25 Oktober 2013

De twee roofvissessies brachten niet wat ik ervan verwachtte. Ook het weer was veel beter dan gewoonlijk in de deze tijd van het najaar. Daarnaast was Wesley weer erg enthousiast aan de telefoon. Ok, look hij heeft vier dagen vissen met Sjef van de Hove in Frankrijk op de agenda te staan en wil daarna toch nog even gas geven. En zijn enthousiasme deed me toch twijfelen. Roofvissen of toch nog een kort voerplekje aanleggen gevolgd door een nachtje karperen? Op donderdagochtend de knoop doorgehakt en vier kilo boilies uit de vriezer gehaald. Aan het einde van de middag naar een zijtak van de boezem gereden om daar te gaan voeren. Na uit de auto te zijn gestapt, over een hek geklommen en door de weiland te hebben gesjokt, wist ik dat ik een goede keuze had gemaakt. Niet zozeer dat ik wel eventjes karper zou gaan vangen, nee, meer het gevoel van dat ik thuis kwam van een tijdje weg te zijn geweest. De entourage, de vogels, de omgeving en de geluiden van de wind. Ik kan niet goed omschrijven hoe dat voelt. Het gevoel van een soort liefde voor dit gedeelte van Friesland waar ik al heel wat uurtjes heb versleten. Het blijft magisch. Zelfs na het voeren (met de katapult hoopjes boilies wegschieten) kon ik me maar moeilijk van de waterkant lostrekken. In ieder geval zal het voer de eerste vierentwintig uren voor mij vissen.

‘s Avonds de roofvisspullen maar weer verruilt voor de karpermaterialen. Alles  was nog gericht op het grote water. Nu kan ik toe met lichtere hengels (2 lbs) en lichtere lijnen. Ook de blokken lood kan ik inwisselen voor lichter lood (56 gram) vanwege de aanwezige sliblaag.

Ik had het plan om halverwege de middag al de boot te beladen en naar de voerplek te varen. Helaas werd ik nog bestookt met telefoontjes van mijn werk en moest ik nog e.e.a. afmaken. Tevens kostte me de boot beladen en de kap monteren veel meer tijd dan verwacht en uiteindelijk kon ik toch – zij het niet helemaal in mijn hum – de boot traileren en het gas open draaien, diagnosis uitgezwaaid door Annette.

Na een kilometer varen, zag ik een flink eind voor me een rat het water oversteken. Althans, dat dacht ik. Hoe dichter ik beest naderde, hoe groter die werd. En tot mijn stomme verbazing bleek het geen grote rat te zijn, maar een vos die de vaart overstak en niet echt blij dat hij mij op zijn pad aantrof. Op de kant geklommen stoof hij de weilanden in, mij verwonderend achterlatend. Dit had ik nog nooit gezien. Hier in de polder ben ik door de jaren heen al heel wat dieren tegengekomen, maar nog nooit vossen, laat staan zwemmend.

Terwijl ik nog vol positieve emoties zit, kom ik anderhalve kilometer verder exact hetzelfde tegen: weer een vos die de vaart oversteekt. Even heb ik het idee dat het dezelfde is, maar dat sluit ik uit want dat zou betekenen dat het beest de afstand heeft overbrugd met een snelheid van  meer dan veertig kilometer per uur en dan zou hij sneller rennen dan mijn boot vaart. Dus de logische conclusie is dat het twee verschillende exemplaren betreft. Ik ben geen expert op dit vlak en ik denk dat het jonge vossen zijn die een eigen territorium aan het zoeken zijn. Al die jaren dat ik in dit gebied kom en de eerste keer dat ik dit verschijnsel heb gezien.

Ik bel direct daarna Annette op. Ik kan haar door de telefoon horen glimlachen als ik haar enthousiast vertel wat ik heb gezien. Ze iemand die gek is op dieren en dan met name op honden en katten. Ook de tamme vissen in de tuinvijver vindt ze prachtig en een aantal hebben van haar namen gekregen. Wilde dieren hebben iets minder van haar te duchten, hoewel, als ze een hoog knuffelgehalte hebben dan… Afijn, ik sluit het gesprek af en blaas met de boot naar de stek toe.

Op de stek is alles rustig. Nou ja, de duizenden ganzen die in de omliggende weilanden bivakkeren laten luidruchtig van zich horen en laten mij weten dat mijn komst niet hun goedkeuring kan wegdragen. Niet veel later word ik onder vuur genomen doordat ze over komen vliegen en hun darmen legen. Ach, ze voeren de stek een beetje bij.

SONY DSC

Nadat ik de boot aan drie steekstokken heb vastgelegd, besteed ik ruim de tijd aan het klaar maken van de onderlijnen. Alle drie de hengels zullen verschillende onderlijnen aangeknoopt krijgen en ik wil ook met langzaam zinkende boilies vissen. Eentje door een stukje piepschuim op de haar boven de boilie te monteren en de andere twee een snowman variant. Tevens heb ik het advies van Martin Post opgevolgd en de nieuwe 101 haken van Solar aangeschaft. Eén onderlijn is voorzien van deze haak in de maat vier. Ze zijn inderdaad behoorlijk scherp maar ik ben wat minder gecharmeerd van de dikte en het gewicht van de haak. Toch wil ik het een kans geven.

Nadat alle hengels op hun plek liggen, voer ik een halve kilo boilies verspreid over de stek. De boilies zijn niet zo hard als ik normaliter gewend ben. Voordeel hiervan kan zijn dat ze de geurstoffen sneller uitlekken en gezien de vrij lage watertemperatuur (twaalf graden), kan het opsporen door de aanwezige karpers versnellen. Elke hengel heb ik tevens voorzien van een PVA kous met twee verschillende soorten pellets  en enkele hele en fijngeknepen boilies. Dit zal het moeten doen.

Tegen half zeven knort de maag en maak ik een diepvriesmaaltijd warm. Terwijl ik zit te eten, passeert mij een groep kieviten. Ik dacht dat die beesten al vertrokken waren naar Zuid-Europa. Blijkbaar heeft het zachte weer van afgelopen week hen doen besluiten even te blijven hangen. Frappante is dat in het voorjaar ze hun aanwezigheid luidkeels laten weten. De herfst daarentegen zijn ze zwijgzaam.

Tegen half acht is er actie. Dat wil zeggen, ik krijg een langzame zakker op de linker hengel. Omdat ik met toplood vis, zegt dat niets. Snel onder de kap vandaan, hengel oppakken, lijn opspoelen en aanslaan. Helaas voel ik geen weerstand en kan ik de boel zo binnen draaien. Bij controle van de onderlijn valt me op dat de haakpunt erg bot is. Erg vreemd omdat ik bij aanvang van de vissessie deze nog heb gecontroleerd en toen was die nog scherp. Erg bijzonder. Direct een nieuwe onderlijn gemonteerd, PVA kous met pellets en boilies eraan en zwiepen maar. De straatlantaarns aan de verre horizon zijn een prachtig mikpunt en het zaakje komt precies neer waar ik het wil hebben.

Een uurtje later trekt het helemaal dicht en de wind trekt enigszins aan. Vlot daarna begint het te regenen. Echt blij ben ik hier niet mee. Ik vis op ondiep water (er is geen dieper water) en koud regenwater kan ervoor zorgen dat de vis stopt met eten. Toch zal het niet direct zo’n vaart lopen tenzij het uren met bakken uit de hemel gaat komen; dan is het een ander verhaal. Ik heb geen goede ervaringen op dit soort wateren wanneer het echt gaat regenen en waaien. Op dieper water maakt het niet uit. In gelijke omstandigheden zakken de vissen wat verder het talud af en door het aas te verplaatsen blijf je op de vis zitten. Doordat de wind tientallen jaren vrijspel heeft gehad, zijn veel van de kanten weggespoeld. Daardoor is het water steeds ondieper geworden. In de jaren tachtig was de gemiddelde diepte bijna twee meter. Nu amper negentig centimeter. Het is me ook een raadsel hoe de karpers de laatste – strenge – winters hebben kunnen overleven. Waarschijnlijk liggen ze dan tussen de grote rietkragen. Dat zie je ook op het IJsselmeer. Daarvan is bekend dat de vissen tussen de rieten liggen te overwinteren. Nu heb ik al jaren bij Sportvisserij Fryslân en de plaatselijke Hengelsportvereniging aan de bel getrokken om dit boezemwater uit te laten baggeren. Er waren in 2007 al plannen voor gemaakt. Helaas is door geldgebrek van o.a. de gemeente het er niet van gekomen. En elk jaar moest ik met lede ogen aanzien dat een behoorlijk aantal karpers (waaronder skp spiegels) de winter niet hadden overleefd. Nu is natuurlijk wintersterfte niet te voorkomen, maar het zo laten gaan, nee dat past niet bij mij. Gelukkig is dit jaar de knoop doorgehakt. In de zomer van 2014 zal het water worden uitgebaggerd. De vraag is hoe diep ze gaan baggeren. Tegenwoordig hanteren ze een diepte van één meter vijfentwintig; ik heb liever twee meter. Voordeel is dat het water niet binnen enkele jaren weer dichtslibt. Tevens krijgen de vissen veel meer ruimte en nieuwe voedselgronden. We weten uit onderzoek dat de karpers dan explosief kunnen groeien. Waarschijnlijk zal het ijdele hoop zijn.

De gehele avond is het stil en zit ik de tijd wat weg te kijken en met koppen koffie weg te drinken. Ik vermaak me opperbest. Al zou een beetje actie welkom zijn. Rond half één vallen de luiken dicht en zoek ik de slaapzak op. Niet veel later lig ik dan ook in dromenland.

Rond kwart voor drie krijg ik een langzame zakker op de middelste hengel. Na de aanslag voel ik wel weerstand maar het stelt niet veel voor. Ik heb de indruk met een brasem te maken te hebben. Nadat ik de vis in het schepnet heb gedirigeerd, blijk ik een kleine spiegelkarper te hebben gevangen. Met 57 centimeter en 10 pond en 2 ons mag ie op de foto voor het terugmeldarchief. Klusje voor de wintermaanden.

SONY DSC

Een nieuwe onderlijn aan de hoofdlijn geknoopt en op de haar een twintig millimeter boilie en een stuk piepschuim gemonteerd. Het geheel zo uitgelood dat het heel langzaam zinkt. Zakje PVA eraan en naar de hotsport geworpen. Twee kups met veertien millimeter boilies erover  heen geschoten en de slaapzak opgezocht.

Ik slaap prima en kwart voor zeven krijg ik op dezelfde hengel weer een langzame zakker. Aanslaan en hangen. Ook nu heb ik het gevoel met een brasem te maken te hebben, maar met de ervaring van enkele uren daarvoor neem ik het zekere voor het onzekere. Helaas blijkt een giebel van een centimeter of dertig te zijn. Snel onthaken en de onderlijn in orde gemaakt. Niet veel later ligt alles weer op zijn plek.

Langzaam wordt het licht en trekt de wind aan naar kracht vier tot vijf. Niet dat het mij veel uitmaakt want ik zit prima onder de kap. Omdat ik de slaapzak veel te lekker vind liggen, toch maar weer erin gekropen. Dat kan ik niet voor lang want om twintig over acht krijg ik wederom op de middelste hengel een zakker. Ook nu weer een giebel die de boilie kon weerstaan. Deze is wat groter dan de eerste. Na het onthaken gauw de hengel weer op de hotspot gedeponeerd. Tijd voor koffie en krentenbollen.

De rest van de ochtend blijft het stil. In de verte zijn een groep jagers actief en word ik regelmatig opgeschrikt door de schoten. Nu is het niet iets om zorgen over te maken, maar mijn verleden zorgt ervoor dat ik nog steeds instinctief reageer op dit soort geluiden. Het is iets wat altijd zal blijven.

Dan is er een telefoontje van Wesley Smits. Hij zit samen met Sjef van den Hove in Frankrijk te vissen. Ze hebben mede door de ideale omstandigheden al tien mooie vissen gevangen tot 46 pond. Tjonge, die zijn dus lekker bezig. De grootste vis blijkt een oude bekende spiegel die Arjan al eens in het vroege voorjaar wist te vangen. Het is eentje volgens Wes met grote schubben op de flank. Daar zwemmen er niet veel van op dat water en is dus makkelijk te herkennen. Ondanks de goede vangsten tot dusver maakt hij zich wat zorgen over de veranderende weersomstandigheden; het gaat namelijk flink regenen en dat is van negatieve invloed op de eetlust van de karpers. Hoewel ik in dergelijke omstandigheden daar wel heb kunnen vangen, is het duidelijk minder in het voordeel van de visser. De voorspellingen zijn dat het maar één dag zal gaan regenen en dat het daarna beter wordt, zij het dat de depressie aanhoudt met warme luchtstromen.

SONY DSC

Aan het einde van de ochtend vind ik het wel genoeg. Ik heb lekker gevist, een paar vissen kunnen vangen en de boilies van Wesley kunnen testen. Die vangen in ieder geval vis. Ik kan gelukkig droog inpakken. En dan komt het voordeel van deze karperboot weer naar voren. Hengels indraaien en in de hoezen schuiven, netten afbreken, kap naar beneden en de steekstokken uit de bagger trekken. Motor starten en ik ben onderweg. Niks geen gesjouw met allerlei materiaal. Ik vaar daarna op mijn gemakje naar huis, genietend van de mooie omgeving. Ik ben gezegend om dit allemaal te kunnen doen en mee te maken. Soms is het leven zo mooi.