3 April 2018

Afgelopen 3 dagen heb ik elke dag de stek van boilies voorzien. De eerste dag een kleine kilo, de tweede dag 2 kilo en de derde dag 1 kilo. Verschillende soorten en diameters verspreid over een grote oppervlakte. Ik ga er gemakshalve vanuit dat ik niet teveel en niet te weinig heb gevoerd al heb ik achteraf wat mijn bedenkingen over de hoeveelheid van de tweede dag. Daarom de hoeveelheid van de derde dag maar beperkt als mocht blijken dat de hoeveelheid van dag 2 gedeeltelijk niet is opgeruimd. De praktijk zal het uit moeten wijzen.

Vandaag op tijd de boot beladen en naar de trailerhelling gereden. Daar is het uitgestorven, zoals verwacht. Boot te water en een paar minuten later ben ik onderweg. Het is een klein uurtje varen naar de stek. Onderweg kom ik nog wel een boot tegen maar voor de rest geen boot te bekennen. Lekker het rijk voor mij alleen. Op de stek aangekomen is het vlot de boot aan de steekstokken leggen en de hengels in orde maken. Voor 15.00 uur liggen ze verspreid over de voerstek. Ik schiet daarna nog losse boilies alle kanten op om een betere geurspoor in het water te creëren. Daar zit wel een risico aan vast. Het kan betekenen dat ik bij aanvang teveel bollen voer en dat het extra tijd kost om de eerste karpers tegen het haakaas aan te laten lopen. Zijn ze in de vreetmodus, dan maakt het niet zoveel uit. Klinkt in theorie allemaal mooi. De tijd zal het leren.

Als ik volledig ben geïnstalleerd, breekt de zon door het wolkendek en kan ik een tijdje de warme zonnestralen op mijn hoofd laten inwerken. Het is ongeveer 12 graden en de wind waait uit het zuidwesten met een kracht 2. De watertemperatuur is 9,5 graden. Het voelt voorzichtig voorjaarsachtig aan. Een koppeltje kieviten zijn actief en maken elkaar het hof. Ook de veldleeuwerik laat zich gelden en ik geniet van de zang van dit vogeltje. Tegelijkertijd moet ik constateren dat over al die weilanden en natuurgebieden om deze stek heen er maar één veldleeuwerik aanwezig is. In voorgaande jaren werd ik meestal door het gezang van diverse aantallen leeuweriken verwelkomt. Afgelopen jaren werd het steeds minder en nu is er nog maar eentje. De teloorgang van de weidevogels. Ook heb ik nog geen enkele grutto gezien. Deze weidevogel heeft het zwaar in Friesland. Zijn broedgebieden worden steeds beperkter door de expansiedrift van gemeenten om meer nieuwbouwwijken uit de grond te stampen. Er wordt dan zogenaamd nieuwe broedgebieden voor de weidevogels aangewezen ter compensatie. Maar de vogels laten zich niet sturen en verdwijnen. Daarnaast lijkt het erop dat gemeenten steeds hetzelfde gebied ter compensatie aanwijzen waardoor de hoeveelheid hectaren voor de weidevogels steeds kleiner worden. Natuurorganisaties zijn hiermee al bezig om het uit te zoeken of voorgaande klopt. Maar ook de boeren spelen een rol. Het zijn allemaal grote bedrijven geworden waarbij de investeringen terugverdiend moeten worden. De weilanden worden al vroeg in het voorjaar bewerkt en ook – als het even kan – wordt de eerste snede al snel binnengehaald.

Ik wil niet met de vinger naar bepaalde groepen wijzen. Daarvoor is het te complex. Aan de andere kant is een combinatie van factoren en zolang die factoren niet gezamenlijk worden aangepakt, zal de teloorgang verder doorzetten met alle gevolgen van dien.

IMG_0863

Vanwege het goede weer heb ik mij camera met telelens ter hand genomen om wat natuurfoto’s te schieten. Ik heb geluk want langs de oever aan de overkant tracht en buizerd een haas te vangen. Ik kan beiden in één beeld vangen. Da’s mazzel hebben. Niet veel later is er een grote zwerm schreeuwen die door de lucht dansen en in een boom vlakbij neerstrijken. Ik zit eerste rang en kan uiteraard weer een aantal foto’s maken. Ook een koppel futen is actief en eentje vangt een wat grotere voorn dan zijn keel aankan. Na veel gehannes krijgt hij de vis naar binnen geslikt. Links en rechts vliegen koppels ganzen voorbij. Gelukkig voor mij blijven ze op afstand, maar ik vermoed dat ze tijdens de nachtelijke uren wel dichterbij zullen komen. Per slot van rekening ben ik de indringer in hun leefgebied.

Tegen het einde van de middag zie ik vanuit het zuidwesten donkergrijze wolken binnen drijven. Inspectie van de weerapp laat zien dat er boven het IJsselmeer onweersbuien ontwikkelen en mijn kant opkomen. De wind valt af en toe weg om dan vanuit verschillende windrichtingen aan te trekken ten teken dat slecht weer onderweg is. Of ik buitenschot kan blijven is nog maar de vraag. We zullen zien.

Verderop is een boer in zijn weiland nesten van weidevogels aan het markeren. Samen met zijn hond loopt hij rond en zet witte stokjes bij de nesten. Een dergelijke actie doet mij goed. Het is ook de boer die zijn grond beschikbaar heeft gesteld voor het tijdens de winter laten verblijven van ganzen. Alhoewel ik de pest aan die beesten heb, kan ik wel waardering voor de beste man opbrengen, al kan voor hem de drijfveer zijn de geldelijke compensatie die hij ontvangt vanuit de Provincie Fryslân.

Als hij een half uurtje weg is, word ik plotseling opgeschrikt door een luide knal. Een halve kilometer verderop, daar waar de boer eerst de nesten van weidevogels stond te markeren, is een auto langzaam aan het rijden en gooit knalvuurwerk naar buiten om blijkbaar ganzen te verjagen. Tien minuten later doet hij hetzelfde een kleine kilometer verderop. Ik snap het even niet meer. Wordt eerst nesten gemarkeerd om die van de weidevogels te beschermen, komt daarna een andere gast die de ganzen wil verjagen. Of het knalvuurwerk onderscheidt maakt tussen de vogels. Wat een gekkigheid! Het blijft een wondere wereld waarin wij verblijven.

IMG_0905

Aan het begin van de avond trekt het verder dicht en zie ik in de verte de eerste blikseminslagen. Langzaam vallen de eerste regendruppels op de kap. Tijd voor mij om de deur naar beneden te ritsen zodat ik volledig droog zit. Daarna warm ik de chili op en werk die naar binnen. Chocoladepudding erachter aan en ik heb de maag weer rijkelijk gevuld. Ik bel Annette even om te horen hoe het thuis is. Ze waarschuwt me dat er slecht weer opkomst is. Hoe dan ook, ik blijf gewoon zitten.

Tegen de klok van 8 uur begint het heftiger te regenen en worden de flitslichten aan de horizon feller. Toch hoor ik geen gerommel in de verte. Ik hoop dat de onweersbuien aan mij voorbij trekken. Tien minuten later gaan de hemelsluizen echt open en komt het met bakken uit de hemel. Zo erg zelfs dat voorin de neus langzaam water naar binnen begint te druppelen. Beetje schuiven met mijn spullen en kan het verder geen schade toebrengen. Gelukkig voor mij trekken de onweersbuien over het westen aan mij voorbij.

De rest van de avond en de eerste helft van de nacht blijft het plenzen. Heel wat litertjes water komen naar beneden. Tegen half één kan ik mijn ogen niet meer openhouden en schuif de slaapzak in. In eerste instantie slaap ik een uurtje, gevolgd door onrustig slapen-wakker-slapen-wakker. Blijkbaar heb ik het niet helemaal naar mijn zin en ben daardoor wat onrustig. Tegen het begin van de ochtend val ik definitief in slaap.

Net voor half zeven bij het eerste licht, krijg een ik een paar piepen op de middelste hengel. De waker zakt langzaam en als ik de slaapzak uitvlieg, knalt de waker omhoog en gaan de piepen over in een langgerekte fluittoon. Als ik aansla heb ik direct contact met de karper. Die houdt de lijn op spanning zonder lijn door de slip te trekken. Dat geeft mij de kans om de hengeltoppen van de overgebleven twee stokken onderwater te leggen. Als ik dat met de laatste hengel heb gedaan, veert de kromme hengel weer terug waardoor ik snel wat lijn moet opspoelen. Daarna heb ik meteen weer contact al voelt dat wel anders aan. Het lijkt wel dat de karper niet meer zwemt maar puur op gewicht blijft ‘hangen’. Voorzichtig begin ik met pompen en kan ik daarna in een soort van ritme lijn winnen. Ik hou tegelijkertijd de verdwijnpunt van de lijn in de gaten om te zien waar de vis heen zwemt. Die doet helemaal niets en ik begin argwaan te krijgen: hier klopt iets niet. En als ik het hele zaakje onder de hengeltop heb, hangt er een grote plastic zak aan de haak. Shit!!! Dan pas besef ik wat er is gebeurd. Tijdens de eerste 20 seconden van de dril is de haak losgeschoten en heeft meteen daarna de plastic zak gehaakt. Dat verklaart het terugveren van de hengel en bij het snel opspoelen dat ik weer weerstand voelde doordat ik de plastic zak haakte. Ik baal als een stekker. Zolang moeten wachten op een aanbeet en dan heb ik pech dat de haak losschiet. Ook dit is karpervissen…

Inspectie van de onderlijn leert dat de haakpunt hartstikke bot is. Dat zou mogelijk kunnen verklaren dat de haak niet goed heeft geprikt en dat de houvast onvoldoende is geweest. Iets anders kan ik niet bedenken. Ik vervang uiteraard de haak en bevestig een nieuwe PVAkous met daarin halve en verkruimelde boilies. Het hele zaakje opnieuw naar de plek uitwerpen en hopen op een herkansing.

Omdat ik best wel moe ben van de korte nacht en slaapgebrek, besluit ik de slaapzak weer in te kruipen. Ik val uiteindelijk in slaap en word pas net voor 11 uur wakker. Een flauw zonnetje staat te schijnen, maar kan geen warmte afstralen om de temperatuur buiten de slaapzak aangenaam te maken. Toch er maar uit gekropen. Tijd voor gebakken eieren en koffie. Na dit stevige ontbijt (eigenlijk kan ik beter zeggen: brunch) voel ik me een stuk beter. Ik zit even in dubio. Zal ik de hengels laten liggen of zal ik de onderlijnen inspecteren? Na wat wikken en wegen besluit ik voor het laatste te gaan. De middelste hengel laat ik overigens wel liggen aangezien die aan het begin van de ochtend al is vernieuwd. Een half uurtje later is dat gepiept en heb ik over elke hengel een klein handje bollen bijgevoerd voor het geval dat. Toch moet ik bekennen dat ik een beetje teleurgesteld ben over de hoeveelheid actie ik krijg. Na het succes van enkele dagen geleden verwacht je dat er meer in het vat zit. De karpers zijn er, ook mede gezien de aanbeet van deze ochtend, maar iets houdt hen tegen om flink te gaan azen. Zouden de regenbuien van afgelopen avond en nacht de oorzaak daarvan zijn? Voor de zekerheid check ik de watertemperatuur. Die is zelfs licht gestegen naar 10,1 graad, al moet ik wel hierbij aangeven dat het uit de wind is aan de oppervlakte. Dus wat zegt dat? Niet heel veel en is maar een indicatie. Gekke is dat mijn logboek hetzelfde verhaal vertelt over de voorgaande jaren. Het begint redelijk goed om daarna vaak een blank te moeten optekenen. Een voorjaar kan echt top zijn en meteen je seizoen maken, maar kan ook juist je een hele slechte start bezorgen waardoor je het gevoel hebt continu achter de feiten aan te lopen. Het zaait twijfel en leidt er vaak toe dat van de standaard aanpak wordt afgeweken. Soms kan dat succes opleveren maar nog vaak juist niet. Vasthouden aan wat bewezen is. Dat is wat iedere karpervisser zou moeten doen, inclusief mijzelf. Soms is dat best wel lastig als de beetmelders sessie na sessie zwijgen.

Waarom ving ik enkele dagen geleden uitstekend in zeer ongunstige omstandigheden? Het was koud, het was een oostenwind met flink wat regen. In mijn boekje niet de beste voorjaarsomstandigheden. En toch 6 karpers op de mat. Deze sessie zuid tot zuidwestenwind, temperatuur ligt hoger en ook flink wat regen. Rara waarom azen de karpers niet? Ik kan het niet met zekerheid verklaren. Enige verschil, los van de weersomstandigheden, is de voerhoeveelheid van dag 2 dat ik heb gevoerd. Het kan zijn dat het teveel is geweest waardoor er op dag 3 nog flink wat bollen niet opgeruimd zijn. Op diezelfde dag nog een kilootje bijgevoerd waardoor de hoeveelheid weer aan de ruime kant is geweest. Dat zou kunnen verklaren waarom ik nog maar 1 aanbeet heb gehad; er ligt nog teveel aas voor de karpers om op te ruimen en als ze al geen honger hebben (vertering is bij karpers onder de 10 graden nihil) dan heb ik op voerdag 2 mijn eigen glazen ingegooid.

Een andere reden kan zijn de maanstand. Was die afgelopen sessie uitermate gunstig, nu is die uiteraard anders. Ik ben niet iemand van de maanstanden om zijn visserij daarop af te stemmen, maar ik afgelopen jaren wel ervaren dat volle maan betekent dat de karpers vol in de vreetmodus gaan. Daaromheen is het allemaal wat lastiger om aanbeten te forceren. Het kan ook zijn dat een combinatie van factoren de boosdoener is. Hoe dan ook, het is geen exacte wetenschap en blijft vissen.

Halverwege de middag trekt het wolkendek verder dicht. Echt lekker weer is het niet terwijl is voorspeld dat de temperaturen wat op zouden lopen. Ik merk er nog weinig van. Verder is voorspeld dat het weer flink zal gaan regenen inclusief de volgende dag. Niet echt gunstig voor de visserij. Ik kan er niets aan veranderen dan alleen rustig af te wachten.

Aan het einde van de middag trekt het volledig dicht en donkergrijze wolken naderen uit het zuidwesten. Ik kijk even op de radar van de weerapp en zie dat boven het IJsselmeer flinke onweersbuien ontwikkelen. Met de huidige windrichting betekent dat ik de volle laag ga krijgen. Ik zie daarna van minuut tot minuut het steeds donkerder worden en in de verte hoor ik het eerste gerommel van de naderende onweersbuien. Omdat het een natuurlijk schouwspel is, film ik even mijzelf met op de achtergrond de onweersbuien die rap naderbij komen. Ook zie ik in de verte een regengordijn langzaam mijn kant opkomen. Na een klein half uur ben ik aan de beurt. Eerst valt de wind weg en daarna begint het voorzichtig te regenen. De regen gaat steeds harder op de kap tekeer en ik zie dat er ook hagelstenen tussen zitten. Dat is wel te verwachten. Daarna begint het flink te onweren en uiteindelijk zit er geen seconden tijd meer tussen de blikseminslagen en de daaropvolgende donder. Kortom, ik zit er midden in. Aangezien ik redelijk beschut langs de kant lig, acht ik de kans om door de bliksem geraakt te worden klein. Hoewel de statistieken uitwijzen dat de kans 1 op 1 miljoen is, zul je net zien.

Een kleine 2 uren lang gaat het flink tekeer. Daarna waaien de buien over en wordt het droog. Van bijna nacht gaat het over in een gebroken wolkendek en zelfs de zon komt weer tevoorschijn. Ook valt de wind weg. Al snel zie ik witvis aan de oppervlakte rollen en ik vermoed dat met name de hoeveelheid zuurstof door de regenbuien is toegenomen. Zou het ook positief effect hebben op het aasgedrag van de aanwezige karpers? Ik vrees van niet want met de koude regenwater is de watertemperatuur ook wat gedaald.

IMG_0904

Gedurende de avond keldert de luchttemperatuur rond het vriespunt. Ook draait de wind naar zuidoost-oost kracht 1. Het water observeren heeft weinig zin  meer en ik duik onder de kap. Ik wacht geduldig, maar de beekmelders blijven stil. Tegen elven kan ik mijn ogen niet meer openhouden en kruip de slaapzak in. Al heel snel lig ik in dromenland. Pas tegen 11 elf uur de volgende ochtend word ik wakker. De wind is naar het noordwesten gedraaid en heeft een kracht 6 aangenomen. De golven staan flink op de voorzijde van de boot te beuken. Tevens hoor ik dat de regen is teruggekeerd. Al met al een kansloze bezigheid om te blijven vissen. Ik verorber een verlaat ontbijt en ruim de spullen op. Tegen enen kan ik met de nodige moeite van de plek wegkomen en vaar richting trailerhelling. Ik voer nog een paar handen over de stek om de geursporen van mijn boilies erin te houden. Vreten doen de karpers dan wel niet, maar ik zal blijven proberen ze triggeren met mijn aas. Bijna 3 dagen achterelkaar gevist en dan maar 1 aanbeet. Ook dat is karpervissen. Morgen in de herkansing met de wetenschap dat er beter voorjaarsweer opkomst is. Het lijkt de goede kant op te gaan.