8 November 2018

Ik heb een drukke week achter de rug. Overdag werken en elke avond achter de PC om alle mail te beantwoorden aangaande de uitzetdag over twee dagen. Daarnaast alle vrijwilligers informeren, en hen alvast indelen voor de verschillende taken. Zo’n 50 mensen hebben zich bereidwillig gevonden om te helpen. Elke keer is de opkomst toch buitengewoon goed te noemen.

Ook zijn begin deze week de persberichten verzonden. De Leeuwarder Courant reageerde meteen en namen een telefonisch interview af. Volgende dag stond een halve pagina tekst op pagina twee. Vaak verdwijnt dergelijk interview naar pagina zoveel in de regiobijlage. Dit keer mazzel dus. Ik verwacht de regionale televisie ook nog wel op de uitzetdag. Mag ik in het Fries voor de camera uitleggen wat we aan het doen zijn. Trouwens vandaag stond er een ingezonden stuk in de krant van zo’n dierenknuffelaar. Je kunt zelf wel bedenken wat hij van onze uitzetpraktijken vindt. Niet op reageren is het devies. Dan geeft het hem geen podium om zijn mening blijvend te ventileren.

Vandaag ook aan de hand van de budgetten uitgerekend hoeveel vissen elke vereniging krijgt toebedeeld om in hun deel van de boezem uit te zetten. De ene vereniging legt een behoorlijk bedrag in waar ik dan nog eens duizend euro bij doe uit het federatiebudget. Voor de kleinere verenigingen in Friesland is dat erg prettig omdat ze daardoor ook karpers kunnen uitzetten zonder hun jaarbegroting daarvoor in te moeten zetten. En met z’n allen kun je op deze manier leuke dingen doen bijvoorbeeld participeren tijdens de karperuitzetdag.

Morgen moet ik bepalen welke vereniging wanneer zijn vissen krijgt. Het is nog een behoorlijke puzzel. Als ik bijvoorbeeld aan het begin van de uitzetdag de vissen wil leveren aan een vereniging die ook een aantal vrijwilligers levert voor de registratielocatie, dan ben ik hen meteen kwijt aangezien ze daarna niet terugkeren (uitzonderingen daargelaten). Als dat zo ook voor anderen geldt, blijf ik halverwege de dag met een klein groepje over die nog veel werk moeten verzetten en waarbij de vermoeidheid ook toe gaat slaan. Kortom, ik moet wel scherp op dit soort dingen blijven. We willen natuurlijk niet tot in de avond bezig zijn om de vissen weg te krijgen. Dat heb ik al eens in 2012 of 2013 meegemaakt. Ben je meteen twee dagen fysiek aardig aan het eind van je latijn. Ook voor ons als commissie moet het leuk blijven.

Over leuk gesproken: Sportvisserij Fryslân sponsort ook de catering. Arjan heeft als ’smikkelhoofd’ de deeltaak gekregen om de inkopen te verzorgen. Naast de koffie en thee, zal er dus ook wel veel soep te krijgen zijn en ik vermoed nog meer broodjes met knakworsten waar je een heel leger van kunt voorzien. Verhongeren zullen we dus wel niet. Fijne van de nieuwe locatie is ook dat we de catering ook nog eens binnen en droog kunnen verzorgen. Knap luxe als je weet waar we vandaan komen. Maar Peter Miedema wil ik ook niet vergeten. Wat die man doet achter de schermen is fenomenaal. Sponsort twee vrachtwagens met chauffeur die gewoon doorbetaald moeten worden. Regelt twintig watercontainers en allerlei toebehoren van het uitzetmateriaal. Zonder hem zou het schier onmogelijk zijn om dergelijke logistieke ondersteuning te organiseren. Hij doet het toch maar weer even.

Ondanks de drukke voorbereidingen, wilde ik deze week toch nog een nachtje ‘op de sloot’ verblijven. Dus tussen de bedrijven door de stek onderhouden met smakelijke bollen. Het weer is nog steeds gunstig. Het is in de nachten wel koud, maar overdag klimt het kwik nog steeds boven de 10 graden. Hoewel volgens mijn logboeken de pre winterperiode is aangebroken, voelt dat nog niet zo, al weet ik beter als je naar de watertemperatuur kijkt. Was die afgelopen keer in een week tijd gedaald naar 8 graden, vandaag is het stabiel op 9,1 graad. Ik hoop daardoor, en met het matige consequente voeren, de vissen aan het azen te houden.

Vanmiddag was het een race tegen de klok om op tijd thuis te zijn, de boot aan te koppelen, naar de trailerhelling te rijden, boot te water te laten en vervolgens als een dolle naar de stek te varen. Dat alles om niet in het donker aan te komen. Helaas arriveer ik in het laatste schemerlicht en moet uiteindelijk de hengels in het halfdonker klaarmaken en inwerpen. Toch haast ik me niet om te voorkomen dat iets niet goed gaat. Ik weet dat ik de voorbereiding goed moet doen en daarna is het wachten op de dingen die komen gaan. Of niet natuurlijk. Een onderlijn is zo in de war gegooid. Ook de losse bollen strooien moet met beleid. Kortom secuur werken. Als ik eindelijk klaar ben en ook onder de kap mijn tijdelijke verblijf heb ingericht, is het dan ook pikkedonker.

Het is meteen al vochtig onder de kap. Ook het kwik daalt in een rap tempo. Er is geen bewolking en de sterren zijn vrij vlot zichtbaar. Het waait niet en het wateroppervlakte is spiegelglad. Betekent ook dat ik mij voorzichtig moet bewegen om niet teveel onnodig deiningen te veroorzaken. Nu is mijn karperboot erg stabiel dus dat valt wel mee. Toch wil ik scherp zijn op alle details. Ik wil niet door een stommiteit of door een gemakzuchtige houding mijn kansen torpederen.

Omdat ik deze week geen boodschappen kon doen, moet ik wat improviseren met het eten. De warme hap bestaat dit keer uit echte winterkost: boerenkool met worst. Tiramisu erachteraan en bij de koffie later op de avond een stuk banketstaaf. De krentenbollen zijn dit keer vervangen door witte bollen uit de vriezer. Pot chocoladepasta en een mes mee en dan komt ook dat goed. Verhongeren zal ik in ieder geval niet.

Rond half acht hoor ik een karper of misschien wel een snoek aan de oppervlakte rollen. Aangezien ik nu op karper zit te vissen, denk ik als eerste aan een karper, maar die zekerheid heb ik niet en calculeer dan ook in dat het een flink exemplaar van een andere vissoort kan zijn. Rollende vissen zijn vaak ook azende vissen. Eigenlijk maakt het me niet veel uit of ze nu wel of niet rollen, als ze maar willen vreten van mijn bollen.

De hele avond blijft het stil. Geen piepje op de beetmelders.  Omdat ik aardig aan mijn taks zit, kruip ik vroeger dan anders de slaapzak in. Kacheltje zachtjes aan en ik ben al snel onder zeil. Net na half 2 krijg ik een zakker op de rechter hengel. Als ik de slaapzak uitkom en vanonder de kap de buitenlucht instap, voel ik meteen de flinke koude die de omgeving aanvalt. Tijd om het echt op me in te laten dringen, heb ik niet. De hengel vraagt aandacht.

Na de aanslag voel ik wat tegenstand en kan daarna de karper redelijk vlot naar me toe pompen. Onder de top is het nog een paar keer wild uitvallen en kan ik het schepnet in stelling brengen. Niet veel later heb ik de karper er boven en omsluit het net de flanken van de karper. Hoppa, de eerste is binnen. Het is een schubkarper van 68 centimeter en 12 pond en 1 ons. Geen kanjer, maar dat maakt me in deze kou geen fluit uit. Vis is vis.

IMG_3199

Als ik de karper weer weg laat zwemmen, voel ik pas hoe echt koud het is. De wind is gedraaid en blaast precies op de achterkant van de boot. Normaliter kan ik wat achter de kap mij verschuilen, nu is dat niet mogelijk. Ik maak de hengel snel in orde en zwiep het hele zaakje weer naar de plek waar de aanbeet vandaan kwam. Logboek bijwerken en rap de slaapzak in. Als ik weer wat warmer ben geworden, val ik wederom in slaap.

Precies tien voor zes krijg ik een trage oploper op de middelste hengel die overgaat in een fluittoon als ik me richting de hengel begeef. Twee seconden later heb ik contact met de karper aan de andere kant van de lijn. De dril verloopt identiek en een paar minuten later heb ik de schubkarper binnen, onthaakt en weer teruggezet. In mijn logboek mag ik noteren: schubkarper 67 centimeter en 11 pond exact, perfect gehaakt achter de onderlip.

IMG_3203

Nadat ik de hengel weer op de juiste plek heb gepositioneerd, duik ik de slaapzak weer in. Een uurtje later word ik half om half wakker. Ik hoor het zachtjes regenen. Niet echt aanlokkelijk om de slaapzak uit te komen. Ik blijf lekker liggen en met de ogen gesloten luister ik naar de omgevingsgeluiden. In de verte hoor ik getrippel van vogelpootjes op de kap. Nu is dat niet zo bijzonder; ik hoor dat wel vaker. Wat wel bijzonder is, is dat ik na een minuut of wat hetzelfde getrippel hoor maar nu wel heel dichtbij. Ik hoor dat een vogeltje onder de opening van de deur naar binnen is gevlogen en op de slaapzak is geland. Daar loopt het met kleine tussenpozen naar het hoofdeinde van de slaapzak. Ik open de ogen zonder mij verder te bewegen en zie zomaar een winterkoninkje op het kussen wippen en een seconde kijken we mekaar aan. Blijkbaar wordt het vogeltjes dat toch wat te gevaarlijk en vliegt onder de deuropening de wijde omgeving in en mij verwonderend achterlatend. Ter herinnering aan de ontmoeting is het winterkoninkje zo ‘aardig’ geweest om nog een ‘boodschap’ op de slaapzak achter te laten. Kleine prijs voor deze bijzondere ontmoeting.

Terwijl ik het hele gebeuren nog eens in mijn hoofd de revue laat passeren, krijg ik een straktrekker op de middelste hengel. De swinger tikt tegen de hengel aan en blijft daar hangen. Als ik de hengel van de steunen pak en richting de hemel hef, ontmoet ik stevige weerstand. De karper rost een paar meter lijn van de spoel en zwemt evenwijdig aan de oever van mij af. Omdat ik er niet gerust op ben dat er zoveel lijn uit komt te staan, draai ik de slipknop een stukje dichter om de karper af te remmen. Dat helpt en de spoel komt tot stilstand. Daarna zet de karper koers het wijd op en geeft het me meer ruimte. Na een paar minuten kan ik meters terughalen en langzaam richting de karperboot dirigeren. Op een 10 meter afstand zwemt de karper steeds heen en weer en ik besluit om de slip iets losser te zetten naar de beginstand. Goede zet want de karper geeft nog niet op, blijft wat diep zwemmen en haalt af en toe flink uit. Al met al moet ik toezien dat de karper 16 minuten erover doet om het pleit voor mij te beslechten. Op de onthaakmat mag ik een mannelijke spiegelkarper verwelkomen van 79 centimeter en 23 pond en 2 ons. Na het onthaken en meten en wegen, hang ik de vis even terug in het water in de weegzak om bij te laten komen. Daarna zet ik de statieven en camera’s op en maak een paar foto’s van de vangst.

bijgesneden webste foto

Als ik de karper heb teruggezet en de hengel weer in orde heb gemaakt, blijf ik nog twee uurtjes hangen in de hoop op meer ochtendactie. Helaas blijft het stil op het karperfront en ruim ik uiteindelijk de visspullen op. De luchttemperatuur is gedaald naar rond het vriespunt in de nacht en acht graden tegen het einde van de ochtend. De watertemperatuur is gedaald naar 8,1 graden. Ik besef me terdege dat het zo langzamerhand er om gaat spannen. De schubs en ook de spiegel zit al onder de visegels. Dat betekent dat de vissen al stil op de bodem liggen en sporadisch een stukje zwemmen. Het is de vraag wanneer ze definitief ‘op slot’ gaan.  Daar ga ik vanzelf achter komen. Nu mij eerst focussen op de karperuitzetdag en daarna op het vissen. Wordt vervolgd.