26 Mei 2015

Afgelopen week de penhengel tevoorschijn gehaald en een dagje instant gaan vissen op het grote water. Emmertje gekookte maïs mee en natuurlijk een aantal blikjes zoete maïs uit de winkel om als haakaas te fungeren.

’s Ochtends vroeg opstaan om bij het eerste licht te gaan vissen, prostate ben ik niet meer gewend en dus kostte het mij meer moeite om het bed uit te kruipen dan ik had verwacht. Een uurtje later ligt de boot in het water en ben ik onderweg. Het is half bewolkt en staat er een zacht windje. Ideaal op potentiële stekken eens rustig uit te kammen.

SONY DSCOp de eerste stek aangekomen zie ik na een paar minuten vissen enkele rietstengels trillen ten teken dat er in ieder geval vis tussen de stengels scharrelt. Ik ben dan ook hoopvol een vis te vangen. Toch duurt het veel langer dan ik dacht en uiteindelijk weet ik een brasem uit de rietjes te sleuren. Als ik deze stek verlaat, voer ik een paar handjes maïs verspreid tussen de rieten en ik besluit om later op de dag hier terug te komen.

 

Stek twee is een doodlopende zijarm. Ik vaar er rustig in en speur naar tekenen van vis. Alhoewel het water hier erg helder is en ik de bodem bijna kan zien, zie ik geen enkel teken van vis. Ik strooi voor de zekerheid wel een handje maïs mocht ik hier later toch nog terugkomen.

Op stek drie is het heel ondiep. De zandbodem is goed zichtbaar en ik laat me rustig langs de zandplaat driften. Ik hoop zwarte schimmen te zien. Helaas zie ik niks wat er op lijkt ondanks de zon er vel op schijnt en ik door mijn zonnebril prima zicht heb. Ik waag er nog een half uurtje aan om voor de paaltjes te vissen. Ook deze stek is verlaten door de vis.

Ik besluit om het grote water over te steken en op de ander kant een grote kom te bezoeken. Daar ligt elk jaar een erg groot lelieveld en herbergt meestal wel een paar karpers. Als ik daar aan kom, valt mij meteen op dat de watertemperatuur twee graden hoger is dan het grote water. Meteen stijgt ook mijn verwachting om hier vis aan te treffen. Dioe blijken er inderdaad te zijn. Een uurtje rommelen met blikmaïs levert mij een paar vette brasems op variërend tussen de vijftig en zeventig centimeter. Daarna hou ik het voor gezien en vaar een doodlopende zijarm in. In het heldere water zie ik twee dode snoeken liggen die allebei dik boven de meter lengte zijn. Waarschijnlijk gesneuveld na de paai. Verder zie ik niks en vaar uiteindelijk een paar kilometer om een stek te bezoeken die in het water gevallen bomen bevat met enkele biezenveldjes.

Ik krijg wel wat tikkerij op de pen en ik vermoed dat kleine voorntjes de boosdoeners zijn. Ondertussen wordt het ook drukker met kruisers en zeilboten en als die te dichtbij komen, hou ik het hier ook voor gezien.

SONY DSC

Omdat de dag voorbij vliegt, vaar ik terug naar stek één waar ik de dag begonnen ben. Een goede keuze want de paar handjes voer vande ochtend hebben hun werk gedaan. Ik kan me lekker uitleven op flink wat aanbeten en ik vang dan ook diverse voorns en brasems. Helaas laat vriend karper zich niet zien, maar ik vermaak me prima. Aan het begin van de avond vind ik het wel welletjes en vaar terug naar de trailerhelling. Prachtige visdag en mij prima vermaakt.

Een halve week later ben ik terug. Niet op hetzelfde water maar nu op een ander deel van de boezem. Na hetzelfde ritueel moet ik dit keer een flink stuk varen. Ik heb een paar stekken op het oog waar ik in het verleden karpers heb gevangen. Dus het is heel goed mogelijk om ze daar aan te treffen. Er is maar één maar. De bodem is er keihard en de steekstokken zijn er niet de grond in te krijgen. Net achter het talud wordt het dieper en is de toplaag bagger. Dus op hoop van zegen.

Op de eerste stek aangekomen, kan ik na wat voorzichtig prikken beide steekstokken de bodem in krijgen, maar verder dan vijftig centimeter lukt niet. En aangezien de wind en dus golfslag op de zijkant van de boot staat, vraag ik mij af of het gaat lukken om de boot op de plek te houden.

SONY DSC

Even later arriveren de regenbuien en met die buien trekt de wind aan. En zoals verwacht zie ik de steekstokken langzaam krom gaan. Door tegen één van de stokken te gaan zitten, kan ik voorkomen dat ik losraak, maar optimaal is het niet. Als de buien uiteindelijk weg zijn getrokken, kan ik beide stokken opnieuw in de bodem drukken.

Na een half uurtje zeilt de pen weg en vang ik een flinke kopvoorn. Als ik de pen met daaronder twee maïskorrels opnieuw tussen een paar rietstengels laat zakken, zie ik onder mijn hengeltop een flinke schubkarper over zijn flank draaien. Verdomd, ze zijn hier dus wel. Da’s mooi om te weten. Vol vertrouwen vis ik een uurtje verder. Vang nog twee brasems en hou het dan voor gezien. Uiteraard strooi ik een paar handjes maïs en vaar naar stek twee. Een mooie bomenrij met daartussen rietjes. Het ruikt er naar karper. Hoewel ik veel leven op de pen krijg, blijven echte aanbeten uit. Na anderhalf uur verkas ik weer en vaar naar enkele potentiële stekken. Hoewel op zich interessant, krijg ik er geen warm gevoel bij en vaar door. Na een half uurtje rondvaren, keer ik terug naar stek één.

Ook nu blijkt dat het voeren van enkele handjes effect te hebben. Ik vang mij een slag in de rondte aan brasems en voorns. Veel actie en ik vermaak mij opperbest. Helaas geen karpers die mee profiteren, maar wat maakt het uit. Na twee uurtjes ben ik uitgevangen en vaar naar een plek waar niemand komt. Het is een grote kom die in verbinding staat meet het grote water, maar nauwelijks zichtbaar is. Het water is er ondiep (tussen 20 en 90 centimeter) en is omzoomt met rietkragen, bomen en lelievelden. Als ik heel rustig de kom invaar, zie ik al snel vis tegen te kant aan zwemmen. Heel voorzichtig de steekstokken in de grond geduwd en de boot vastgelegd. Pen tussen de rietjes stijf tegen de kant geplaatst op veertig centimeter water. Na vijf minuten zeilt die weg en zie ik de lijn strak lopen. Na de aanslag weerstand en in plaats van de verwachte karper hangt er een brasem aan die ik ook nog vals gehaakt heb. Aha, dus hier paaien de brasems i het voorjaar.

SONY DSCIk vis nog een uurtje door op twee verschillende plekken en zie her en der brasems in verschillende formaten zwemmen. Helaas nu ook geen spoor van vriend karper. Toch stemt het mij hoopvol mede doordat ik ’s ochtends ook al eentje heb zien draaien. Ze zijn dus ‘on the move’. Ik sta daarna in dubio. Doorgaan met penvissen of toch maar een stek aanvoeren om nachtjes te gaan draaien. Hoewel de twijfel groot is, kies ik voor het laatste. Ik vaar op de terugweg langs de stek die ik hiervoor op het oog heb en voer daar een paar kilo mini-aas van gekookte maïs en tijgernoten en voer ruim drie kilo RobinRedFish 24 mm bollen. Voordeel is meteen dat ik de volgende dag niet hoef te voeren en dat ze wel even zoet zijn met de hoeveelheid grote knikkers. Ik ben benieuwd.