4 januari 2014

Nieuwe jaar, advice nieuwe kansen. Ik weet niet hoe anderen de laatste week  van het jaar beleven, maar ik heb er een behoorlijke hekel aan. Gebroken weken en verstoord ritme. Ik ben dan ook blij dat we de jaarwisseling hebben gehad en de blik op de toekomst kunnen richten.

Hoewel het nog steeds niet wil winteren, geeft het ons wel weer de mogelijkheid om te blijven vissen. Toch heb ik het gevoel dat een tweetal weken stevige vorst de snoekvisserij een stuk makkelijker zou maken. Laat ik het uitleggen. Door de zachte weersomstandigheden is nog veel prooivis voor de snoek niet op winterstekken gegroepeerd. Als gevolg daarvan is ook vriend snoek nog niet op de geijkte stekken te vinden. Dat betekent voor ons als roofvissers dat we de snoek nog altijd overal kunnen aantreffen of praktisch gezegd, ailment we moeten hard ons best doen om ze te vinden en ze nog tot een aanbeet te verleiden. Ongetwijfeld zullen een aantal lezers het niet met mij eens zijn, maar goed, het is mijn mening. En uitzonderingen bevestigen de regel.

Vandaag samen weer met vismaat Cock een dagje snoeken gepland. Dit keer naar een ander boezemwater waar we jaren geleden mooie visdagen hebben gehad. Omdat we de aansluiting wat kwijt zijn, heeft Cock gisteren nog mailcontact gezocht met Henry die dit deel beter kent dan wij. Met een paar goede tips van hem kunnen we wel een dag uit de voeten. We gaan enkele stukken al trollend afvissen en op potentiële stekken willen we met doodaas aan de slag. Op voorhand weten we dan ook dat het een alles of niets visdag kan worden. Om wijzer te worden, moet je investeren en zoals vandaag de planning is kilometers maken.

Ik heb met Cock afgesproken dat hij om kwart voor acht bij mij zou zijn zodat we net voor zonsopkomst aan het water zouden arriveren. Helaas arriveert hij een kwartier te laat. Reden? Zondagsrijders voor hem op de weg naar mij toe. Of zou hij zich verslapen hebben? Niet echt iets voor Cock. Doet er ook niet toe en al snel zijn we onderweg naar de trailerhelling.

Als we daar aankomen, zien we dat we niet de eersten zijn. Al snel zie ik bekende gezichten rondlopen. Anne en Sjors (Sjors is samen met mij en André Bosma oprichter van De KSN regio Fryslân) hebben blijkbaar hetzelfde plan als ons. Natuurlijk eerst elkaar hartelijk de handen schudden en een praatje maken. Altijd fijn om oude rotten zoals zij weer tegen het lijf te lopen. Ondanks dat liggen beider boten binnen een half uur in het water. Anne en Sjors pakken het ‘eerste gat’ en wij gaan de geul volgen. Zij varen voor ons als eerste onder een brug door en tot onze hilariteit zien we hen in paniek de opgetuigde hengels uit de steunen rossen. Even vergeten dat de doorgang iets lager is dan de lengte van hun hengels. Gelukkig gaat het net goed en is er geen schade. Zou toch echt wel zonde zijn van de prachtige oude Schreiner hengels.

SONY DSC

Tien minuten later zijn we elk een kant opgevaren en verdwijnen zij aan de horizon. Ieder met zijn eigen gedachten en verwachtingen. Verwachtingen, iedere visser begint zo aan zijn vissessie. Verwachtingen gebaseerd op de weeromstandigheden en ervaringen. Soms ook tegen beter weten in. Met z’n tweeën of alleen. Allen in gedachten of het met elkaar delen. Hoopvol om positief te blijven. Opbeurend of het verbloemen van de mogelijke realiteit? En als er geen actie is en de minuten in uren overgaan, dan vervaagt ook alle hoop. Toch blijft er een sprankje hoop.

SONY DSCHet eerste uur is saai. Geen enkele tik. De laatste kilometer draaien we de plughengels in en blazen we door naar de eerste doodaasstek. Een oude spoorbrug met uitgesleten kanten. Als de Intercity over de brug voorbij komt razen is het een hoop herrie aan de oren en dat om de tien minuten. We liggen met de boot aan één van de dukdalven. Hoopvol laten we vier sardines onder de dobbers langs de uitgesleten kanten stromen. Op actie van een groot passerend container schip na blijft het angstvallig rustig.

SONY DSCCock en ik zeggen niet veel. De tijd wordt gedood met het eten van de boterhammen   – of in mijn geval krentenbollen – en koppen koffie. We verkassen naar de andere kant van de brug. Ook daar van eenzelfde laken een pak. Na een uurtje knallen we door naar een jachthaven. Je mag er niet vissen, maar de ingang is veelbelovend. Vanuit het midden licht oplopend en ik zie op het beeldscherm diverse scholen prooivis. Dan zou het toch zo moeten zijn dat de snoek niet ver weg is. Cock heeft helaas andere plannen. Hij wil deze stek overslaan en doorvaren naar een grote laad-en loshaven. Dus dat doen we dan ook. Niet veel later vaar ik rustig een rondje door de grote haven. Regelmatig vraagt Cock mij of ik wat interessants zie op het scherm van de dieptemeter. Het scherm blijft leeg. Nu zegt dat natuurlijk niet veel. Maar het is wel motiverend als je grote groepen prooivis op het scherm ziet. Dan weet je dat het een kans waard is.

Na tien minuten rondvaren, hebben we het wel gezien. We varen door naar een volgens Henry een potentiële topstek. Dan moet het daar maar gebeuren. En net als we de hoek omvaren en ons klaar willen maken om te ankeren, zien we een andere roofvisser op de stek worstelen met een flinke snoek. Naast dat hij moeite heeft om de snoek op de scheve kant op de onthaakmat te houden, wuift hij naar ons dat we om hem heen moeten varen. Uit respect voor een medevisser doen we dat natuurlijk ook. “Helaas Cock, de topstek is bezet”, zeg ik met een toon die de teleurstelling niet kan verhullen. “Kut”, krijg ik als kort antwoord. De blik van Cock zegt genoeg. Hoewel we gewoon pech hebben, hebben we best wel de pé in. Uiteraard gun je de andere visser zijn stek en de prachtige snoek. We hadden graag met hem willen ruilen.

We varen door naar een gemaaltje wat een paar honderd meter verderop ligt. Op de dieptemeter kunnen we zien dat er naar het gemaaltje een diepere geul loopt en dat er diverse symbolen zijn waar te nemen. Toch maar even uitvissen. Anker overboord en een minuutje later dobberen vier halve sardines over en in het geultje. Cock krijgt na een kwartiertje een rare beet. Eigenlijk bijna niet waarneembaar. De dobber beweegt een stukje tegen de stroming in en daarbij blijft het. Door even wat met de hengel te spelen probeert Cock de rover tot een goede aanbeet te verleiden. Helaas, die trapt er niet in. Na een half uurtje  dobberstaren is het genoeg en zoeken we nieuwe stekken.

SONY DSCGoed plan, slechte uitvoering. We willen bij een spoorbrug in de buurt een gokje wagen. Maar daar blijken de omstandigheden niet echt gunstig en we varen maar door de binnenstad in. Het is even passen en meten om onder de bruggen door te varen. Veel ruimte is er niet voor wat betreft de hoogte, maar het gaat. Drie hengels overboord en trollen maar. Pas na drie kilometer varen, duikt een kleine snoek op mijn rode plugje. Hè hè, eindelijk kassa. Een kilometer verder mag Cock zijn eerste snoek verwelkomen. Gelukkig, zijn we beiden niet visloos. Cock speelt het weer klaar om bij het onthaken zijn vinger open te halen. De handdoek zit dan ook tien minuten later vol met bloedvlekken. We tuffen rustig verder en hopen op meer. Dat blijkt een illusie. Tegen vieren zijn we het allebei zat en varen terug naar de trailerhelling. Rustig de boot op de trailer trekken en de spullen opruimen. Niet veel later arriveren Sjors en Anne ook. Acht gevangen en nog een paar gemist. Grootste toch wel weer boven de meter. Ik kan niet anders dan hen te feliciteren met hun vangsten. Goed gedaan. We praten nog even na, helpen hen nog even een handje en wensen ze nog een fijn weekend.

Cock en ik evalueren de visdag tijdens de terugreis. Veel kilometers gemaakt, nieuwe stekken bekeken en in sommige gevallen ook bevist. Ook weer dingen geleerd. We spreken af volgende vissessie terug te komen en een kleiner gebied wat intensiever af te vissen.