28 Augustus 2015

Hoewel mijn hoofd nog niet naar vissen staat, cialis nadert de maand september. Ik heb mij voorgenomen om vanaf begin september weer helemaal te gaan richten op het pionieren op groot water. En aangezien ik dan geen tijd en geen zin heb om ‘sociaal’ te vissen met anderen, moet ik mijn geest helemaal vrij maken om mij daarop te focussen.

Ik heb nog twee verplichtingen in mijn visagenda te staan. Ik heb zowel Peter Miedema (van Peter’s Hout en mede-commissielid SKP Friese Boezem) als Germ Zeephat (beleidsmedewerker Sportvisserij Fryslân) beloofd om hen een keer mee te nemen. Nu heb ik dat met name voor het late najaar gereserveerd op een deel van de Friese boezem waar het wat makkelijker is om een voerplek aan te leggen en de kans op een mooie vangst wat hoger is dan het wispelturige echt grote water. Omdat er in het najaar op dat deel zal worden gebaggerd, kan ik daar dus niet terecht. Het doorschuiven naar volgend jaar is een optie. Toch besluit ik om beiden achterelkaar uit te nodigen. Het is nog augustus en dan kan het nog. Helaas geeft Germ aan dat hij het weekend niet kan waarvoor ik hem heb uitgenodigd. Daar kan een streep doorheen. Peter geeft wel gehoor aan de uitnodiging en dus staat hij deze middag op mijn stoep.

Peter heeft  dit jaar nog weinig kunnen vissen. Als ondernemer van een groeiend bedrijf, werkt hij zes dagen in de week. Een vissessie plannen met daarbij behorende voorbereidingen is voor hem bijna onmogelijk. Omdat ik natuurlijk het voorbereidende werk heb gedaan, is het voor hem een uitgelezen kans om aan te schuiven en zijn seizoentotaal wat op te schroeven. Dat is ook niet zo moeilijk als je dit jaar nog maar één karper in het schepnet hebt gehad. Peter heeft ook nog nooit vanuit een speciale boot op karper gevist. Wat dat betreft is dit zijn vuurdoop.

Omdat de Avid stretchers de afgelopen keer voor geen meter lagen, heb ik deze week twee foammatrassen gekocht bij de Kwantum die precies de juiste maat hebben (190 x 70 x 5 cm). Aansluitend bij Jan Sikkes Stoffen in Sneek camouflagestof gehaald om daar hoezen van te laten maken. Per slot van rekening wil het oog ook wat en wil ik het wel in stijl houden. Witte matrassen op de stretchers vind ik geen porem. Dus heb ik samen met Annette in twee korte avondjes twee passende hoezen gemaakt. Ik uitmeten en afspelden ( ja ja, verborgen talenten) en zij de delen aan elkaar naaien. Zelfs op de juiste plekken klittenband aangebracht om verschuiven van het matras te voorkomen. Het resultaat mag er zijn. Nu nog een nachtje erop liggen en kijken of ik geen rugpijn krijg.

Voordeel van de stretchers is dat deze met een kleine aanpassing met de poten precies naast elkaar in de boot passen en dat jezelf en je gastvisser ook fatsoenlijk kunnen liggen, mochten er uren van geen actie zijn; wel zo prettig.

Peter heeft zoals verzocht weinig spullen meegenomen. Na de koffie stappen we in de boot en varen richting de stek. Onderweg zie ik Peter langzaam opbloeien en genieten van de omgeving. Hij is hier namelijk nog nooit geweest. Ik daarentegen ken het gebied als mijn broekzak en speur onderweg naar tekenen van karper. Ik zie eentje op afstand rollen maar verder is het rustig.

Na een uurtje varen, komen we op de voerstek aan. Ik neem even de tijd om de boot naar de juiste positie te manoeuvreren en de steekstokken in de bodem te steken. Peter ziet het allemaal gelaten aan. Daarna is het de hengels klaar maken. Volgens afspraak vist Peter met twee hengels naar links en ik met drie hengels naar rechts. Dat houdt dan in dat we met twee hengels op de rand van de voerplek vissen en drie midden in. Dus de kansen spreiden. Nadat alle vijf hengels zijn ingegooid, schiet ik nog een halve kilo 16 millimeters RRF verspreid over de sector. Dan hebben de vissen wat om te zoeken.

Ik heb gisteren grof gevoerd. In een absolute wolkbreuk heb ik 10 kilo smikkelmix en boilies gevoerd. Hoewel ik liever twee dagen had gevoerd (eerste dag inclusief smikkelmix en de tweede dag alleen boilies), had ik daarvoor geen tijd, dus is het bij één dag gebleven. Omdat ik veel met mini-aas heb gevoerd, verwacht dan ook dat als er karpers op de stek neerstrijken, het met name de kleinere exemplaren zullen zijn. We zullen zien.

Tijdens deze vissessie wil ik een nieuwe onderlijn uittesten. Tijdens mijn Belgische vissessie met Luc de Baets liet hij mij een nieuwe soort onderlijn zien. Nou ja, nieuw? Niet echt. Meer een variant op een bestaande, maar dan meer vanuit de filosofie uit de harde praktijk. Het is even wat knutselen om deze te fabriceren en het is van cruciaal belang dat de juiste haaktype en grote wordt gemonteerd. Daarnaast is ook de aaskeuze van wezenlijk belang. Aangezien ik deze onderlijn eerst wil uitproberen, zal ik nu nog niet in detail treden hoe deze eruit ziet. En het is natuurlijk niet aan mij om met andermans veren te gaan pronken.

Om het echte verschil te ondervinden, plaats ik deze onderlijn midden in de voerplek waarbij er aan beide kanten twee andere hengels zijn gepositioneerd. Dus de vissen die van buiten de voerplek naderen lopen eerst tegen twee hengels aan alvorens op de nieuwe onderlijn te stuiten.

Peter is te gast dus ik stel aan hem voor dat hij vanaf de start met alle vijf de hengels vist en daarna dat we om en om gaan vissen. Dan vangen we – hopelijk – allebei vis en hebben we allebei plezier. Peter vindt het prima.

Ik heb beloofd om voor de warme hap te zorgen. Terwijl Peters aan zijn  bord met Singapore Noedels is begonnen te verorberen, is daar plotseling een aanbeet op mijn middelste hengel. Ik spoor Peter aan om de hengel op te pakken en de aanbeet te verzilveren. Met volle mond sputtert hij tegen. Aangezien ik geen aanstalten maak om de hengel van de steunen te rossen, geeft hij toch maar gehoor aan mijn oproep. En zo staat Peter zijn tweede vis van het seizoen te drillen.

SONY DSCDe karper is niet blij dat hij van een tijdelijke piercing is voorzien en vecht voor wat ie waard is. Peter geniet met volle tuigen en ondanks het feit dat hij met een hengel in zijn handen staat waarmee hij nog nooit heeft gevist, gaat het drillen op dit materiaal hem prima af. Na een minuut of vier staat hij met een spiegelkarper van 67 centimeter en 16 pond en 4 ons in zijn handen. Uiteraard maak ik een paar mooie platen in de avondzon.

Een uurtje later loopt dezelfde hengel weer af. Dit keer mijn beurt. Terwijl ik de karper sta te drillen, staat Peter met het schepnet in aanslag. Toch duurt het al met al drie minuten voordat ik de weerbarstige karper in het net kan dirigeren. Het blijkt weer een spiegel te zijn die wat groter is dan de eerste: 72 centimeter en 18 pond exact. Dit keer mag Peter de fotograaf uithangen. Dat hij dit niet zo vaak doet, blijkt wel uit de eerste platen. Gelukkig kan hij dat nog even corrigeren. Aan de andere kant kan het me niet zoveel schelen. Als de spiegel er maar netjes op staat.

SONY DSC

Na het terugzetten van de karper vieren Peter en ik de goede start met een kop koffie en een stroopwafel.  We praten bij over van alles en nog wat. Omdat ik de besef van tijd de afgelopen twee maanden wat kwijt ben geraakt, heb ik niet in de gaten dat het ’s avonds vroeger donker wordt. Dat klinkt misschien een beetje gek omdat elke avond waarneembaar was dat de avonden korter worden. Omdat ik een tijd niet meer gevist heb, is dat mij dus helemaal ontgaan. Ik kan niet anders concluderen dat als ik enkele nachten per week in de natuur ben dat ik dat veel intensiever van bewust ben dat de jaargetijden veranderen en dat we weer richting herfst gaan. Uiteraard zijn we ruim de helft van het jaar gepasseerd, maar dat wil nog niet zeggen dat je het zo ervaart.

Rond de klok van negenen trek ik de kap omhoog en installeer de stretchers. Ik zit wat onderuit op de stretcher als wederom op de middelste hengel een aanbeet volgt. Omdat Peter zich al diep in de slaapzak heeft teruggetrokken, pak ik de hengel maar van de steunen. De dril stelt niet veel voor en een paar minuten later ligt een kleine schubkarper op de onthaakmat. Snel een foto en terug. Ik kan in mijn logboek noteren: schubkarper, 58 centimeter en 7 pond en 3 ons. De nieuwe generatie begint zich aan te dienen.

Terwijl ik de onderlijn vervang vanwege de botte haak, krijgt Peter een zakker op zijn rechter hengel. Er blijkt een flinke giebel aan te hangen. We onthaken de vis in het water zodat die niet weet wat hem is overkomen. Een kwartiertje later liggen beide hengels weer op de respectievelijke plekken.

Net na half twaalf weer een haperende fluiter op de middelste hengel. Dit keer is Peter rap uit de slaapzak en kan de karper drillen. Ook nu weer een schub uit de onderlaag. Onthaken en terug. Ik mag wederom noteren: schubkarper 60 centimeter en 8 pond en 2 ons.

Direct daarna krijg ik een langzame zakker op mijn rechter hengel. Ook nu weer blijkt er een giebel aan te hangen. In het water onthaken en gauw de hengel weer ingooien. Aangezien we nu twee giebels en 2 kleine schubs achter elkaar hebben gevangen, begint het kwartje te vallen. Omdat ik natuurlijk maar één dag heb gevoerd en dan ook nog flink met de smikkelmix wat grotendeels uit maïs en tijgernoten bestaat, heeft dat de kleinen vissen aangetrokken. En die laten de boilies natuurlijk niet links liggen. Nu wist ik dit vooraf wel, maar altijd interessant om het bevestigd te zien.

SONY DSCNa de giebel blijft het twee uurtjes stil. Zowel Peter als ik zijn gedurende de pauze even in dromenland. Rond klokslag twee uur weer een fluiter op mijn middelste hengel. Het is mijn beurt dus als eerste uit de slaapzak en de hengel van de steunen rossen. Hoewel ik direct vermoed met een wat beter exemplaar van doen te hebben, ligt de karper al na twee minuten in het schepnet. Een schubkarper van 70 centimeter en 13 pond exact. Snel een foto en terug het water in.

Van de vorige sessie vier weken geleden weet ik dat de beste tijd nu aanbreekt. Ik breng Peter dan ook op de hoogte dat hij er klaar voor moet zijn en dat het nu wel eens ‘los’ kan gaan. Peter hoort het gelaten aan. Na een nieuwe onderlijn gemonteerd te hebben, opnieuw ingegooid en wat boilies verspreid bij te hebben gevoerd, zoeken we allebei de slaapzakken op.

SONY DSC

Vissen blijft vissen en hoewel er altijd patronen zijn te ontdekken, sla ik de plank volledig mis. De ‘hot’ uren verstrijken zonder een piep op de vijf hengels. Het is wel mooi de gelegenheid om een uur of wat te slapen. Peter moet natuurlijk ’s middags weer werken. Ik daarentegen moet nog wat verfwerk verrichten aan het huis. Dus een beetje scherpte kan geen kwaad.

Na zessen wederom een aanbeet op mijn middelste hengel. Peter zijn beurt en hij kan even later een schub begroeten van ongeveer 65 centimeter en ongeveer 7 pond. Meestal meet en weeg ik alle vissen, maar deze keer maak ik een uitzondering. We geloven het wel.

Half uurtje later een zakker op de middelste hengel. Geen karper die de aanbeet veroorzaakt maar een giebel. De rest van de ochtend blijft het stil en tegen half elf zijn we weer onderweg naar huis. Peter heeft zich opperbest vermaakt en heeft zijn seizoenstotaal fenomenaal opgeschroefd van 1 naar 4 karpers. Klinkt een beetje lullig. Zo is het niet bedoeld. Ik wilde dat hij karpers ging vangen en dat is dus gelukt. Het blijft altijd een gok en zekerheden zijn er niet. Tegen twaalven zijn we thuis. We nemen afscheid en wensen elkaar succes voor de komende maanden.

Wat me vooral is opgevallen is het feit dat we zes karpers hebben gevangen op één en dezelfde hengel. Juist, de hengel met de nieuwe onderlijnmontage. Nu wil ik daar niet meteen een ‘hoeraverhaal’ van maken maar de feiten spreken voor zich. Ook wil ik niet meteen definitieve conclusies aan verbinden. Toch vind ik het heel frappant. Ik vang op deze stek altijd op twee of drie verschillende hengels met verschillende onderlijnmontages. Nu is er maar eentje die scoort. Toeval of niet? Eerst nog maar eens een paar sessies vissen en kijken of de verschillen significant blijven. Dan pas definitief oordelen.