8 Juli 2016

Gisteren de stek nogmaals van 20 kg maïs en 2 kg boilies voorzien. Zoals ik in de vorige blog schreef, pas ik mijn voertactiek nog niet aan. Ik wil eerst meer zicht hebben hoe e.e.a. loopt. Gisteren was het wel lekker weer alleen de wind had weer een kracht 4 tot 5. Flinke golven en het varen was een hachelijke onderneming. Ik begin er al aan te wennen aan zulke omstandigheden.

Vanochtend was het nog droog, maar aan het einde van diezelfde ochtend trok de wind aan en begon het weer te regenen. Dat weerhoud me niet om tussen de buien door de boot in orde te maken en naar de trailerhelling te rijden. Een kleine tien minuten later ben ik onderweg.

Ik merk dat vandaag in het noorden de zomervakantie is begonnen. Veel huurboten op het water variërend van kruiser tot zeilboot. En het valt me weer op dat een aantal van die parttime stuurmannen of vrouwen geen kaas van de regels hebben begrepen. Je kunt er vergif op innemen dat ergens wel weer een ongeluk op het water zal plaatsvinden. Laatst was zo’n dwaas in een polyvalk aan het zeilen. Steekt vlak voor een grote kruiser over en verwacht dat die kruiser wel zal inhouden. Nou, zo’n gevaarte van 14 – 16 meter vaart gewoon door. Het ging maar net goed. Die dwaas zat daarna wel met een wit gezicht in zijn zeilbootje. Blijkbaar levensmoe.

De wind is dus krachtig rond 5 of 6 beaufort en komt uit het westen. Af en toe regent het, maar kan mij weinig deren. Ik heb wederom het geluk dat ik met de wind en dus golven mee kan varen. Het scheelt tijd en brandstof. Hoewel ik het in eerste instantie niet in de gaten heb, worden de golven steeds hoger naarmate ik mijn stek nader. Gelukkig heb ik mijn anker meegenomen. Het viel me de laatste keer al op dat de boot veel rustiger op de plek ligt als het anker aan de neus van de boot hangt. Veel minder geschommel en minder druk op de vier steekstokken. Weer wat geleerd.

Rond kwart voor zes heb ik de drie hengels op de desbetreffende plekken te liggen. De linker en middelste dit keer een 24 mm RRF aan de haaronderlijn en de rechter vis ik met een streng maïs op de haar. Paar handen maïs en bollen verspreid gevoerd en het wachten kan beginnen.

SONY DSC

Het duurt een uur voordat ik de eerste aanbeet op de maïs krijg. Snel de brasem onthaken en de boel opnieuw ingooien. Ik probeer met de katapult wat maïs bij te voeren. Dat lukt niet goed gezien de windrichting. Ik laat het dan ook verder maar voor wat het is. Tot mijn verbazing blijft het verder stil.

Een koppel meerkoeten hebben weer in de gaten dat er wat te rapen valt en duiken veelvuldig op de plek waar de middelste hengel ligt. Af en toe zie ik ze met een boilie boven komen die vakkundig wordt gefileerd tot kleine stukjes die ze aan hun jong opvoeren. Ik ben niet blij met dit gegeven. Die beesten weten niet beter en ik kan er weinig tegen doen. Oké, afschieten of met een laserpen in hun ogen schijnen, dat gaat me gewoon te ver. Dan maar een paar bollen offeren.

SONY DSCEen paar minuten voor tien uur krijg ik twee piepen op de middelste hengel en ik zie de waker zakken. Hengel van de steunen, paar slagen met de slinger en de hengel heffen. Contact! Meteen trek ik de vis bij de obstakels weg. Net als de vorige keren werkt dat wonderwel goed. Als ik de karper er tien meter weg heb, draai ik zoals gewoonlijk de slip losser. De karper doet verder weinig en binnen een minuut ligt ie in het schepnet. Als ik in het net kijk, snap ik wel waarom het allemaal zo makkelijk ging. Het is een kleine spiegelkarper maar wel tonnetje rond: 53 centimeter en 11 pond en 2 ons. Snel een paar foto’s voor het archief en hij mag weer zwemmen. Lekker, de kop is eraf.

Na het opnieuw uitvaren, is het tijd voor een kop koffie. Ook het moment om de vangst te herbeleven. Formaat is niet relevant. Ik heb even een adrenalinestoot gehad en daar doe je het per slot van rekening ook voor. Dit water is zo groot dat elke aanbeet een verrassing is. Het aantal kleine karpers zullen ongetwijfeld het bestand domineren. Toch kan zomaar een prachtig exemplaar er tussendoor lopen. Ik heb dat op een ander deel van de boezem afgelopen jaar en ook dit voorjaar mogen ervaren. Het is dus een kwestie van de lange adem. De stek van voer blijven voorzien en geregeld een sessie maken. Zolang ik vissen niet ga dubbelen, zit ik goed.

Tegen kwart over één schuif ik de slaapzak in. Het is na de vangst van de spiegel erg rustig, ergo, ik krijg zelfs op de maïs geen aanbeten meer. Dat verbaast me wel een beetje omdat het de vorige sessie doorlopend actie was op beide maïshengels. Ik stel mij allerlei vragen. Helaas heb ik geen sluitend antwoord. Ook het opnieuw plaatsen van de onderlijn en een paar handen maïs rondom voeren geeft geen actie. Welja, elk nadeel heeft zijn voordeel. Dat wordt een aantal uurtjes ongestoord maffen.

Inderdaad kan ik een paar uurtjes aan één ruk door slapen. Tot vijf voor zes. Ik krijg dan een zakker op de linker hengel. Ik duik uit de slaapzak en op de hengel. Na de aanslag sta ik meteen met een kromme hengel en zonder erbij na te denken voer ik weer precies uit wat ik moet doen: pompen en lijn opspoelen. Wederom tot mijn geluk kan ik de karper bij de obstakels wegtrekken. En als ik tien tot vijftien meter lijn heb gewonnen, gaat de slip losser. Pas als ik de karper onder de top heb, tikt de slip een paar keer, maar al met al stelt het allemaal niet zoveel voor. De karper blijft rondjes onder de top draaien en als de vis voor het eerst aan de oppervlakte verschijnt, zie ik dat ik weer een spiegel aan de haak heb te hangen. Dit keer een stukje groter.

SONY DSC

Niet veel later ligt de spiegel op de mat. De haak zit perfect achter de onderlip en zou nooit losgekomen zijn. De haarbevestiging op de haak doet zijn werk. Even later zwemt de spiegel weer nadat ik uiteraard een paar foto’s heb gemaakt en de gegevens heb genoteerd: 72 centimeter en 17 pond en 4 ons. Aansluitend de onderlijn vervangen en opnieuw uitvaren. Omdat het elke keer best lastig is om exact dezelfde plek terug te vinden, gebruik ik rode campingelastieken die ik op verschillende afstanden aan de obstakels bevestig. Geen gedoe meer en makkelijk terug te vinden.

Nadat ik weer geïnstalleerd zit, kruip ik maar weer de slaapzak in. Echt slapen doe ik niet meer en dommel af en toe in. Ik word uiteindelijk nog een keer gestoord door een aanbeet. Niet van een karper maar van een brasem die de maïs heeft gevonden. De rest van de ochtend blijft het stil. Typisch dat de karpers ergens laat in de avond arriveren en later in de nacht nog een keer. Toch is er niet helemaal een peil op te trekken. Feit is dat ik ‘gewoon’  mijn uren moet maken voordat ik een finaal oordeel kan geven over de aasperiodes. Feit is ook dat de gevoerde maïs echt wel weg wordt gevreten. Uiteraard door witvis zoals voorn en brasem, maar zeker ook door de karpers. Gek is het wel dat ik na die ene sessie dat alle karpers werden gevangen op maïs, dat ik daarna nog eentje erop heb gehaakt en daarna niet meer. Dat de overige karpers allemaal op boilies zijn gevangen. Dat geeft te denken. Oké, de spiegelkarpers kennen de geur en smaak van de bollen omdat ze met soortgelijk voer zijn opgegroeid. Maar de schubs die hier een natuurlijk bestand vormen, kennen de bollen niet. De enige schub ving dan ook op maïs. Kan ik daaraan conclusies verbinden? Ja en nee. Ja, zoals ik heb aangegeven en nee, omdat ik nog te weinig vissen op dit deel van de boezem heb gevangen. Daarvoor moet ik meer karpers op de mat krijgen.

Ik vraag me ook af hoe het komt dat ik met zoveel voer per dag toch maar twee karpers per keer vang. Eén sessie haakte ik er vier en de sessie erna drie. Voor de rest altijd twee. Twintig kilo maïs en 2 kilo boilies (24 mm) per dag. Dat ruimen die twee karpers per keer niet op. Zou het dan aan mijn aasaanbieding liggen of onderlijnen? Dat is best mogelijk. Toch zou ik dan meer vissen moeten verspelen en dat gebeurd niet. En als de brasem massaal op de stek actief is, dan geloof ik ook niet dat die twintig kilo maïs per dag opruimen. Kortom, veel vragen en weinig concrete antwoorden.

Tegen half elf heb ik het wel gezien. Tegen de wind in vaar ik terug naar de trailerhelling. Hoewel er mooi weer is voorspeld, vind ik het aardig koud en is het zwaar bewolkt. Ik zie enkele zeilboten voorbijkomen met gasten erin die alleen een korte broek aan hebben. Die gaan vandaag afzien. In de loop van de middag krijg ik gelijk. De temperatuur dondert naar 13 graden en worden we getrakteerd op regenbuien. Het blijft een kwakkelzomer.