is namelijk aan die kant van de sluis zout/brak. Daarom was ik eerst in de veronderstelling dat het hier om vissen gaan die thuis horen in dit milieu. Door mijn nieuwsgierigheid werd ik geprikkeld om uit te zoeken om welke vissoort dit ging. Het waren ten op zichtte van de vissen die ik wel ving namelijk reuzen. Om er toch achterkomen welke vissoort het nu namelijk ging, moest ik op onderzoek uit. Dus ik ging gewapend met een camera plus telelens op pad wanneer het eb was.  Bij eb staat het water namelijk laag en had ik uit eerdere ervaringen geleerd dat de V-vormige boeggolven beter konden worden waargenomen. Dat is toch weer eens heel wat anders dan met een hengel struinen tussen de polders en stadsvijvers. Helaas zie ik die dag geen vis omdat er teveel wind staat en de sluis openstaat waardoor water teveel in beweging is.

Zo verstrijken er enkele dagen zonder ook maar een glimp op te vangen van deze mysterieuze vissen. Toch blijf ik steeds de camera meenemen omdat ik graag wil weten hoe het hier zit en de omgeving is prachtig genoeg om andere leuke dingen te fotograferen. Dit blijkt een slimme zet want ik krijg de kans waarop ik gehoopt had. Ik weet een groepje vissen te volgen die heel af en toe door het ondiepe water de waterspiegel doorbreken. Dan blijkt mijn wereldje even op zijn kop te staan. Het blijkt een groepje karpers te wezen!

SKP_NSZ-2

Een groepje karpers die zich herkenbaar maakt tijdens het “jagen”. 

Ik had een document gelezen, opgesteld voor It Wetterskip Fryslân,  waarin met modellen werd vast gesteld dat ook karpers door gemalen en sluizen de Waddenzee op gespuid werden. Dit fenomeen zorgt voor een flink percentage verlies. Van de karper is bekend dat ze minder kritisch zijn naar de kwaliteit van hun omgeving. Daarom kunnen ze ook makkelijk gekweekt worden en waren ze geliefd bij de monniken. Zo wordt in het kennisdocument van de Karper in Nederland van Sportvisserij Nederland ook beschreven dat ze zeer tolerant naar hogere chloridengehaltes (indicatie voor wat in de volksmond zout genoemd wordt) in het water zijn. Tijdens het onderzoek werden deze waarden gemeten en kon achteraf vastgesteld worden dat er momenten zijn dat de gemeten waardes de normen daadwerkelijk niet overschrijden. Toch is het bijzonder hoe een karper zich daar weet te handhaven. Het gebied waar de karper zich namelijk bevindt is namelijk de Eems/Dollard-estuarium. Dit is een gebied met getijden en grote variaties aan slib,chloride en zuurstofgehalte verschillend in plaats en tijd. Dit gebied is onderhevig aan invloeden tussen Waddenzee en de rivieren de Eems en de Westerwoldse Aa die constant wisselen in sterkte. Zo is bij veel regenval het water zoeter (minder chloride) en minder slibrijk en vaak ook zuurstof rijker omdat er dan grote hoeveelheden water via de Eems en Westerwoldse Aa worden afgevoerd door het estuarium richting de Waddenzee. Deze dynamiek maakt het voor veel diersoorten tot een zeer interessant gebied. Daarnaast is het ook nog een zeer zeldzaam gebied omdat dergelijke gebieden (getijdengebieden) massaal zijn veranderd door de mens. Denk maar aan de Deltawerken in Zeeland die het (water)gebied daar totaal veranderd hebben.

SKP_NSZ-3
Het intergetijdengebied Eems-Dollard.

Deze variaties in het gebied zorgen er voor dat er veel soorten zijn die zich goed kunnen aanpassen of leven op de rand van hun vermogen. Doordat er  grote hoeveelheden voedingstoffen bevinden, is dit een aantrekkelijke plek voor organismen om zich hier te vestigen of te bezoeken. In dit estuarium bevindt zich veel biomassa zoals garnalen plus andere “natuurlijk voedsel” .Tijdens het onderzoek werd regelmatig ook gigantische hoeveelheden garnalen gevangen. Deze garnalen en voornamelijk de zo genoemde aasgarnalen kwamen dan als wolken in het water opzetten wanneer het vloed werd.  Dit is een voorbeeld van een soort die hier duidelijk leeft op de rand van zijn vermogen. De garnalen hebben de voorkeur voor zouter water en kunnen doordat het vloed wordt een stuk landinwaarts komen. Dit komt doordat het zoutere water met een hogere soortelijke massa onder het zoete/brakke water het land ingeduwd wordt. Dit fenomeen – ook wel een zouttong genoemd – kan enorme afstanden afleggen in diepe geulen van het estuarium en werd tijdens het onderzoek duidelijk waargenomen. Door het verschil in soortelijke massa krijg je bij laag water (eb) dat het water wat zich voor de sluis bevindt meer een zoet/ licht brak water karakter heeft. Als het hoogwater is (vloed) wordt deze laag naar boven gedrukt waardoor de eerste meter t.o.v. waterspiegel een zoet/licht brak karakter heeft.

Regelmatig kon ik goed waarnemen  dat de karpers fanatiek aan het “jagen” en “verzamelen” waren op de grote hoeveelheden natuurlijk voedsel. Bij laag water kwamen de vissen dan met hun ruggen boven water, omdat de vissen op de bodem aasden. Bij hoog water konden de vissen door de boeggolven gevolg worden in het hogere water. Vaak waren de karper is schooltjes van ongeveer 15 stuks. In deze school van een divers samengestelde karpers zwommen enkele leuke exemplaren van >15 kg en enkele prachtige SKP’s van rond de 20 pond. Je kon de vissen goed volgen maar dan in eens konden de vissen zo in eens verdwenen zijn.

SKP_NSZ-4
Een SKP karper die zich op ondiep water bevindt op zoek naar voedsel tijdens eb.

Doordat er een grote hoeveelheid aan biomassa zich bevindt in het estuarium, kunnen het voor karpers de moeite waard zijn om risico’s te lopen. Van alle keren dat ik de karpers heb waargenomen, kreeg ik niet één keer de indruk dat de vissen zich niet prettig voelden in het zout/brakke water. Waarschijnlijk hebben deze karpers van verschillende grote en soorten (zelfs SKP spiegels) een methodiek ontwikkeld om hier te overleven. Bijvoorbeeld migreren ze via de schutsluis (voor het schutten van boten) of via één van de vispassage(catflaps) tussen binnen en buitenwater. Zo heb ik V-vormige boeggolven waargenomen die bij openen van de catflaps en schutsluis die kant op bewogen. Dat de vissen daadwerkelijk hierdoor heen zwemmen, is niet vast te stellen met de kennis die nu beschikbaar is. Mogelijk zwommen de vissen er heen omdat bij het openen van de schutsluis of het in werking treden van de vispassages er zoet water uit de Westerwoldse Aa het estuarium intreedt. Om vast te stellen wat er daadwerkelijk gebeurt ,worden wellicht in de toekomst vissen voorzien van een zender. Het geven van een zender aan vissen, is iets wat veel toegepast wordt door de wetenschap in onder andere de Drentsche/ Groningse beken voor hengelsportfederatie Groningen Drenthe en Waterschap Hunze en Aa’s.

Op het moment zijn er nog geen karpers met een zender, maar dit kan op korte termijn wel eens gaan gebeuren. Dit kan een veel completer beeld geven van de migratie van vissen en hun onderlinge variaties. Hierdoor kan er op makkelijkere wijze veel meer info worden verzameld over de migratie van karpers, dan bij de nu toegepaste techniek van terugmelden en het eindeloze monnikenwerk van zoeken en terugvinden van SKP spiegels in de database. Toch zou deze niet helemaal vervangen kunnen worden door deze methode omdat het geen inzicht geeft in de groei van de vis, maar het zal het beeld wel completer maken. De toekomst brengt ons waarschijnlijk voor de monnikenwerk-methode ook weer een nieuwe technologische ontwikkeling zodat SKP spiegels wellicht teruggevonden kunnen worden door een soort schubbenscanner.

Vele visgroeten en hopelijk heeft dit weer bijgedragen tot het vergroten van de kennis van de bijzondere wereld van de karper.