30 December 2015

De laatste week van het jaar is weer aangebroken. Het moment om even stil te staan en te concluderen dat dit jaar weer verdomd snel is omgevlogen. Begin maart gestart met alle dromen, and verwachtingen en dergelijke en voordat ik het in de gaten heb, is het alweer voorbij. Tegelijkertijd besef ik mij ook dat het leven als een sneltreinvaart aan mij voorbijtrekt. In de blog van eind oktober heb ik mijn karperseizoen al geëvalueerd. Dus dat zal ik hier niet herhalen. Ondertussen zit ik de snoekdames achter de vodden en dat geeft ook nog de nodige uitdagingen.

Gisteren stond de dag in het teken van oliebollen bakken. Elk jaar eind december maak ik oliebollen voor familie en echte vrienden. Als dank voor alles van het afgelopen jaar. Dat wil zeggen voor de diepgaande gesprekken, look de lachwekkende momenten, de avonturen en de hulp bij van alles. Ik vind het dan ook leuk om een zak verse oliebollen langs te brengen en een kop koffie te drinken. Even terugblikken over afgelopen jaar en nog meer vooruitkijken naar 2016.

Na twee weken de hengels met rust te hebben gelaten, vandaag met Cock een “snoeksessie” gepland. De planning was dat we het grote water op zouden gaan, maar de laatste weersvoorspellingen geven windkracht 7 aan. Dus dan maar het vissen op snoek dichterbij huis uitvoeren. Omdat het de laatste keren ’s ochtends nog erg donker was, sildenafil wil Cock graag een half uurtje later starten. Hoewel ik zo vroeg mogelijk op het water wil zitten, stem ik toch in met zijn voorstel.

Net voor half acht rijdt Cock de oprit op. Vaste ritueel van spullen overladen en even later zijn we onderweg. Het is droog en redelijk dicht bewolkt. We kletsen wat  – zoals gewoonlijk – bij en voordat we het weten zijn we bij de trailerhelling. Vijf minuten later ligt de boot in het water en heb ik de auto met trailer op de parkeerplaats geparkeerd. De trollhengeltjes in orde maken en we zijn onderweg.

Het eerste stuk water slaan we over. We willen direct doorvaren naar een productief deel, tenminste dat schatten wij zo in. Een half uurtje later zijn we er en ik gooi het gas eraf om in een langzame vaart de dieptemeter in de gaten te houden. In de geul zie ik enkele solitaire symbolen en Cock geeft aan dat hij op dit gedeelte wel graag wil gaan vissen met doodaas. Dus een stukje terugvaren en het anker overboord zetten. Zodra het touw op spanning komt, druk ik aan de achterzijde van de boot de steekstok in de bodem. Binnen een minuut heeft Cock zijn beide hengels van een dode voorn voorzien en staan even later twee oranje dobbers te hobbelen op de golven. Ik daarentegen neem de tijd om mijn beide hengels goed in orde te maken.

SONY DSCHoewel we vol verwachting de vier dobbers in de gaten houden en ze langs beide taluds laten driften, geven de aanwezige snoeken niet thuis. Dus aansluitend een stukje afzakken en het volgende gedeelte afvissen. Ook hier geen teken van leven. Na een half uurtje wederom een stukje afzakken en een knik in de vaart secuur uitvissen. Ook nu geen aanbeet of wat dan ook. Nog naar eens een stukje verplaatsen en daar ons geluk beproeven. Helaas, geen actie. Cock is het uiteindelijk zat en wil graag dat we gaan vissen met kunstaas. Gezien zijn senioriteit geef ik gehoor aan zijn wens.

Vijf minuten later zet ik koers naar een zijsloot. Met een langzaam gangetje draai ik deze in en vaar met de nodige bochten naar het volgende brede stuk. Ik verwacht in de verbindingssloot wel actie van een aanwezige snoek. Min of meer tegen beter weten in. En ondanks het feit dat ik regelmatig een ruk aan de handhengel geef om het kunstaas (TimberTiger) extra actie te geven, krijg ik geen enkele tik.

We varen in een windluw gedeelte en met een waterig zonnetje aan de hemel is het goed toeven. Maar als we even later het wijde water opdraaien, is het goede gevoel gauw verdwenen. Flinke golfslag en witte schuimkoppen. Dat betekent dat ik het grillige talud niet precies kan volgen en dus meer een rechte lijn moet gaan varen. Met het nodige kunst- en vliegwerk lukt me dat. Helaas ook nu geen actie van welke snoek dan ook; ze geven niet thuis.

Een kwartier later arriveren we bij een dorpje dat bekend staat dat er in de koude wintermaanden weinig snoek is te vangen. Jaren geleden heb ik me er zomers prima kunnen vermaken en kon ik er tientallen snoekjes op een dag vangen. Maar dat was de zomer en zoals gezegd beweren de “specialisten” dat er winters niks te halen valt. Dat je alle verhalen en beweringen niet altijd moet geloven, zal nog blijken.

Vlakbij het eerste haventje krijgt Cock een beuk op zijn handhengel. “Ja, hangen!”, hoor ik Cock roepen. Minuutje later heeft hij een snoek van ongeveer 65 centimeter ontdaan van een ‘DirkdeBoer-plug’ en teruggezet. Honderd meter verderop hangt een zelfde exemplaar op mijn bijhengel. Een halve kilometer verder weer eentje op de bijhengel.

SONY DSC

We varen het dorpje door en worden regelmatig getrakteerd op een aanbeet. Sommige stukken varen we tweemaal af omdat we daar actie krijgen. Het valt op dat een bepaald stuk meer snoek oplevert dan andere stukken. Na anderhalf uur staat de teller op 7 stuks. Allemaal ongeveer van hetzelfde formaat. Cock zit daarna een stuk vrolijker op zijn visstoel en heeft er plotseling weer erg veel zin in. Of we weer naar de doodaasstekken kunnen want hij verwacht nog wel een beter exemplaar.

IMG-20151231-WA0000

Op de bekende stekken vissen we de laatste twee uren van de dag. Ondanks dat we alles uit de kast halen om de dode voorns attractief te presenteren en daarmee een mooie aanbeet uit te lokken, blijft het ijzig stil. En als de zon achter de horizon zakt, ruimen we de spullen op. Nagenietend varen we terug. Cock filosofeert nog over wat we wel en wat we niet moeten doen. Zijn idee om de kunstaashengels thuis te laten en alleen met doodaashengels op pad te gaan, snap ik niet helemaal. Stel je voor dat we dat deze dag hadden gedaan, dan hadden we met een dikke nul op de teller naar huis gegaan. Nu toch 7 stuks aan de haak gehad en alsnog kunnen genieten van de visdag. Genieten we dan niet als het geen vis oplevert? Zeker wel, maar je wilt nu eenmaal vis vangen, of deze nu groot of klein is, maakt niet uit. Lekker vissen en lekker dromen van wat mogelijk kan komen. Daar gaat het om. Binnenkort de dag nog maar eens dunnetjes overdoen.