8 Augustus 2015 Reünie Oude Rotten

Vandaag is het zover: Reünie Oude Rotten Karpermagazine 2015. Gisteren al mijn spullen klaar gemaakt en gisteravond de auto al beladen. Omdat ik geen kennis van het water heb en op internet weinig tot niets te vinden is, shop toch maar extra spullen in de auto geschoven. Beter mee verlegen dan om verlegen.

Ik ben ’s ochtends al vroeg wakker. Een lichte spanning maakt zich van mij meester. Dat komt met name door het feit dat ik normaliter alleen vis en nu een nacht ga vissen met een bekende Belgische karpervisser. Wie dat zal worden weet ik nog niet; Wesley heeft eerder aangegeven dat de koppels middels loting worden samengesteld. Anderzijds moet ik mijn smikkelmix nog klaarmaken en dat kost wel wat tijd. Dus het extra tijd hebben is wel zo prettig. Geen druk en ruim de tijd voor vertrek.

Tegen elf uur zit ik in de auto en stel de navigatie in. Locatie is Maasmechelen in België en dan het beroemde syndicaatwater Heylakkers (in volksmond ook wel surfplas genoemd). Tot voor kort zwom daar de grote schub met de naam Bizon, maar die is helaas overleden. Voor de statistieken is de karper nog net na zijn overlijden gewogen en met 76 pond een bak van een schub. Niet dat ik in een nachtje vissen enige kans maak zo’n vis te vangen, maar de wetenschap dat dit soort vissen in het water zwemmen, maakt het wel zo spannend.

Na een paar minuten rij ik de oprit af en Annette zwaait mij voor deze keer uit. Tien minuten later draai ik de snelweg op en is het bijna in één streep naar het zuiden. Ik heb zo’n 315 kilometers te overbruggen alvorens op bestemming te zijn. Ik ben dan ook degene die het verst weg woont, maar ik heb het er wel voor over.

Onderweg passeer ik nogal wat campers en auto’s met caravans. Het lijkt hier in Nederland ook wel zwarte zaterdag. Op de radio hoor ik dat in Frankrijk ergens een file staat van bijna 150 kilometer. Ben je mooi gezegend als je daarin komt vast te staan. Ondanks het drukke verkeer kan ik toch zonder al teveel problemen doorrijden. Onderweg maak ik een stukje film van de route en de inleiding. Anderen gebruiken daarvoor een GoPro-camera. Ik gebruik daarentegen de gewone camcorder.

Ondanks het navigatiesysteem rij ik bij knooppunt Kerensheide verkeerd en moet een paar kilometer omrijden. In de tussentijd heb ik de laatste details van de route in mijn hoofd geprent om zeker van te zijn dat ik de afslag naar het water niet mis. Achteraf gezien was dat niet nodig geweest. De beschrijving was zo duidelijk en ook het navigatiesysteem heeft het bij het goede eind dat ik zonder omhaal bij de surfplas arriveer.

SONY DSCBij het clubhuis van het Syndicaat Heylakkers, ontmoet ik al een paar andere oude rotten. Zo is daar Arnout Terlouw. Hij zal verslag doen van de reünie voor Karpermagazine. Uiteraard is Theo Pustjens van de partij als mede-organisator van de dagen syndicaatopperhoofd. Mark Hoedemakers als extra karpervisser. Sjef van den Hoven die als tweede in de reeks Oude Rotten het stokje overnam en Alijn Danau. Niet veel later sluit ook Marco Kraal aan gevolgd door Luc de Baets. Een oplettende lezer zal opmerken dat Luc niet in de Oude Rotten reeks voorkwam. Dat klopt. Alleen Luc is wel benaderd door Wesley en Luc zou in eerste instantie de reeks afsluiten, illness maar door omstandigheden kon dat geen doorgang vinden.

SONY DSCHoewel Wesley Smits als organisator eigenlijk als eerste aanwezig zou moeten zijn, komt hij ruim te laat. Uiteraard kunnen we het niet laten om hem dat fijntjes inwrijven, maar heeft hij wel een legitieme reden. En dan siert het hem toch dat hij schuldbewust ten tonele verschijnt. Het zij je vergeven, Wes.

Hoewel Piet Vogel in eerste instantie zich wel voor dit weekend had aangemeld, moest hij zich toch afmelden. Jammer, maar gezien zijn privé omstandigheden kan ik het wel begrijpen. Dat betekent dus wel dat de club Oude Rotten niet compleet is. Het zij zo.

SONY DSCEerst maar eens naar het clubhuis van de surfvereniging. Daar drinken we wat en al gauw is iedereen intensief met elkaar aan het praten. Ik vind dat wel bijzonder. Je kent elkaar van naam en uit de bladen of internet; je bent met elkaar verbonden door de Oude Rotten serie en wellicht heb je elkaar eens op één of andere beurs gesproken. Verder is iedereen op zichzelf. Toch blijkt dat er een klik met elkaar is waardoor iedereen met elkaar allerlei zaken gaat delen. Dat zou de daaropvolgende 12 uren een nog groter gevolg gaan krijgen.

Uiteindelijk gaan we koppels vormen. Niet Nederland tegen België, nee, koppels met daarin een Nederlander en een Belg. Wesley heeft papiertjes geprint met daarop de voornamen. Hij maakt twee stapeltjes. Een met de Nederlanders en eentje met de Belgen. Beide stapeltjes gaan in een doos. Theo mag de trekking doen. Met de nodige sarcastische opmerkingen over en weer worden de koppels bekend gemaakt.

lotingKoppel 1: Wijtze Tjoelker en Luc de Baets

Koppel 2: Sjef van den Hoven en Alijn Danau

Koppel 3: Marco Kraal en Theo Pustjens

Koppel 4: Wesley Smits en Mark Hoedemakers

 

Aansluitend worden de vier stekken verdeeld over de vier koppels. Luc en ik krijgen stek 4 toegewezen en dat is de stek waar de wind vanaf waait. Dus de meest ongunstigste stek gezien de weersomstandigheden. Sjef en Alijn stek 3, Wesley en Mark stek 2 en Marco en Theo stek 1. Na nog even met deze en gene gesproken te hebben, rijden Luc en ik achter Sjef en Alijn aan om ons naar de aangewezen stekken te dirigeren. We rijden eerst het terrein weer af de provinciale weg weer op. Een stuk verder gaan we rechtsaf een onverhard pad op en even later stoppen we voor een slagboom. Alijn weet de code van het slot en even later kunnen we doorrijden. Alijn en Sjef gaan linksaf naar stek 3 en Luc en ik gaan rechtsaf.

 

Het is een paar honderd meter rijden naar stek 4. Omdat het pad onverhard en hobbelig is, krijgt de vering van de auto het aardig te verduren. Na vijf minuten arriveer ik op stek 4. Als ik uitstap, valt mij op dat we een meter of drie- vier boven het water staan. Middels een uitgesleten pad dat naar beneden leidt, komen we op een vlak stuk gras met een houten beschoeiing ervoor. Hier zullen we dus ons ding moeten doen.

SONY DSCHoewel ik de omgeving en het water even op mij in wil laten werken, staat Luc erop om meteen een plan van aanpak te bespreken. Hij stelt voor om het grote midden gedeelte middels sectorvoeren van boilies te voorzien en dan net buiten de voerplek met twee hengels te vissen. De andere twee hengels strategisch plaatsen langs het talud links en rechts van de stek. Het klinkt plausibel maar ik ben niet zo van direct keuzes maken puur op de eerste aanblik. Ik wil eerst kennis nemen van de onderwater topografie en dan pas bepalen hoe één en ander aan te pakken. Luc heeft ondertussen bedacht dat we strootjes moeten trekken en diegene die het langste strootje trekt, heeft de eerste keuze om links of rechts van de stek te vissen. Ik trek héél toevallig het langste strootje.

SONY DSCTerwijl ik bezig ben de Vortex 2.40 op te blazen, komt Theo langs. Uiteraard maken we graag gebruik van zijn kennis van het water. Met een kleine glimlach wijst Theo ons de stukken waar volgens hem visbare spots liggen. Zowel Luc als ik knopen de informatie goed in onze oren. Dat betekent dat we niet een stuk van 200 bij 200 meter in detail hoeven af te zoeken, maar alleen bepaalde stukken hoeven te bekijken. Daar komt nog bij dat we erg weinig tijd hebben om rond te varen want we moeten op tijd terug zijn voor de barbecue. Luc geeft meteen al aan dat hij niet op tijd zal zijn en meer voorbereidingstijd nodig heeft. Theo trekt zijn schouders op; hij vindt het prima. Ik kan niet anders concluderen dat Theo een erg laidback persoon is; dat mag ik wel.

Hoewel Luc zijn boot al compleet opgeblazen uit de transporter trekt, ben ik eerder op het water dan hem. Ik ben nu eenmaal snel met het oppompen en optuigen van de Vortex. Luc loopt te stoeien met de dieptemeter, transducerstang en accu’s. Het is dan wel geen wedstrijdje, maar van dralen houden we beide niet, heb ik al vlot in de gaten. Uiteindelijk varen we allebei het water op. Luc naar links en ik naar rechts.

We zijn een klein uur aan het zoeken. Ik ontdek dat het talud vol met wier staat tot wel vier meter diep. Ook zijn sommige stukken modderig. Ik heb gelukkig mijn vier meter lange uitschuifbare prikstok meegenomen en kan toch op enkele plekken de bodem op hardheid onderzoeken. In het beschikbare uur vind ik vier hotspots. Eentje rechts onder eigen kant op 40 meter afstand. Daar waar het wier ophoud is de bodem behoorlijk hard en schoon. Daar komt nog bij dat de plek vlak voor een doorgang ligt en ik vermoed dat de karpers de wierrand volgen naar de doorgang. Om de plek te markeren zet ik een klein boeitje overboord.

De tweede plek is op 120 meter afstand. Daar loopt een kleine harde richel op 3,5 meter diepte weg van de kant. De bodem is er hard en ligt vol met kiezelstenen. Ook deze plek markeer ik met een kleine boei. De derde plek ligt een tiental meter daar vandaan op 4,9 meter diepte en de vierde plek ligt in de beurt van een surfboei. Deze plek heeft allerlei kleine kleiplaatjes die niet meer dan een kleine vierkante meter groot zijn. Ze zijn erg goed zichtbaar op de dieptemeter.

Als ik terug vaar, zie ik dat Luc geen enkele boei/marker heeft achtergelaten. Als ik bij hem kom, hoor ik van Luc dat de bodem zo kaal als een biljartlaken is en geen goede spots heeft om op te vissen. Omdat je met z’n tweeën vist, stel ik voor dat hij één van zijn hengels op mijn vierde plek legt. Hij sputtert tegen omdat in een relatief klein gebied drie lijnen lopen. En aangezien de karpers in dit water echt de klappen van de zweep kennen, is het niet verstandig om veel lijnen door het water te hebben lopen. Ik blijf aandringen en eindelijk ziet ook Luc in dat het zijn beste optie is. Zijn andere hengel zal hij later links van onze stek onder aan het talud plaatsen.

Aangezien ik natuurlijk de eerste keus heb, kies ik voor de rechterkant van de stek. Eigenlijk had ik die keuze al voor de verkenning gemaakt. Ik heb daarom tijdens de peilsessie meteen wat smikkelmix en boilies gevoerd. Al met al zo’n halve kilo, verspreid over een vrij groot gebied. Ik wil daarmee bereiken dat de karpers die er eventueel zwemmen, al snel kennis met het aas maken en geprikkeld worden om te gaan azen. Voordat ik de hengels ga uitvaren, is er eerst een barbecue en lopen in de tussentijd geen lijnen door het water. Nu is het wel zo dat we maar één nachtje vissen en kan van een stek opbouwen geen sprake zijn. Toch wil ik door deze aanpak proberen één karper te verleiden. En aangezien er toch wordt gevist, maak ik altijd kans. Aansluitend is het de paraplu opzetten en de spullen eronder klaar zetten voor later die avond.

Nog even over het aas en voer wat ik hier gebruik. De boilies zijn16 mm RobinRedFish van SunriseBaitService. De smikkelmix bestaat uit een mengsel van gekookte kippenmaïs, gekookte tijgernoten en brokken gestoomd boiliedeeg. Door brokjes boiliedeeg te mengen met het mini-aas en dit een paar uur te laten staan, komen de lokstoffen van het boiliedeeg vrij en worden een klein beetje in het mini-aas opgenomen. Daarnaast zullen de kleine deeltjes (kruimels) van het deeg een groot voerspoor creëren wat de karpers makkelijk op kunnen sporen. Je krijgt een smaak- en geurspoor zowel horizontaal als verticaal in het water. Klinkt simpel en als het werkt – en dat doet het vaak voor mij – vangt het karper

Nog even over het water zelf. Het water wordt gebruikt door karpervissers en surfers. Dat gaat prima samen heb ik gemerkt. Het water is erg helder (voor mijn maatstaven althans) en staat  langs de kant vol met wier. Het is gemiddeld zo’n 6 meter diep en 30 hectare groot. Er zwemmen ongeveer 300 karpers en ook nog grote snoeken, zeelten en brasems. De bekendste karper die er tot voor kort zwom was – zoals eerder opgemerkt – Bizon. Er zwemmen veel karpers van ongekende schoonheid. Theo zorgt door middel van een uitgekiend waterbeheerplan dat de karperstand gevarieerd en op peil blijft. Gezien de schoonheid van het water, de plantengroei en het dierlijk leven (bij als in het water), kun je gerust stellen dat Theo erg goed werk verzet met zijn mede syndicaatleden/vrijwilligers. Compliment daarvoor!

SONY DSCTerwijl Luc nog wat aan het rommelen is met zijn spullen, rij ik alvast terug naar het clubhuis van de Surfvereniging. Daar mag ik weer eens na 15 jaar Rini Groothuis de hand schudden. Dat doe ik enigszins beschaamd. In de blog van mei 2014 heb ik al eens beschreven waarom we elkaar uit het oog zijn verloren terwijl we in die voorgaande periode veel met elkaar gemeen hadden. Gezien de hartelijkheid van Rini over het weerzien, kan ik gelukkig concluderen dat hij geen moeite heeft gehad van het verwateren van het contact. Hij weet zelfs de naam van mijn echtgenote nog. En dat verbaast me in positieve zin wel een beetje.

Als we weer compleet zijn, vallen we het vlees en rauwkost aan en dat natuurlijk onder het genot van Belgisch gerstenat en voor de puristen frisdrank. Er wordt veel gelachen, oude anekdotes opgedist en geroddeld. Wat dat betreft zijn geen haar beter dan een ouwewijven club. Het zorgt voor een ontspannen sfeer. Hoewel ik mij eerder een beetje een buitenstaander voelde, merk ik meer en meer dat ik mij relaxter begin te voelen. Veel verhalen herken ik. Sommige dingen niet. Ook kan ik bepaalde zaken beter in hun context plaatsen uit die tijd. Ik vermaak mij dan ook opperbest.

Als ik met Rini zit te praten over het houden van koi, zie ik het heilige vuur in zijn ogen branden. Hij is een paar jaar geleden gestopt met het houden van koi. Onderhoud van de vijver is een kostbare aangelegenheid wil jij je topvissen in de optimale omstandigheden kunnen houden. Als je om wat voor reden dat niet kunt, moet je er niet aan beginnen of er mee stoppen. Rini heeft – zo begrijp ik – die keuze weloverwogen gemaakt om te stoppen met koi. De vijver heeft hij nog steeds, maar daar zwemmen nu andere karpers in.

We babbelen over zijn reis naar Japan, zijn vissen, zijn vijver en alles wat erbij hoort. Toch bijzonder dat zo’n man die zo diep in het koi houden zat ermee is gestopt. Erg jammer. Uiteraard schakelen we daarna over op het karpervissen en de ervaringen van Rini in de laatste jaren. Hij vist nog steeds op karper in de omgeving van zijn woonplaats en af en toe gaat hij met zijn zoon mee naar Frankrijk. Volgens mij heeft hij nog steeds dezelfde bezieling als vroeger en dat terwijl hij de zeventig jaar nadert. Hoe je het wendt of keert, deze man is een icoon en nog steeds de nestor van de Nederlandse karpervisserij. Zonder zijn schrijfsels was ik nooit besmet geraakt door het karpervirus.

Tegen acht uur vertrekken de eerste Oude Rotten naar hun toegewezen stekken. Ik ben met Wesley de laatste die achterblijft om nog verder te praten met Rini. Telkens heb ik in mijn hoofd dat ik voor vertrek even een foto moet (laten) maken van Rini en mij. Ik moet het juiste moment even uitkiezen. Door het diepgaande gesprek met Wes en Rini drijft mijn verzoek naar de achtergrond. Na een half uur neem ik afscheid van Rini en rij richting de slagboom. Even daarna kom ik tot ontdekking wat ik  vergeten ben. Ik vloek hard grondig. Verdomme, sukkel!!! Ik vervloek mijzelf dat ik vergeten ben de gewenste plaat te laten maken. Als tiener altijd van gedroomd en nu was de kans om na ruim dertig jaar dat te realiseren. Tegelijkertijd begin ik uit al mijn poriën te zweten. Was het sowieso al drukkend warm, nu stroomt het water over mijn gezicht en armen vanwege de frustratie. Omkeren en terugrijden? Is een optie, maar in de verte zie ik de auto van Wes wegrijden en dan kan ik ook er gevoeglijk vanuit gaan dat ook Rini de terugreis naar Hilvarenbeek heeft aangevangen. Dom, dom, dom.

Op de stek aangekomen, zit Luc bedachtzaam zijn onderlijnmontages te knopen. Hij is een perfectionist dus ik snap wel waarom hij zo gefixeerd is op het ‘laatste eindje’. Of is het ‘dunne lijntje’? Ik twijfel er niet aan dat hij in zeer korte tijd gaat demonstreren hoe hij vist. Ik heb de gedachten nog niet laten wegebben of Luc begint een gedetailleerde uitleg te geven hoe hij vist en waarom hij zo vist. Even later kan ik zijn redenatie helemaal volgen. Ik laat ook mijn – enigszins lompe – onderlijnen zien. Aan zijn non-verbale communicatie te oordelen, is hij niet onder de indruk. Prima, dat hoeft ook niet. Ik ben hier niet om applaus te krijgen; wel om wat te leren en mij te vermaken.

SONY DSC

Omdat ik mijn onderlijnen al klaar heb en middels een quicklink aan de hoofdlijn bevestig, kan ik beide hengels vlotjes uitvaren. Luc volgt even later. Hij heeft iets meer tijd nodig aangezien hij op ruim 150 meter vist. Het feit dat hij daarvoor een molen met dyneema van mij heeft geleend, maakt dat hij op de gewenste plek kan vissen. Zijn linker hengel plaatst hij op werpafstand onder aan het talud net achter een wierbed. Wesley is zo aardig om met mijn camera het geheel te filmen. Hebben we in ieder geval actie opnames.

Even later taait Wesley af. Hij heeft een bericht gekregen dat Mark onderweg is en snel op de gezamenlijk stek van Wes en hem zal arriveren. Dat geeft Luc en mij de tijd om de visstoeltjes bij elkaar te zetten. Ik bied Luc een glas gekoelde rosé aan. Ik ben niet van de alcohol tijdens het vissen, maar aangezien het een bijzondere aangelegenheid is, vind ik het wel passend. Luc accepteert mijn aanbod en meldt mij en passant dat hij toch meer een liefhebber is van rode wijn. Tja, ik dacht dat de Belgen meer van het bier waren. Uitzonderingen bevestigen de regel.

SONY DSC

Onder het genot van een goed glas rosé en de rust van het water, filosoferen we wat over het leven, werk en natuurlijk het vissen. Ik schrijf hier expliciet vissen en niet karpervissen. Sinds een jaar is Luc weer fanatiek op karper aan het vissen nadat hij in 1999 resoluut stopte met karpervissen. Hij heeft toen zelfs bijna zijn gehele uitrusting verkocht. Aansluitend heeft hij zich gestort op het wedstrijdvissen en later op het barbeel en zeeltvissen. Luc vertelt in geuren en kleuren hoe hij bijna alle wedstrijden wist te winnen. Soms zelfs zes keer achter elkaar. Als ik de details hoor, kan ik me zo voorstellen dat het voor zijn tegenstanders in het wedstrijdcircuit absoluut frustrerend is geweest om op voorhand te weten dat je de wedstrijd van Luc ging verliezen. Over het psychologische effect zullen we het helemaal niet hebben. Ga je vol goede moed naar zo´n wedstrijd toe. Maanden geoefend en dan hoor je bij aanvang dat ook ´den Luc´ weer meedoet. Je zou bijna meteen rechtsomkeert maken. Kansloze missie. Wat een overmacht.

SONY DSCLuc zit op zijn praatstoel. Of het door de rosé komt, durf ik niet te zeggen. Maar Luc doceert, evalueert en filosofeert. Ik luister aandachtig. Meer kan ik trouwens ook niet doen want Luc praat aan één stuk door. Ik vind het niet erg. Ik kan goed luisteren. Ik voel me weer net als toen ik in de jaren tachtig van de vorige eeuw als nieuwbakken student in de collegebanken zat. Gedurende het ‘college’ van Luc valt me op dat wij toch veel overeenkomsten hebben. Niet alleen over het leven, het verleden, het heden en kijk op de toekomst, maar ook onze visie op het karpervissen, de voorbereidingen, plan van aanpak en dergelijke. Ik ben een behoorlijke einzelgänger als karpervisser; Luc is dat dus ook al merk ik ook dat hij soms gezelschap op prijs stelt zolang het maar een gelijkgestemde is.

Dat Luc een perfectionist is, wist ik al. Toch moet ik eerlijk bekennen dat hij iemand is die alles tot tien achter de komma uitzoekt. Met het nodige ontzag luister ik naar hem en naar zijn kennis over aas en ingrediënten. Maar ook over de werking van de ingrediënten als deze met elkaar in een samenstelling tot een boilie wordt verwekt. En dan heb ik het nog niet over de werking van flavours en dergelijke. Ik ben geen beginneling op dat vlak. Toch moet ik hierin mijn meerdere erkennen. Luc zit veel dieper in de materie dan ik.

Ik probeer zo goed mogelijk alle informatie die Luc mij vertelt in de grijze cellen op te slaan. Gezien de hoeveelheid informatie is dat bijna ondoenlijk. Soms heb ik het idee dat Luc een spoedcursus ‘De Dunne Lijn’ geeft. Alle info die hij in zijn boek heeft geschreven, ken ik. Toch staat niet alles in zijn boek. Per slot van rekening moet je niet alles weggeven, ook al ben je gestopt met karpervissen ten tijde dat je het boek schrijft. Logisch, het gaat veel verder dan het boek.

Tegen enen liggen we allebei in onze slaapzakken. Echt veel zin om te slapen heb ik niet. Ik wil deze sessie volledig meemaken en dus mijn tijd niet verslapen. Aan de andere kant moet ik morgen wel weer ruim driehonderd kilometer terug naar huis rijden. Achter het stuur in slaap vallen, is natuurlijk geen optie. Ondanks dat mijn hersenen nog in de overdrive staan, val ik in slaap. Af en toe word ik wakker om direct weer door te maffen.

Tegen zes uur ’s ochtends heb ik de oogluiken weer open. Het is windstil en het is licht aan het worden. Er is veel activiteit aan de oppervlakte. Het water staat ook bekend als een ochtend water. Ik hoop stilletjes op een aanbeet ondanks dat we niet op de beste stek zitten. Helemaal kansloos zijn we natuurlijk niet. Een half uurtje later snak ik naar een kop koffie en kruip de slaapzak uit. Blaas legen, effe uitrekken en het water verder in ogenschouw nemen. Op de andere stekken is iedereen in diepe rust. Wat mij opvalt, is dat de anderen in tenten slapen en de deuren hebben gesloten. Ik hou daar zelf niet zo van; ik wil het water kunnen zien tenzij het stortregent.

Terwijl ik in mijn tas opzoek ga naar mijn fluitketeltje en brander, hoor ik Luc ook wakker worden. Blijkbaar ligt hij lekker in zijn slaapzak want hij blijft liggen. Op het moment dat ik mijn stoeltje pak, krijgt Luc een tweetal piepen op zijn rechter hengel, degene die op grote afstand ligt. Ik denk aan een lijnzwemmer omdat de blauwe swinger even omhoog wipt om meteen weer naar dezelfde uitgangspositie te zakken. Luc heeft het ook gehoord en is meteen alert. Even later weet hij mij te vertellen dat het de tweede keer is dat dit gebeurd. Luc twijfelt. Is het een aanbeet? Hangt er een karper aan die nu verwoede pogingen doet om zich van de haak te ontdoen? Toch een lijnzwemmer? De hengel indraaien en inspecteren? Dat laatste betekent wel opnieuw uitvaren en de mogelijk aanwezige karpers verstoren. Luc twijfelt en twijfelt. Wat te doen? We wegen alle ins en outs. Omdat we allebei het water niet kennen, besluiten we dat het verstandiger is om het aas te laten liggen. We hebben nog ongeveer twee uren vissen en bij het opnieuw uitvaren, vervliegen de kansen sowieso.

Tijdens het ontbijt (ik aan de gebakken eieren. Luc aan de warme melk met muesli) vervolgen we het gesprek waar we gisteravond zijn gestopt. En weer raak ik onder de indruk van de kennis van Luc. Hij zit boordevol met verhalen en uit elk verhaal zijn goede tips te halen. Fijne ervan is dat het allemaal gestaafd is in de praktijk. Dus geen theoretisch gelul maar ‘harde’ viservaring. Veel zaken die hij beschrijft, herken ik uit mijn eigen visserij. Ik verbind niet altijd meteen conclusies aan mijn waarnemingen en ervaringen; ik wil eerst meer feiten verzamelen alvorens een definitief standpunt in te nemen. Uit Luc zijn beschrijvingen destilleer ik dat hij veel sneller is met zijn oordeel. Dat onderscheid ons van elkaar. Dat is verder geen punt en het eindoordeel blijft hetzelfde.

SONY DSCEen uurtje later komt Arnout Terlouw langs. Hij maakt een rondje langs het water om foto’s te maken. Per slot van rekening zal hij van deze sessie/reünie verslag doen in Karpermagazine 93 of 94. Luc en ik horen van hem dat zowel Marco Kraal als Wesley Smits afgelopen nacht een spiegelkarper hebben gevangen. Eentje net onder en eentje net boven de 20 pond. Uiteraard zaten zij op de stekken waar de wind op stond. Ik had niet anders verwacht dat daar in die hoek karper zou worden gevangen. Toch mooi dat zij niet visloos naar huis gaan.

Arnout blijft een half uurtje kletsen en maakt een flink aantal foto’s. Ik vind het prima. Hij heeft afgelopen nacht ook een paar uurtjes gevist en enkele brasems en zeelten gevangen. En van Arnout hoor ik ook dat Sjef van den Hoven ook een zeelt heeft gevangen. Dus van de vijf stekken hebben er vier vis opgeleverd. Alleen onze stek is visloos gebleken. Of toch niet?

Na het vertrek van Arnout blijft Luc met de twee piepen op zijn rechter hengel zitten. Hij blijft twijfelen. En zijn redenatie volgend, snap ik heel goed waarom hij twijfelt. Ik twijfel ook, maar zie wel enige lichtpuntjes. Zo kom ik tot de conclusie dat ondanks de ongunstige stek we toch activiteit van vis hebben waargenomen. Mijn intuïtie zegt ook dat als we nog 24 uren kunnen blijven zitten, we zeker een karper gaan vangen. Dat de piepen wellicht een indicatie is van scharrelende vis in de nabijheid van het aas en dat we dit als leermoment mee kunnen nemen. Luc is het met me eens.

Tegen tienen beginnen we rustig met opruimen. De afspraak is dat we rond elf uur verzamelen bij het clubhuis en even kunnen napraten alvorens huiswaarts te keren. Als ik mijn spullen heb opgeruimd, haal ik de hengels binnen. Dat doe ik altijd door er naartoe te varen. Ik kan dan meteen zien of mijn aas is verplaatst ten opzichte van de positie waar ik die eerder heb ingelegd. Mijn linker hengel blijkt precies op dezelfde plek te liggen. Mijn rechter daarentegen blijkt toch een klein stukje verplaatst; ik heb wat wier aan de haak. Apart.

Luc besluit om zijn hengels in te draaien. Gezien de afstand van zijn rechter hengel, mag hij heel wat lijn binnendraaien. Als hij uiteindelijk zijn onderlijn uit het water tilt, zit deze vol met wier. Luc kijkt mij verbouwereerd aan. De onderlijnmontage lag toch op een kale harde bodem zonder een straal van 50 meter maar een strengetje wier te bekennen? Ik zie het hem denken en daarna hardop uitspreken. Ik kan niet anders dan zijn bevinding beamen. Het lijkt erop dat er daadwerkelijk een karper of zeelt zich geprikt heeft en een stukje is gaan zwemmen zonder dat er veel beweging op de waker is geregistreerd dan twee piepen. Luc vloekt. Een gemiste kans. Toch vraag ik het mij af. Vervelende is dat Luc ervoor koos om in te draaien in plaats van op te halen met de rubberboot. Dan had hij ter plekke kunnen constateren of daadwerkelijk een vis aan de haal is gegaan met zijn tuna popup. Luc trekt zijn dieptemeter in twijfel. Daarop was geen sprietje of haartje te zien. Ik stel hem gerust dat ik op die van mij (die iets geavanceerder is dan die van hem) ook niets heb gezien en dat het wat mij betreft de bodem aldaar zo kaal als een biljartbal is.

SONY DSCEen half uurtje later rijden we over het onverharde pad terug naar het clubhuis. Daar zijn de andere oude rotten ook aanwezig. We praten uiteraard nog even na over de afgelopen 16 uren. Ook bekijk ik nog even de kleine spiegelkarpers die Theo aan het opkweken is om over een paar jaar uit te zetten. De nieuwe generatie prachtige vissen die de oude gaan opvolgen komen eraan. Ik heb erg veel waardering hoe Theo dit water runt en samenwerkt met de surfclub. Het water is erg helder en heeft door de aanplant van riet en bomen een veel meer intiemer karakter gekregen. Daarnaast zwemmen er een paar pracht exemplaren in het water. Elke vis is een hoofdprijs natuurlijk, maar hier zwemmen voor de spiegelkarperfanaten een paar hele mooie vissen.

Ik sta nog even te praten met Luc en Alijn. Luc doet zijn verhaal over de twee piepen en om zout in Luc zijn wonde te wrijven, weet Alijn te melden dat hij op dit water vaak ook dit soort aanbeten kreeg en dat er daadwerkelijk een karper aan de haak hing. Dus een paar piepjes? Meteen aanslaan en drillen. O ja, dat wist Alijn ook nog fijntjes te melden. Dit soort aanbeten worden meestal veroorzaakt door de grootste vissen van het water. Ja Luc, soms zijn de druiven zuur… Hadden we nog maar 24 uren extra gekregen.

Tegen kwart voor twaalf neem ik afscheid. Ik had heel graag willen blijven. De relaxte sfeer, aangenaam gezelschap, geen haantjes gedrag, respect en een prachtig water. Wat wil een mens nog meer. Ik heb mij uitstekend vermaakt en het in een roes beleefd. De dag was weer veel tekort maar ik weet zeker dat het voor herhaling vatbaar is.

Luc is een pracht mens en een gedreven visser. Er staat geen maat op die man. Passie, perfectionistisch, doorzettingsvermogen en een eigen kijk op de sportvisserij. Ik leer hem deze sessie kennen als karpervisser. Maar pas op. Hij is een zeer goede allrounder. Brasems, voorns, zeelten en barbelen zijn niet veilig voor hem. Geef hem een hengel en zet hem op een willekeurig water en hij vangt vis. Klein van stuk en groots in daden. Diep respect voor jou, Luc. En er is een klik tussen jou en mij. Wat dat betreft heb ik er een karpervriend erbij. Daarom gaan we een weekje samen vissen in Friesland. Geen Franse rivieren, kanalen of meren maar dan de Friese Meren voor Luc. Hij heeft mijn aanbod geaccepteerd en ‘ergens’ in 2016 zullen we samen ‘ergens’ aan of op een meer zitten. Relaxt maar wel ‘scherp’ vissen. Luc doceert en ik zal aandachtig luisteren. Ik kijk er nu al naar uit.

 

Epiloog

SONY DSCIn de week na de Reünie is er via de app, mail en Facebook contact tussen de Oude Rotten. We wisselen foto’s uit en Arnout kondigt zijn artikel voor Karpermagazine aan. Rini plaatst als eerste een posting op Facebook. Daarna ontploft zijn account bijna als gevolg van de reacties. Veel likes en het wordt veel gedeeld. Ik hou me verre van dat zoals bij de meesten wel bekend. Ik moet wel lachen om de hoeveelheid superlatieven die er worden geschreven. En ja, ik begrijp heel goed dat er erg veel mensen zijn die er heel graag bij wilden zijn. Sorry, alleen voor Oude Rotten. Ik wil wel eerlijk bekennen dat ik mij geen oude rot voel. Ik heb geen boeken geschreven of Cassiën en Oriënt leeg getrokken. Maar blijkbaar zijn de ongeveer 1000 pagina’s die ik vanaf eind jaren tachtig van de vorige eeuw heb geschreven in de vorm van artikelen in commerciële bladen, verenigingsmagazines en websites ook voldoende reden om mij tot het illustere gezelschap toe te laten. Het zij zo.

In de week na de Reünie merk ik aan mijzelf dat het allemaal meer indruk op mij heeft gemaakt dan ik van tevoren had kunnen bevroeden. Ik kom tot de conclusie dat mijn viswereldje erg klein is. Dat is een bewuste keuze en daar voel ik mij goed bij. Maar na zo’n happening word ik des temeer bewust van dit feit. En wellicht maakt het daardoor meer indruk dan het normaliter zou doen. Ik ben en blijf een nuchtere Fries, maar ook een mens met mijn emoties en tekortkomingen. Op de homepage van deze website schreef ik het volgende:

Gepassioneerd, analyserend, maar vooral genietend van de momenten die mij in dit leven gegeven zijn. Hoe lang of hoe kort deze is, weet ik gelukkig niet. Wat ik wel weet, is dat je elk moment moet pakken en het vooral moet beleven. Herkansingen zijn er niet.

En zo zie ik de Reünie ook. Het is een moment in mijn leven waarvan ik intens heb genoten en mij heeft doen beseffen dat we ouder worden. En alle Oude Rotten hebben dezelfde overeenkomsten, nog los van het feit dat we (op Rini na dan) generatiegenoten zijn, dat we in onze karpervisserij een proces zijn doorgelopen die ons als karpervissers heeft gevormd en succesvol heeft laten zijn. Daarnaast zijn een aantal van ons gezegend met schrijverskwaliteiten. Anders hadden we niet in de belangstelling gestaan en waren we volledig in de anonimiteit gebleven. En soms moet je daarvoor met je hoofd boven het maaiveld uitsteken.

SONY DSCIk wil graag Wesley Smits, Arnlout Terlouw en Theo Pustjens hartelijk danken voor de organisatie van het weekend. Ook de huidige club Oude Rotten die toch maar belangeloos hebben meegewerkt aan de serie en enthousiast reageerden toen het voorstel kwam om in België een reünie te organiseren. Hoewel iedereen zijn bijdrage heeft gedaan om de serie Oude Rotten tot een succes te maken, is er maar eentje aan wie we dit allemaal hebben te danken. Wesley mag dan wel de spreekwoordelijke Benjamin zijn, maar ik vind dat hij al net zo ‘groot’ aan het worden is als de Oude Rotten nu zijn. Hij kan een potje vissen, combineert zijn werk en gezin met zijn hobby op een uitgebalanceerde wijze waar de meesten in een gelijke situatie jaloers op zouden zijn, maar bovenal zijn organisatietalent en gedrevenheid om zijn doel te realiseren. Zonder hem was dit nooit tot stand gekomen. Een applaus van mij voor jou, Wes!

Ik heb er bewust voor gekozen om niet alle informatie te delen die is besproken. Die hou ik voor mezelf en per slot van rekening is mijn website o.a. geen roddelrubriek. Ook de tactische en technische aspecten en dergelijke hou ik voor mezelf. Die komen vanzelf wel een keer naar voren in mijn eigen visserij. Dan kan iedere lezer daar notie van nemen.

In 2016 zal er een nieuwe reünie worden georganiseerd. Waarschijnlijk weer op Heylakkers en dan een heel weekend in plaats van één nacht. Ik kijk er nu al naar uit. Wordt dus vervolgd.