9 Oktober 2015

Ik heb eergisteren nog met de standaard smikkelmix en boilies gevoerd. Gisteren daarentegen heb ik besloten om mijn boilies een kleine booster mee te geven. Ik heb de bollen even door een laagje Belachan van CC Moore gehaald. Zoals wellicht een aantal van jullie weten, capsule was dit een van de ingrediënten van de dips van Mainline in begin van deze eeuw. Een combinatie van Isoglucose en Belachan werd ook wel Active-8 genoemd. Prima spul overigens. Als je zowel je voerboilies als je haakaas in dit spul dipte, ving je anderhalf keer zoveel karpers. In ieder geval wel door mij.  Nu de vissen weg beginnen te trekken, hoop ik hiermee nog een paar op de voerstek te houden. Wellicht tegen beter weten in.

Ik merk deze middag dat ik niet echt gemotiveerd ben om te gaan vissen. Het sombere weer en nog wat andere zaken die spelen, nodigen niet echt uit dat ik in de karperstemming kom. Het lijkt wel of nadat ik mijn doel heb bereikt, de interesse in dit water aan het vervagen is. En dat terwijl er alle kans is op nog wat moois. Apart vind ik het wel. Ook bijzonder dat na het behalen van je doelstellingen de motivatie langzaam wegebt. In gedachten kijk ik alweer met een schuin oog naar een ander deel van de Friese Boezem waar ik al jaren niet meer ben geweest. Ik heb geen vangstberichten gehoord over dit deel, dus ik ben dan ook  wel nieuwsgierig hoe het er daar voorstaat.

Hoe dan ook, sovaldi sale tegen half vier rij ik de straat uit richting de trailerhelling. Daar blijkt alles rustig en een kleine tien minuten later ben ik onderweg naar de stek. Hoewel vanochtend nog een zonnetje scheen en het kwik opliep naar 17 graden, is het nu bijna geheel bewolkt en is het nog maar 15 graden. De voorspellingen voor komende dagen zijn ongunstig. Er bouwt een hoge drukgebied op en de wind draait dan naar oost. En dan gaat de oostelijke stroming koude lucht naar Nederland brengen. Overmorgen zal het kwik overdag niet meer boven de 10 graden gaan uitkomen en is er zelfs kans op nachtvorst. Tegelijkertijd zal dus ook de watertemperatuur gaan dalen. Ik weet nu al dat mijn tijd op deze stek erop zal zitten. Het kan dan ook zo maar zijn dat mijn schuin oog een wijde blik gaat krijgen vwb dat andere deel; dan gaat het toch sneller dan verwacht.

SONY DSCAls ik op mijn stek arriveer, zie ik dat de Provincie Fryslân de boeien heeft geplaatst om het winterrustgebied voor de winterganzen te markeren. En ja, precies op de plek waar ik mijn boot normaliter positioneer. Ik wil dat ding weg hebben. Met de nodige kracht kan ik de boei binnenboord hijsen. Maar het blok beton waar de ketting van de boei aan is bevestigd, krijg ik amper van de bodem. Ik bind gauw een stuk touw aan een van de schakels en probeer met mijn boot de zaak te verslepen. Dat lukt niet. Ik probeer het opnieuw door aan het touw te gaan hangen en zo het blok beton van de bodem te liften. Het heel veel moeite lukt me dat. Tegelijkertijd laat ik de buitenboordmotor toeren draaien en wonderwel komt het hele zaakje in beweging. Na tien meter moet ik het touw wel loslaten; het is gewoonweg te zwaar. Maar goed, dat akelige ding ligt niet meer op mijn ankerplek.

Tegen half zes vaar ik de middelste en rechter hengel uit. Op de linker stek zijn vier meerkoeten aan het duiken, net zoals de vorige keer. Dus dat betekent dat ik de linker hengel net voor donker pas kan uitvaren. Ik heb dan ook alle tijd om eerst te eten en de spullen voor de nacht klaar te maken.

SONY DSCNa een uurtje “duiken” steeds meer meerkoeten op. De linker stek en het stuk tussen de linker en de middelste hengel is het domein voor die beesten. Ik weet niet waar ze allemaal vandaan komen maar vier meerkoeten worden er twintig; twintig worden er vijftig en uiteindelijk tel ik er vierennegentig stuks. Ongelooflijk hoeveel van die zwarte mormels hier huizen. Ik ben blij dat ik de linker nog op de steunen heb te liggen en niet heb uitgevaren. Het zou verspeelde moeite zijn geweest.

Tegen het schemerdonker aan vaar ik de linker uit en wordt met rust gelaten. Even later zie ik de erg grote groep meerkoeten vertrekken naar een ander deel van dit stuk water. Ik heb dan ook geen illusie over wat er morgenochtend gaat gebeuren. Het haakaas zal wel geplunderd worden en de beetmelder zal regelmatig van zich laten horen. Lekker vooruitzicht is dat. Niet echt.

SONY DSC

Met het vertrek van de meerkoeten, arriveren de ganzen. Een stuk of tachtig komen voorbij zwemmen en strijken neer op een ondiepte. Daar klapperen ze met de vleugels en schreeuwen ze naar hun soortgenoten. Net zoals de keren daarvoor breken ze de tent af. Ook nu laat ik mijn aanwezigheid duidelijk aan die beesten merken. Ik schijn met mijn rode hoofdlamp. Je ziet direct reactie. Ze drommen wat meer samen en houden voor een tijdje hun snavel dicht. Ik heb al eens eerder aangegeven dat een groep ganzen op je stek niet meteen een nadeel hoeft te zijn mits ze zich maar een beetje gedeisd houden. Ik heb al meerdere malen mogen ervaren dat ik een aanbeet kreeg terwijl de ganzen op de stek actief waren. Het lijkt wel of er karpers onder de groep ganzen meezwemmen. Waarom ze dat doen? Om de uitwerpselen van die ganzen? Bewegend dak boven het hoofd? Ik durf het niet te zeggen.

Ik heb gisterochtend het verslag van de SunriseBaitService karperweekend van eind september op mijn website gezet. Binnen vier uren had ik een negatieve reactie binnen van een van de hoofdpersonen. Omdat hij niet op prijs stelt dat ik zijn naam noem, zal ik hem maar even voor het gemak de heer C. noemen. Hoewel hij bij aanvang van de sessie een negatief stempel drukte wat in het desbetreffende weekend zijn uitwerking niet heeft gemist op de deelnemers, is hij van mening dat ik het hele stuk uit mijn blog moet verwijderen, dan wel zijn naam eruit haal. Dat is zijn goed recht om dat te vinden. Maar de essentie van het verhaal heeft hij dus niet begrepen. Dat hij in onmin leeft met Arjan, is zijn probleem. Als ik – en met mij ook een aantal anderen – daar last van krijgen, gaat er iets wezenlijks mis. Wij worden onderdeel van het probleem. En dat kan gewoon niet. De afgelopen 24 uren heb ik van hem en van zijn vismaat en die noem ik gemakshalve de heer D. –  een paar apps gehad die niet vriendelijk van toon zijn. Oké, ik steek mijn nek uit om erover te schrijven. Dat er kritiek komt, ook geen probleem mee, maar de woordkeuze en benaderingswijze vind ik niet correct. Ik word o.a. verweten een digitale oorlog te zijn gestart. Toen ik dat las, schoot ik wel even in de lach. Kom op, wees volwassen en reageer niet zo emotioneel. En zoals iedereen heeft kunnen lezen, doe ik een aanbeveling om uit de impasse te komen. Maar dat kwartje is nog niet gevallen of is die tekst niet gelezen.

Om eens een goed gesprek aan te gaan, heb ik maar een afspraak gemaakt met de heer D. Zonder kennis van de feiten en zonder waarheidsvinding worden allerlei zaken zomaar aangenomen. Dat kan, maar in deze case storend. Dus daarom zal ik maar eens het gesprek aangaan om die lucht te klaren. Ik zal er verder geen woorden vuil aanmaken met dien verstande dat de blog gaat over MIJN belevenissen, MIJN waarnemingen, MIJN meningen en MIJN gedachtes. Rare wereld die lokale karperscene.

Terug naar het vissen. Hoewel de ganzen rond mijn boot blijven hangen, heb ik niet de neiging om ze weg te jagen. Stel je voor dat honderd van die beesten met donderend geweld opvliegen. Zeg maar dag met je stek. Dus laat ik op gezette tijden weten dat ik er ben en laat het voor wat het is. Het blijkt te werken. Ze blijven relatief op afstand en houden hun snavel dicht. Oftewel ze roepen geen soortgenoten om de hun groep te versterken.

Het is klokslag tien uur als ik eerst een piep op de linker hengel krijg en vervolgens een drietal piepen. In het vage licht zie ik de hengel op de steunen stuiteren. Mooi, een aanbeet! Na de aanslag voel ik niet heel veel weerstand en ik kan de karper in één ruk naar de karperboot pompen. Bij de boot kan ik alle uitvallen pareren en lijkt het goed te gaan totdat ik het lood tot twee keer toe tegen een stalen steekstok hoor slaan. De karper probeert onder de boot te duiken terwijl ik in de veronderstelling ben dat die onder de top aan het rondjes draaien is. Een lelijke misrekening. Ik draai meteen wat lijn op de spoel en hef de hengel. Met enig beleid kan ik de karper onder mijn boot vandaan trekken. Pfff, dat was even een zweetmomentje. Daarna blijft het bij een paar uitvallen van de boot af en na exact vier minuten is het afgelopen.

SONY DSC

Op de mat ligt even later een spiegelkarper van 70 centimeter en 15 pond en 1 ons. Geen kanjer maar een mooie gezonde spiegel die ook nog eens een voor mij appetijtelijke bouw heeft. De haak zit net in de hoek in de onderlip. Niet perfect waar ik het liever zie, maar vast is vast. Ik maak aansluitend nog een paar foto’s van de karper en zet deze daarna vlot terug. Voorslag controleren, onderlijn vervangen en weer netjes naar de vangende plek uitvaren.

Na deze prettige intermezzo mag ik even bijkomen met een kop koffie. Ik mijmer over de vangst en wat de komende uren mogelijk nog mag brengen. Nu ben ik realist genoeg om te weten dat het best wel eens de enige aanbeet kan zijn van deze sessie. Aan de andere kant heb ik de laatste sessies de aanbeten midden in de nacht tot net voor het ochtendgloren gekregen. Dat impliceert dat ik wellicht nog wel een aanbeet krijg. En zolang de onderlijnen in positie liggen, maak ik altijd een kans. We blijven positief…

Toch denk ik nog even over de vangst na. Toen ik net voor het donkerdeze hengel heb uitgevaren, zag ik op de dieptemeter net achter een richel van 1 meter diepteverschil een groot symbool. Nu weet ik uit ervaring dat het geen snoeken zijn die dit formaat symbolen produceren en ook geen overmaatse brasem. Nee, het is m.i. duidelijk een karper. En het zou dan ook in theorie en ook praktisch gezien goed mogelijk zijn dat het waargenomen symbool de spiegelkarper van zonet is geweest. Oké, ik geef toe, het is ver gezocht. Toch zit er een kern van waarheid in. Kwestie van het water kennen, stek goed kennen, maar vooral je dieptemeter goed kennen. En uiteraard zullen er weer specialisten zijn die een andere mening zijn toegedaan. Prima, even goeie vrienden, maar dit is mijn zienswijze.

Een uurtje later worden de ganzen wat vervelender. Ze vinden het blijkbaar nodig om mijn boot dichter te naderen. Aan het ‘gak’ geluid kan ik duidelijk horen waar ze zijn. Het leidt ertoe dat ik toch om de tien minuten mijn hoofd onder de kap vandaan steek en met het rode lampje wat in het luchtledige schijn. Dit ten teken van “blijf uit mijn buurt”. Het werkt wederom. Ze blijven op afstand en houden hun snavels op elkaar.

Tegen twaalven zoek ik de slaapzak op. Met stille hoop op nog een aanbeet sluit ik de ogen. Toch zegt iets in mij dat dit het was, de laatste karper van het seizoen. Misschien is het wel zo, maar ik leg me er voorlopig niet bij neer. En zo val ik in slaap.

Rond de klok van achten word ik gewekt door een zakker op de linker hengel. Als ik mijn hoofd van onderuit de kap steek en richting de stek kijk, zie ik een stuk of tien meerkoeten naar hartenlust duiken. Duidelijk dat één van die beesten mijn haakaas heeft gevonden. Ik draai wat lijn op de spoel en even later zakt de waker alweer. Het spelletje van mijn aas opduiken is dus begonnen.

Tijd voor koffie en een paar krentenbollen. Zoals min of meer verwacht heb ik geen nachtelijke aanbeet gekregen. Ik hoop natuurlijk nog in de eerste uren van de dag op actie. Helaas alleen actie van de grote groep duikende meerkoeten. Ik merk ook dat mijn lichaam niet helemaal top is. Wat last van van een snotneus en mijn keel begint wat te branden. Het ziet ernaar uit dat ik een stevige verkoudheid mag verwachten. Niet iets waar ik op zit te wachten. Tegen half tien ben ik er klaar mee. Ik draai de hengels in en ruim de spullen op. Ik verken nog een ander deel van het water en zie niets wat mijn aandacht trekt. Wel interessante plekken gevonden, maar geen vissen in de buurt. Ik overweeg even om toch een voerplek aan te leggen, maar doe het uiteindelijk niet.

In de verte zie ik een tweetal roofvissers de taluds afvissen. In vijf minuten tijd zie ik hen twee maatse snoeken vangen. Hoewel mijn hoofd nog niet toe is om het karpervissen voor dit jaar vaarwel te zeggen, merk ik wel dat ik met meer dan gemiddelde interesse de verrichtingen van de twee volg. Moet ik toch vroegtijdig overstappen op roofvissen? Ik weet het niet. Eerst maar eens het koufront laten passeren en dan maar verder zien.