30 Maart 2018

Door het koude weer heb ik besloten om twee weken niet te gaan vissen. Zolang de watertemperatuur niet richting de tien graden gaat, heb ik niets aan de waterkant te zoeken. De betere dagen worden afgewisseld met koude nachten met nog vorst aan de grond. Afgelopen dagen is het beter weer geworden en het kwik raakt af en toe de 10 tot 12 graden aan. Hoewel niet aanlokkelijk, besluit ik om toch drie dagen te gaan voeren. Elke dag knal ik met de katapult 500-1000 gram boilies verspreid over de stek die ik voor ogen heb. Afgelopen voorjaar kon ik hier de eerste vissen vangen, maar halverwege april waren ze weer spoorloos verdwenen en was het weer blanken geblazen.

Vanochtend kwam het kwik niet boven de vijf graden uit en bekroop mij het gevoel dat ik net zo goed thuis kan blijven. Toch breekt de bewolking aan het begin van de middag open en komt de zon uiteindelijk wat tevoorschijn. Na wat andere verplichtingen afgehandeld te hebben, de visspullen in de boot gelegd en naar de trailerhelling gereden. Daar was het zoals verwacht rustig – met ander woorden, er was niemand te bekennen – en kan ik de boot snel traileren. Auto wegzetten en de buitenboordmotor starten. Na een kleine kilometer kan ik het gas opendraaien en knal tegen de frisse oostenwind richting de voerplek. Daar aangekomen moet ik eerst een paal verwijderen die daar pontificaal uit het water steekt. Daarna de steekstokken de bodem in en de rodpodhouders monteren. Aansluitend de drie stokken in orde maken. De eerste twee liggen net na vier uur in het water, elk met een PVAkous met daarin stukjes boilie en boiliekruim. Met de lichte onderstroming moet dat zich lekker verspreiden onder water en de karpers in de buurt activeren. Klinkt goed, nu de praktijk nog.

De derde hengel geeft wat problemen. Als ik de eerste keer wil inwerpen, loopt de lijn stroef door de ogen en klapt het hele zaakje een meter of 15 voor me in het water. Snel indraaien en ik onderneem een tweede poging. Helaas knalt de lijn in tweeën en zie ik het lood met onderlijn een eindje verderop in het water vallen en zit ik met een wapperend lijntje. Dit is balen! Ik controleer toch de lijn voor de zekerheid maar kan geen beschadigingen vinden. Dus een nieuwe onderlijn en lood monteren en daarna richting de gewenste plek werpen. Nieuwe ronde is nieuwe kansen. Aansluitend de kap omhoog trekken en de spullen daaronder fatsoeneren.

Het zonnetje staat mooi op de opening van de kap en ik krijg het zuiver warm. Uit de wind en op de zon. Goede combinatie. De luchttemperatuur is opgeklommen naar een graad of 11 tot 12. De wind waait uit het oosten kracht 2 tot 3. De bewolking is 6/8. De watertemperatuur is hoger dan ik had verwacht namelijk 8,6 graden. Dat is een stuk beter dan 2 weken geleden. Desalniettemin lopen we toch nog achter op het gemiddelde. Gelukkig laat de natuur zich niet door de mens sturen en hebben we het er maar mee te doen. Houdt het vissen wel zo spannend.

Vlak voor me vliegt een wulp voorbij en maakt luidruchtig zijn ongenoegen kenbaar dat ik hier in zijn territorium zit. Jammer vriend, vandaag moeten we delen. Even later vliegt een groep kraanvogels of lepelaars voorbij. Ik zit teveel te mijmeren zonder dat ik het in de gaten heb. Pas als ze mij zijn gepasseerd, heb ik in de gaten dat het geen groep ganzen zijn die ook vandaag veelvuldig over komen vliegen. Tegelijkertijd laat ook mijn favoriete veldvogel zich horen; de veldleeuwerik. Ik word altijd blij als ik dat vogeltje hoor. Ik weet niet wat dat is. Komt het wellicht dat hij of zij het voorjaar aankondigt? Misschien wel…

Plotseling word ik uit mijn mijmeringen getrokken als de beetmelder van de rechter hengel een paar piepen geeft en daarna overgaat in een fluiter. Verdomd, ik heb beet! Ik doe twee stappen naar de hengel en pak die van de steunen, omhoog heffen en meteen heb ik contact. De hengel wordt kromgetrokken en de slip begint langzaam te tikken. Snel leg ik de ander twee hengels met de toppen onder water zodat ik daar straks geen last van heb. Daarna concentreer ik me op de dril. De hengel staat behoorlijk krom en de slip blijft tikken. Omdat de karper langzaam naar rechts zwemt, wil ik niet teveel lijn afgeven en draai de slip een stukje strakker. De hengel gaat nog iets verder krom, maar de karper kan verder geen lijn meer van de spoel trekken. Daarentegen koerst hij/zij wel op de lengte van de lijn naar rechts en langs die kant staan een paar oude beschoeiingpaaltjes. Daar wil ik de karper niet hebben natuurlijk. Ik leg de hengel vlak en probeer wat lijn te winnen. Terwijl ik dat doe, voel ik aan de andere kant van de lijn een log trekken van een karper. Ik besef me meteen ook dat ik deze karper niet wil verspelen. Sowieso niet de eerste van het nieuwe seizoen, maar een beter exemplaar al helemaal niet.

De zijdelingse druk die ik uitoefen op de karper blijkt te werken want ik kan zowaar lijn opspoelen. Ik neem aan dat ook het koude water een rol speelt. Zou het hoog zomer zijn, dan hoef ik me geen illusie te maken, dan zou ik waarschijnlijk het pleit verliezen. Door de zijdelingse druk kan ik overigens niet bepalen waar de karper nu is. Zit deze er voldoende vandaan of juist ter hoogte van de paaltjes? Ik besluit om te blijven pompen totdat ik de eerste kolk aan de oppervlakte zie. Pas een meter of vijf van de paaltjes vandaan zie ik een kleine welling in de golven en kan ik de hengel weer in de normale verticale stand houden.

De karper geeft nog niet op en probeert door hoeken te slaan zich van de haak te ontdoen. En juist door dat hoeken, kan ik meer lijn winnen en de karper verder naar de karperboot trekken. En als de vis onder de top is, zie ik een massieve spiegel in het licht heldere water. Een dikke twintiger! Voorzichtig probeer ik de karper richting het wachtende schepnet te trekken, maar de eerste poging mislukt. Even vloek in mijzelf: Klungel! Ik ben nog roestig in mijn handelen. De tweede poging lukt wel en zit de spiegel safe tussen beide netarmen. Hoppa, de eerste van dit jaar is binnen!

Ik laat de spiegelkarper even in het schepnet zitten. Dat geeft mij de tijd om de hengel weg te zetten, de meet- en weegspullen te pakken en de onthaakmat en weegzak nat te maken. Als ik daarna de netarmen uit het spreidblok trek en de spiegel binnenboord hijs, weet ik dat ik een veel zwaarder exemplaar heb gevangen dan aanvankelijk gedacht. Als ik het net openmaak zie ik een prachtige spiegel in winterkleuren voor me. Mijn bloed gaat sneller stromen. Was de aanbeet al opwindend, dit geeft meteen ook een super gevoel.

De haak blijkt keurig in de onderliep te zitten en met moeite krijg ik de Nash Fang maat 6 los. Onderlijn en lood gooi ik overboord en zorgt verder niet voor problemen (voor de duidelijkheid: alles hangt nog gewoon aan de hengel). De karper heeft nog een paar verdwaalde visegels over het lichaam en ik kan die makkelijk verwijderen. De bek daarentegen zit helemaal vol ten teken dat de karper nog niet flink in de modder is gaan azen. Ook de visegels in de bek verwijder ik. Daarna meet en weeg ik de spiegel. Die blijkt 87 centimeter lang te zijn en 35 pond en 4 ons zwaar. Gezien de breedte en dikke buik verwachte ik zelfs dat de karper nog zwaarder zou zijn, maar dat is niet het geval. Ik hang de karper daarna in de weegzak even in het water waardoor ik tijd krijg om de camera’s op te stellen. Tien minuten later staat de spiegel op de geheugenkaarten en zwemt weer vrij rond.

IMG_0701 (1)

Ik moet even alle emoties laten bezinken alvorens ik de hengel weer in orde kan maken. De eerste van het jaar, binnen een uurtje vissen en meteen zo’n kanjer. Ik rijg de dertigers niet aan elkaar op de Friese Boezem en daarom ben ik wat overdonderd door de vangst van deze spiegel. Gelukkig kan ik dergelijke emoties nog voelen tijdens en na een karpervangst. De dag dat ik dat niet meer heb, stop ik resoluut met vissen.

Een kwartiertje later heb ik de onderlijn vervangen en ligt het hele zaakje weer op de plek waar de spiegelkarper het aas greep. Paar bollen erom heen met de katapult en het wachten kan worden vervolgd. Omdat de maag al behoorlijk rammelt, begin ik maar met het opwarmen van de warme hap. Singapore Noodels met wat extra toevoegingen van thuis. Om de vangst te vieren heb ik een fles Chardonnay uit 2015 meegenomen. En laat die nou erg lekker smaken na zo’n vangst.

IMG_0716

Deze week ook ander goed nieuws. Begin mei ga ik weer aan de slag bij een nieuwe werkgever. Gelukkig hoef ik niet elke dag meer ver naar mijn standplaats te reizen, maar moet ik af en toe wel naar het buitenland om locaties van het bedrijf te bezoeken. Voorts ga ik voor de verandering weer eens een (HR)afdeling aansturen. Het  bedrijf is aardig in beweging en ik ben benieuwd wat mij te wachten staat. We zullen dan wel zien. Eerst deze komende maand een hoop andere verplichtingen nakomen en tussendoor een beetje vissen. Een fijn vooruitzicht.

Net na tien uur krijg ik een stotterende aanbeet op de middelste hengel. Na de aanslag krijg ik een beuk terug en even tikt de slip. Daarna keert de karper en zwemt de ander kant op. Ik hou spanning op de lijn en kijk naar de lucht om de kromming van de hengel in de gaten te houden. Als het topdeel een stukje terugveert, begin ik meteen met lijn opspoelen en probeer de karper gedecideerd naar de karperboot te trekken. Dat lukt redelijk goed en na een minuut of wat heb ik de karper onder de top. Na een paar uitvallen kan ik de vis in één keer in het wachtende schepnet trekken. Geen spectaculaire dril en gezien de watertemperatuur is dat ook begrijpelijk.

Als ik de karper binnenboord hijs, voel ik dat ik met een zwaardere vis van doen heb dan in eerste instantie aangenomen. Ik leg de karper op de onthaakmat en klik de hoofdlamp aan. Op de mat ontwar ik een flink spiegellichaam. Net aan de kant en de haak opzoeken. Die zit muurvast in de onderlip en ik moet de nodige moeite doen om de Wide Gape maat 6 los te krijgen. Daarna meten en wegen. De spiegelkarper blijkt 82 centimeter lang te zijn en 28 pond en 4 ons zwaar. Tjonge jonge, ik word maar verwend deze avond. Omdat ik een paar goede foto’s van deze karper wil hebben, besluit ik de karper in de retainer naast de boot weg te hangen. Daarna de hengel weer in orde maken en uitwerpen naar de vangende plek.

IMG_0804

De rest van de avond blijft het stil. Ik hou het vol tot net voor enen en kruip daarna de slaapzak in. Ik lig nog amper in de slaapzak of ik krijg wederom een fluiter op dezelfde hengel. Na de aanslag trekt de karper heel langzaam lijn van de spoel en ik besluit de slip een tikkeltje dichter te zetten. Meteen is het gedaan met lijn nemen en scheert de karper naar links. Je merkt echt wel dat er wat gewicht aan de andere kant van de lijn loopt te trekken, maar door het koude water zijn de karpers absoluut nog niet in staat om je materiaal te testen. Het geeft mij in ieder geval de kans om de karper wat te sturen en na drie minuten heb ik ‘m bij de karperboot. Net als de andere karpers draait deze karper zijn rondjes onder de top en is het een minuut later afgelopen met de pret. Schepnet er onder en de karper is binnen.

IMG_0771 (1)Wederom heb ik met een prachtige spiegelkarper te maken. De haak zit in de onderlip en was nooit tijdens de dril los gekomen. De spiegel is 81 centimeter lang en 22 pond en 4 ons zwaar. Ook deze hang ik in een retainer weg om morgenochtend op de foto te gaan. Daarna de hengel in orde maken en kan ik die weer lanceren naar de plek waar de aanbeten vandaan komen. Tenminste dat is de bedoeling. Als ik een metertje lijn op de molen draai om daarna uit te werpen, hoor ik wat rinkelen halverwege de hengel. Als ik de hoofdlamp aanklik, zie ik dat een kunststof voering van het derde oog uit het geleideoog mist. Shit, da’s niet handig. Met wat prutsen en hannesen kan ik het repareren. Hopelijk blijft het zitten en kan ik met deze hengel blijven vissen.

Tegelijkertijd voel ik me euforisch omdat ondanks de ongunstige omstandigheden het zo super loopt. De sessie is nog lang niet voorbij en het kan haast niet anders of er zijn nog meer karpers op de stek aanwezig. Met die gedachte schuif ik de slaapzak in. Snel val ik in slaap en hoor in de verte de eerste regendruppels op de kap uiteen spatten.

Net voor half vier krijg ik een paar piepen op de linker hengel. Als ik de slaapzak uitvlieg, gaan de piepen over in een fluittoon. Een seconde later heb ik de capuchon van de regenjas op mijn hoofd en een kromme hengel in mijn handen. Dit keer geeft de karper hem van Jetje. Een paar meter lijn wordt van de spoel getrokken en zet de vis koers naar rechts. Na een tiental meters keert de vis en zwemt dezelfde route terug. Pas daarna kan ik wat lijn terugwinnen. Door regelmatig te pompen, kan ik de karper langzaam naar de karperboot dirigeren. Op een meter of tien afstand blijft de karper heen en weer zwemmen en af en toe valt die weer woest uit. Het is me duidelijk dat deze karper definitief uit zijn winterslaap is gekomen.

IMG_0765 (1)Na zo’n 6 minuten drillen kan ik het schepnet hanteren en onder de vis schuiven. Zonder problemen krijg ik de karper boven het net en kan ik nummer vier van de sessie verwelkomen. Op de onthaakmat mag ik dit keer een prachtige langgerekte schub bewonderen. De Wide Gape zit muurvast in de onderlip en met een beetje beleid krijg ik de haak los zonder de vis verder te beschadigen. De karper blijkt 85 centimeter lang te zijn en exact 21 pond zwaar. Ik heb geen retainers meer dus deze gaat in een ouderwetse bewaarzak. Vier karpers, allen boven de 80 centimeter en allen ruim boven de 20 pond. Het is een ‘red letter sessie’ zoals de Engelsen het zo mooi noemen. Tien minuten later ligt de hengel weer op de plek en lig ik weer in dromenland. Het regent nog steeds. Af en toe zijn de buien fel en soms is het even droog. Ik krijg het maar half mee. Ik probeer wat slaap in te halen alvorens in te moeten pakken.

Net voor half negen is het weer raak. Ik krijg een stotterende aanbeet op de linker hengel. Na de aanslag kan ik vrij gemakkelijk de karper in één keer naar de boot dirigeren en in een kleine twee minuten ligt de karper op de onthaakmat. Het is een goudbruine schubkarper van 64 centimeter en 10 pond en 1 ons. Terwijl ik het fototoestel pak om de vis op de foto te zetten, krijg ik een aanbeet op de middelste hengel. Snel schiet ik drie foto’s en wip de schub het water in. Daarna de middelste hengel oppakken en aanslaan. De karper hangt en komt direct mee. Onder de top valt de kleine schubkarper een paar keer uit en tracht wat beter zijn best te doen dan zijn broertje ervoor. Niet veel later ligt ook hij op de onthaakmat. Deze schubkarper is ook 64 centimeter lang en is een beetje zwaarder namelijk 11 pond en 1 ons. Ook hij gaat snel op de foto en terug het water in.

Omdat de zon nu flink aan de hemel staat, maak ik meteen de camera’s in orde en fotografeer en film de karpers die in de retainers en bewaarzak zitten. Omdat de dame(s) en he(e)r(en) aardig levendig zijn, is het een hele toer om fatsoenlijke platen te maken, maar ik kan de vissen vrij vlot daarna onbeschadigd terugzetten. De spullen opruimen en tijd voor een kop koffie en een paar krentenbollen. Net na tien uur vind ik het welletjes en ruim de spullen op. Ik doe het rustig aan en laat de sessie meer en meer op mij inwerken. De omstandigheden leken vooraf niet gunstig. Oostenwind en 8,5 graden watertemperatuur. Om wat voor reden dan ook, besloten een aantal vissen om te gaan azen. Het schaarse voeren bleek dus precies goed genoeg om de vissen te activeren. Nu kan ik wel net doen of ik heel uitgenast de sessie heb voorbereid en dat door mijn super skills deze vissen heb gevangen, maar dat zou niet juist zijn. Een beetje inzicht en een portie geluk door op de juiste tijd op de juiste plaats te zijn. Die combi is – denk ik – de sleutel geweest. Ik had vooraf getekend voor één aanbeet. Nu ga ik naar huis met 6 karpers op mijn conto. Met daarbij 4 grote exemplaren met als top een mid-dertiger. Beter kan niet.

Als ik alles heb opgeruimd, voer ik nog een kilootje boilies over de stek om de actieve karpers ook actief op het aas te houden. Ik wil over 3 dagen weer terugkomen om nogmaals mijn geluk te beproeven. De weervoorspellingen zijn dat de luchttemperatuur volgende week gaan stijgen. Dat betekent dat meer karpers actief zullen worden als de watertemperatuur ook gaat stijgen. Aan de andere kant heb ik de ervaring dat tussen de 9 en 12 graden de vissen om één of andere redenen moeilijk te verleiden zijn tot azen. Eronder of erboven is gunstiger. Hoe dat kan? Geen idee. Wie het weet mag het zeggen. Ik kan het in ieder geval niet verklaren. Feit is wel dat ik gewoon ga vissen. Vissen is natuurlijk meer dan alleen cijfertjes en vangen. Maar dat weet in principe iedereen. Alhoewel, soms als je Social Media volgt, zou je anders gaan denken. We zullen zien.