26 Januari 2019

Na de afsluitende karpersessie in november 2018, heb ik maar even het vissen op een laag pitje gezet. Ik moet eerlijk bekennen dat het wel lekker vond om een tijdje de hengels te laten voor wat ze zijn. Tijd om wat achterstallige werkzaamheden thuis te doen en tijd om het afgelopen jaar te evalueren. Met andere woorden gewoon een tijdje rust zonder dat de focus continu op het vissen is.

Afgelopen jaren ontving ik altijd rond november een uitnodiging van de voorzitter van de VBK om als gast de jaarlijkse VBK meeting te bezoeken. Altijd nam ik mij voor om de uitnodiging aan te nemen en op de bewuste dag naar West België te rijden. Telkenmale kwam er een kink in de kabel. Dit jaar zat het eindelijk mee en zaterdag 8 december vroeg uit de veren en de lange reis down south aangevangen. Net voor de aftrap in St-Niklaas binnengereden.

Bij binnenkomst weer een hoop oude bekenden de handen geschud. Kop koffie scoren en de eerste lezingen bijwonen. Uiteraard veel verbaasde opmerkingen aan mijn adres dat ik dat hele eind vanuit Friesland naar hen toe ben gereden. Ik moet eerlijk bekennen dat ik het eerste uur, ondanks het uitermate hartelijke ontvangst, me wat onwennig voelde. Ik kom al jaren niet meer op soortgelijke meetings, zowel regionaal als landelijk niet meer (voor als na mijn definitieve breuk met De KSN). Daarnaast weinig bekende Nederlanders aanwezig op een enkele standhouder na. Maar na een tijdje ebde dat gevoel weg en heb ik me de rest van de dag prima vermaakt.

Paar zaken wil ik er uitlichten. Uiteraard een geanimeerd gesprek gehad met Theo Pustjens en Luc de Baets met wie ik elk jaar de Oude Rotten weekenden organiseer. Luc schetste zijn karperseizoen van 2018 met daarin voorbeelden van wangedrag door collega karpervissers die hem het licht niet in de ogen (ik kan beter zeggen: de karper op de onthaakmat) gunden. Ja, hem zelfs bespuugden. Hoever kun je dan zinken? De maatschappij verhard, maar het dreigt een kant op te gaan die alleen maar leidt tot destructie. Ik weet het; het klinkt erg pessimistisch.

Tijdje met Mark Hoedemakers gesproken. Hij heeft aangekondigd geen nieuwe termijn als voorzitter van de VBK te willen. Na drie termijnen vindt hij het welletjes. Ik kan me daarbij wel wat voorstellen. Eerlijk is eerlijk: petje af voor wat hij allemaal voor de Belgische karpervisserij heeft betekent. Oké, wij kijken met name naar Nederland, maar ik zie de laatste jaren de verwevenheid met Belgische karpervissers steeds meer toenemen. De grens tussen beide landen vervaagd. Ik denk zelf dat het een goede ontwikkeling is. Samenwerkingsverbanden zijn iets wat altijd goede dingen kunnen voortbrengen. Ik zie dat met name binnen de BVK (daarover later meer).

Mark is een gepassioneerde karpervisser. We delen dezelfde opvattingen omtrent ontwikkelingen en beleving. Hoewel we elkaar echt niet goed kennen, zag ik overeenkomsten, zelfs al zit er een generatie tussen. Wel bijzonder, vind ik. Ik denk dat we een half uur met elkaar hebben staan praten terwijl hij genoeg andere zaken te doen had. Mooi dat hij toch voor iedereen tijd vrijmaakt. Ik ben dan ook erg in mijn nopjes dat hij een aantal prachtige zinnen aan mij persoonlijk heeft gericht in het VBK boek ‘Zilver’. Iets wat ik echt ga koesteren. Sentimenteel? Wellicht, maar iedereen moet op zijn eigen manier zalig worden.

Natuurlijk een tijdje met Alijn Danau gesproken over zijn nieuwe boek. Erg leuk dat hij mijn foto’s van het Oude Rotten weekend 2015 heeft gebruikt om zijn boek wat meer cachet te geven. Helaas heeft hij dat niet in het colofon vermeld, maar wat geeft het. Ik vond het wel komisch om mijn foto’s in een boek terug te zien.

Ook een tijdje met Dennis de Wilde gesproken. Stond uiteraard daar met een stand met de nieuwe Solar producten. Ik moet eerlijk bekennen dat zij wel vernieuwend bezig zijn. Niet dat er hele grote veranderingen zijn op dat vlak, maar het zijn met name de kleine functionele aanpassingen die het leven als karpervisser wat meer veraangenamen. Ik denk dan ook dat Solar een prima herstart zal doormaken. Ik ben benieuwd wat zij verder voor innovatieve aanpassingen op de markt gaan brengen in 2019.

Last but not least Rini Groothuis tegen het lijf gelopen. Die man blijft een grootheid. Altijd tijd om met een ieder een praatje te maken, of hij je kent of niet. De gezellige Brabander in hem kent geen grenzen. Ondanks dat hij heel veel downs in zijn leven heeft gekend, blijft hij altijd een prettig mens in omgang. Ik heb lang geleden een paar jaar heel veel privé contact met hem gehad. Soms zaten we uren aan de telefoon te praten over allerlei zaken. Nee, niet over karpervissen en koi, vooral over onze levenspad met hobbels en hindernissen. Ondanks alles wat hem tegenzat, toch doorgegaan. Respect daarvoor.

IMG_0294

Hoewel je zo’n dag vaak laat bepalen door de sociale contacten, kom je natuurlijk ook voor de lezingen en de algehele entourage. De meeting is in een groot gebouw met een grote entree en een grote zaal erachter. In de laatste een aantal standhouders en een gedeelte waar de lezingen worden verzorgd. In de entree een groot gedeelte waar je aan (sta)tafels kunt staan en zitten met daarbij een grote bar. In het overige van de ruimte een aantal standhouders. Het viel me op dat vanaf het begin van de middag het merendeel van de mensen in de entreehal verblijft. De animo om in de grote zaal rond te lopen is laag. Vervelend voor de standhouders aldaar. Ik vermoed, nee ik weet het wel zeker, dat de frietkarren buiten voor de deur en de grote bar ervoor zorgt dat de bezoekers in de entreehal blijven. Misschien een punt voor de organisatie om daar nog eens in een evaluatie naar te kijken. Hoe dan ook, aan het einde van de middag weer in de auto gestapt en de lange reis terug naar Friesland ondernomen.

Tegen de kerstdagen begon het weer wat te kriebelen bij mij. Niet om te gaan karpervissen, maar om de snoeken te gaan belagen. Dus de boot ombouwen en de materialen controleren. Arjan gaf te kennen ook wel een dagje mee te willen en dus een zaterdag een hele dag bootvissen. We begonnen met doodaasvissen om verschillende potentiële stekken. Helaas geen succes. Daarna verkast naar een ander gedeelte en stuk met kunstaas afgevist. Op een relatief kort stuk twee kleine snoeken kunnen vangen. Boot op het anker en de stekken uitvissen met doodaas. Veel aanbeten en uiteraard nog wat kunnen vangen. Het viel me wel op dat ik veel aanbeten miste. Dat wil zeggen dat de snoek de aasvis pakte en na 3 seconden alweer losliet of dat ik de aasvis uit de bek van de snoek sloeg. Op het eind van de middag verspeelde Arjan nog een enorme bak van een snoek die zijn 30/00 dyneema aan fladderen trok. Klein foutje van Arie waardoor dit kon gebeuren. Leergeld betalen betekent het.

Na de jaarwisseling een paar dagen weer het grote water opgegaan en bepaalde stukken met doodaas uitgevist. Ook andere snoekers waren actief, zij het met kunstaas. Hoewel ik hard moest werken om aan mijn snoeken te komen, deed ik het beter dan de ‘trollers’ want bij terugkomst bij de trailerhelling kreeg ik steevast te horen dat de resultaten mager waren. Snoekvissers zijn in den regel opener over hun vangsten dan karpervissers. Omdat snoekvissers vele kilometers op een dag maken, kunnen zijn de vissen overal vangen. Het zijn met name de aantallen en formaten die ze op een dag vangen die voor hen telt.

Ik heb in die dagen een paar mooie snoeken vangen waarvan er een paar dik over de meter gingen. Helaas ook nog steeds een aantal aanbeten gemist. Viste ik altijd met een enkele dreg in de rug van de dode aasvis, nu heb ik dat aangepast en kan meteen aanslaan als ik een wegtrekker krijg op de dobber. Het hoe en wat houd ik nog even voor me omdat ik nog niet helemaal ervan overtuigd ben of het op en top werkt, maar het aantal gehaakte snoeken is zienderogen gestegen. En nee, ik vis niet met meer dreggen mocht iemand dat denken.

IMG_3314

IMG_3352

Vandaag een dagje Diemen voor de Algemene Ledenvergadering van de Belangenvereniging Verantwoord Karperbeheer. Opgericht in 2012 en gaat als de brandweer. Geen grote club, maar wel met een vaste fanatieke aanhang. Dat komt mede doordat er een paar capabele bestuurders zitten die de zaak goed op de rails hebben staan. Ik wil dat ook het bestuur complimenteren met hetgeen wat ze jaren al aan vrije tijd in de vereniging steken. De kennis vliegt omhoog en zijn met de juiste dingen bezig.

Na lang wikken en wegen en in onderling overleg met de Commissie SKP Friese Boezem van Sportvisserij Fryslân heb ik besloten om onze spiegelkarperuitzetbestanden aan de Matching Community van de BVK te overhandigen. Afgelopen twee weken alle foto’s (bijna 12.000 stuks) doorgelopen en hier en daar opgeschoond. Daarnaast alle terugmeldingen (gematcht en niet gematcht) in mappen gezet zodat de mannen van deze community er makkelijk mee kunnen werken. De afspraak is wel dat ze de gematchte spiegelkarpers alleen delen met de vanger en de coördinator van SKP Friese Boezem. Daarnaast ontvangt de BVK een kleine vergoeding per gematchte terugmelding. Ik ben heel benieuwd wat het de komende tijd gaat opleveren. Dus mocht je in 2019 (of wellicht eerdere vangsten) een mooie spiegel vangen in de Friese boezem, meldt die dan aan o.v.v. datum, lengte, gewicht en globale vangplaats (naam van het water) bij matchingcommunity@outlook.com. Dan gaan de mannen aan de slag om jouw vis terug te vinden. Is dat gelukt, dan krijg je de uitzetgegevens van de door jou gevangen vis aangeleverd.

De ochtend staat in het teken van de verplichtingen als vereniging, de Algemene Ledenvergadering. Tegen het einde ervan de discussie over een stelling naar aanleiding van een punt waar ik de laatste tijd mee worstel. Joris Weitjens en Robert Paul Naeff reageerden allebei al per mail. Het gaat om het volgende:

We zijn landelijk behoorlijk succesvol met het starten van met name uitzetten van spiegelkarpers. Na moeizaam verlopen trajecten is er toestemming verkregen van waterbeheerders en zijn er flinke financiële middelen beschikbaar. Langlopende grote SKP’n merken dat de herintroductie van de spiegelkarper resultaten oplevert en dat er flink wat spiegelkarpers op jaarbasis worden gevangen. Maar dat heeft ook zijn keerzijde. Ik krijg steeds meer te horen van regionale karpervissers (rechtstreeks of via Social Media) dat de vangsten merendeel spiegelkarpers zijn en dat de (grote) schubs niet meer bereikbaar zijn. Er wordt tevens geconcludeerd dat de schubkarpers wellicht allemaal dood zijn gegaan. De roep is om naast de hoeveelheid spiegelkarpers nu ook eens te starten met het uitzetten van schubkarpers.

Hoewel ik me enigszins wel kan vinden om een deel van de uit te zetten hoeveelheden spiegelkarpers te vervangen door schubkarpers, ben ik absoluut geen voorstander van om naast de hoeveelheid spiegelkarpers nog meer karpers uit te zetten in de vorm van schubkarpers. Als ik de algemene geluiden hoor en zie wat er her en der wordt geroepen, denk ik dat we aan het doorslaan zijn en grenzen overschrijden met betrekking tot het uitzetten van karpers. We zijn de weg ingeslagen die we juist hadden afgezworen namelijk het water volgooien met karpers zoals we dat in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw plachten te doen. Hengelsportverenigingen hebben toen gehoor gegeven aan het verzoek van hun leden om massaal karper uit te zetten. Het leidde ertoe dat sommige wateren en kanalen dusdanig veel karper bevatte dat die vissen amper voldoende voedsel hadden om te kunnen leven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de beroemde wateren als de Bosbaan en het Twentekanaal.

Er zijn karpervissers die denken dat als je maar karpers uitzet op elk willekeurig water dat je vanzelf 40 en 50 ponders op den duur krijgt. Zonder actief bijvoeren is dat schier onmogelijk. Elk water heeft maar een bepaalde draagkracht. Het kan maar een aantal vissen binnen de biomassa herbergen. En hoe groter de vissen uiteindelijk worden is afhankelijk van veel factoren. Vererving, zuurstof, waterkwaliteit, predatie, voedselaanbod enzovoort. Dus hoe meer karpers je uitzet, hoe groot de kans is dat die vissen maar gemiddeld qua grote zullen worden. En dat is juist niet wat de karpervissers willen. We willen met z’n allen eigenlijk alleen een partijtje grote vissen waarmee we op de foto kunnen. Vermagerde en zielig ogende karpertjes zijn niet sexy op een foto, toch?

Even een aantal feiten op een rij. De bestaande schubkarperbestanden zijn op onze boezemwateren vele mate groter dan de uitgezette spiegelkarperbestand, hoewel dit niet wordt onderbouwd met de vangstgegevens. Schubkarpers zijn in het wild geboren en zijn schuwer dan onze spiegelvrienden. De kans dat je op je voerstek een schub vangt is daardoor kleiner, zeker als een spiegelkarper op een gegeven ogenblik ‘weg’ wordt getrokken. Sein voor de schub om het hazenpad te kiezen.

Voedselvoorkeur van de schubkarper is nu eenmaal ook anders. Ik heb persoonlijk het te vaak meegemaakt dat ik schubkarpers op de plek zag springen en rollen, maar niet kon vangen op een boilie. Ander aas leverde wel resultaat op. Check bij andere karpervissers in den lande, levert een onderbouwing op van deze mening.

Spiegelkarpers kruisen in de natuur met schubkarpers. Het broedsel zal daarom ook veelal uit schubkarpertjes bestaan gezien de dominante genen van de schub. Als enkele jaren de paai succesvol zal verlopen, zal de schubkarper weer de overhand krijgen. Dat is dus een kwestie van tijd. Enige wat deze mening te niet doet, is als er geen fatsoenlijke paai en doorgroeigebieden zijn voor deze vissen. Voor Friesland geldt dat we in het VBC overleg hebben met natuurbeheerders om in hun inrichtingsplannen dergelijke gebieden aan te leggen, al is het voor de vissoorten die op de Rode Lijst staan. Daar profiteren onze karpers ook van.

Zoals eerder opgemerkt, ben ik van mening dat we teveel de nadruk gaan leggen op het massaal uitzetten van karpers of het nu schub- of spiegelkarpers zijn. In de reactie van Joris stelt hij dat de verhouding schub/spiegel 3 staat tot 1 zou moeten zijn. Hij is van mening dat dit meer in de buurt komt van de verhouding zoals dat was voordat de spiegelkarperstand eind jaren tachtig van de vorige eeuw instortte. Als ik kijk naar de Friese boezem en dan met name naar mijn eigen vangsten van afgelopen jaren, dan is de verhouding dat 1 op de 2 gevangen vissen nog wel een schubkarper betreft. Ik ken ook Friese karpervissers die meer spiegels dan schubs vangen. Met dit in ogenschouw zou ik kunnen concluderen dat we acuut moeten stoppen met karpers uit te zetten op de boezemwateren. Maar had ik hiervoor niet aangegeven dat de schubkarperbestanden vele malen groter zijn dan onze vangsten doen vermoeden? Jazeker, tijdens de paalperioden zie ik veel spiegels, maar nog meer schubkarpers al moet ik bekennen dat 3 staat tot 1 steeds lastiger wordt. De dominantie van de spiegelkarper zal tot een bepaald punt toenemen en daarna op zijn retour gaan. Dat zal pas gebeuren als we stoppen met het uitzetten van spiegelkarpers.

We werken veel met de rekenmodellen van Sportvisserij Nederland betreffende karperuitzet op open en afgesloten wateren. Daarmee kunnen we waterbeheerders overtuigen dat karperuitzet mogelijk is zonder dat het schade aan het water toebrengt. Klinkt allemaal plausibel en is wetenschappelijk onderbouwd. Toch is er een addertje onder het gras. De rekenmodellen gaan uit van een situatie van ‘0’ karper in het water waar het model van toepassing is. Voorbeeld: toen wij het rekenmodel lieten ontwikkelen door Sportvisserij Nederland omdat het waterschap ons verbood om karpers op de Friese boezem uit te zetten, zijn we met het invullen van het model gestart met het feit dat driejaarlijkse visstandonderzoeken op de boezem steeds als uitkomst hadden dat er ‘0’ karpers op de boezem zwommen. Dat klopt natuurlijk niet want wij vingen prima schubkarpers en soms flinke aantallen ook. Daarna hebben wij de al eerder uitgezette aantallen in het model verwerkt en daarna bleef nog een deel over waarmee we tot 2025 spiegelkarpers kunnen uitzetten. Waarom geen schubs? Omdat de voorwaarde voor toestemming was dat we de spiegelkarperstand weer een handje mochten helpen en zouden voorkomen dat deze volledig zou uitsterven. Karper uitzetten om het uitzetten werd niet geslikt. Daar heb je het dan maar mee te doen.

Ik heb deze discussie alleen maar aangezwengeld om karpervissers aan het denken te zetten. Het zonder inzicht maar massaal karpers uit te blijven zetten, leidt niet tot hetgeen we met z’n allen voor ogen hebben. Binnen de naam van de BVK staat ‘Verantwoord’. En ik vind dan ook dat binnen de BVK een standpunt moet worden geformuleerd en dat als advies naar moet gaan gelden naar Sportvisserij Nederland, federaties en hengelsportverenigingen. Het moet ook initiatiefnemers helpen om tot een langer termijn plan te komen.

Dus samenvattend stel ik dat we een herijking moeten doen betreffende het karperuitzetbeleid. Waar streven we naar en wat willen we bereiken zonder de biomassa en ecologische toestand van een water aan te tasten? Terughoudendheid in het volume karperuitzet en weloverwogen verantwoord (!) aantal karpers uitzetten.  Ik vermoed dat hierover nog niet het laatste woord over is gezegd.

Terug naar de BVK dag. De middag stond in het teken van een tweetal lezingen. De eerste is van Olga Haenen. Zij is dé specialist op het gebied van visziekten in Nederland. Zij geeft maar zelden lezingen in binnen- en buitenland, maar was getriggerd door de site van de BVK dat zij geheel kosteloos een presentatie wilde verzorgen. Hoewel er meer dan 40 toehoorders(!) aanwezig waren, zullen een hoop mensen die niet aanwezig waren spijt hebben dat ze deze presentatie hebben gemist. Hoewel de inhoud niet de diepte inging, bleef er meer dan genoeg te leren voor ons als karperfanaten. Ik neem aan dat in de komende nieuwsbrief van de BVK e.e.a. in het verslag zal worden opgenomen.

IMG-20190126-WA0013

Als laatste is Edwin van Egmond van Edkovis aan de beurt. Hij neemt ons mee hoe hij zijn karpers kweekt. Hoewel hij niet echt de persoon is die voor grote groepen het woord neemt, is hij gauw op dreef om over zijn passie te praten. Hij stopt veel tijd en geld om goede en sterke karpers te kweken. Uiteindelijk is er veel interactie met de zaal en legt Edwin nog enkele verbanden met de presentatie van Olga Haenen. Ook nu weer zeer interessante wetenswaardigheden. Onze commissie heeft nog geen zaken gedaan met Edkovis, maar is voor komende jaren wellicht een optie om de diversiteit op de Friese boezem te waarborgen. Let wel, Edkovis zou een optie kunnen zijn.

Ik wil het BVK bestuur complimenteren voor de invulling van deze dag. Kleine vereniging maar wel met betrokken leden. De locatie mag dan niet hypermodern zijn, de entourage is derhalve wel erg aantrekkelijk. Het heeft wel wat die donkerbruine achteraf zaaltjes. En dat het behoorlijk vol is tijdens de interessante middag lezingen, verhoogt de sfeer wat mij betreft. Dus met een goed gevoel terug naar Friesland gekacheld. Volgende week starten de voorbereidingen voor Carp Zwolle. Ik zal Arjan helpen met de Vortexstand.