21 Maart 2017

Zoals ik in mijn vorige blog al schreef, heb ik op de stek bij vertrek niet bijgevoerd. De weersomstandigheden blijven ongunstig ondanks het feit dat de meteorologische lente is begonnen. Ook de dag erna voer ik niet. Ik vraag me af wat wijsheid is. Op afgesloten wateren zou ik het wel weten, maar ik vis niet op afgesloten wateren. En dan gelden andere regels. Ik merk ook dat het pionieren op groot water veel energie en doorzettingsvermogen van je vergt. Ik ben op dit deel van de Friese boezem echt de enige die hier nu vist. Ik heb dan ook geen enkele referentiekader. Stel: er zijn nog een paar karpervissers op dit grote water actief. Dan zou ik mijn activiteiten aan die van hen kunnen spiegelen. Zouden zij elke sessie wel vangen, dan weet ik meteen ook dat ik niet goed bezig ben en dat ik mijn aanpak moet aanpassen. Nu weet ik helemaal niet of ik op de goede stek zit of dat mijn voerstrategie klopt. En zo heb ik de afgelopen dagen over van alles nagedacht.

Pionieren op groot water. Vier woorden. Vaak makkelijk te typeren als alles-of-niets visserij. Soms vervloek ik het en soms laat het mij op de roze wolk drijven. Die extreme tegenstellingen zijn toch hetgeen wat mij uitdaagt. Niet de gebaande paden bewandelen zoals velen doen, maar mijn eigen weg kiezen. Dat dan de consequentie is dat het af en toe visloos blijft, hoort erbij. Niet dat ik mij neerleg bij dit feit; ik wil op mijn eigen manier de hemel bereiken, zoals Luc de Baets dat laatst treffend tegen mij zei. Het klopt als een bus. Ik wil mijn eigen ding doen en geen last van anderen hebben. Dat heeft dus zijn voor- en nadelen. Die nadelen neem ik graag op de koop toe. Dan maar even doorsukkelen en geen referentiekader hebben.

Ik krijg een kick van een vangst die ik in de middle-of-nowhere doe. Het ruime sop en dan plotseling geconfronteerd worden met een aanbeet. De spanning van de mogelijkheid dat er aan de andere kant van de lijn een gigantisch grote karper hangt die nog nooit eerder door een karpervisser is aangeraakt. Een geheim dat een water op een onverwacht moment prijsgeeft. Een paar keer in mijn leven heb ik dat mogen ervaren en nu ik dit hier zo schrijf, kan ik mij dat gevoel van toen nu nog weer ervaren. Tegenwoordig wordt een dergelijke vangst nog dezelfde dag op Social media gedeeld, maar toentertijd hield je het stil en was het alleen in kleine kring bekend. Gek is dat. Je hield het stil omdat je rustig wilde blijven vissen en niet andere karpervissers op je spoor zetten. Nu wordt het met de hele wereld gedeeld. Ik heb daar geen moeite mee als iemand zijn trotse vangst wil delen. Maar helaas wordt het te vaak ge(mis)bruikt om zichzelf op een voetstuk te zetten. Van mij mag je, maar ik heb daar dan verder niets mee; je moet dat zelf verder weten. Helaas blijkt de ‘handel’ daar wel gevoelig voor te zijn. Ach, voor een paar gratis onderlijnklosjes of een paar zakken bollen is alles te koop. Aan de andere kant zet ik natuurlijk ook van alles op mijn eigen website en natuurlijk in deze blog. Wat dat betreft ben ik geen haar beter. Alleen doe ik het niet om gratis spullen te krijgen. Wel mooi meegenomen maar niet het doel.

Gisteren besloten om toch een paar handen boilies te voeren op dezelfde stek als afgelopen keer. Ik heb op dit moment geen alternatieven en blijf geloven dat het weer op dit moment de boosdoener is. Oké, ik heb wel alternatieven, maar daar wil ik nog niet mee aan de slag. Ik heb al wel een idee waar ik naartoe wil als de temperaturen gaan stijgen. Vooral als de karpers definitief gaan zwemmen en al richting de paaigebieden zullen gaan. Of ik het goed heb, zal later dit seizoen nog moeten blijken.

In een fikse plensbui dus toch wat bollen gevoerd. Niet te veel en flink verspreid. De losse biezen langs de overkant heb ik wat van extra bollen voorzien. Karpers trekken nu eenmaal graag langs de kant en tussen de biezen is altijd wel wat voor ze te bikken. Normaliter zie ik rond deze tijd al de eerste garnaaltjes tussen de oeverbegroeiing, nu kan ik geen enkel exemplaar van die beestjes ontdekken. Ach, voor wat het waard is.

Vandaag is het droog, maar is de wind wederom erg koud. Het kwik komt niet boven de 8 graden uit. De wind waait uit het westen met een kracht 4. En dat maakt het dat het nog kouder aanvoelt. Het is half bewolkt en de voorspelling is dat de wind over zuid naar zuidoost zal draaien gedurende nacht en dat we een heldere hemel krijgen.

Rond de klok van drieën heb ik de boot in het water te liggen en vaar ik richting de stek. De start van het vaarseizoen laat nog even op zich wachten en dat is te merken ook. Ik kom geen enkele recreatieboot tegen. In de verte zie ik wel enkele binnenvaartschepen. Daar zal ik weinig last van hebben. Na een half uur ben ik op de stek en doe de dingen die ik moet doen. Als ik alle hengels op de gewenste plekken heb, wil ik de linker Delkim aanzetten. Omdat de MK2 Swinger in de weg zit, schuif ik die wat aan de kant. Net iets te ver en met een kleine plop dondert dat ding in het water. Uiteraard vliegen enige krachttermen over het water. Ik baal als een stekker en wil toch proberen dat ding terug te vinden. In het water stappen? Nou nee, het is dan wel 70 centimeter diep, maar de dikke baggerlaag zal mij zeker tot aan mijn nek in het water doen belanden. Ik heb er weinig trek in. Ik onderneem een paar pogingen om met het landingsnet de swinger op te vissen. Ik haal regelmatig zwanenmosselen naar boven naast een lading blubber. De slinger blijft spoorloos. Een paar jaar geleden had ik hetzelfde geintje met mijn MK1 setje. Met die ervaring in mijn achterhoofd had ik nu beter moeten weten. Het zij zo.

SONY DSC

In de loop van de avond neemt de wind een beetje af en draait naar het zuidwesten. Verder blijft het stil. Zelfs de ganzen en andere watervogels houden zich stil. Erg bijzonder. Het wolkendek verdwijnt langzaam en rond de klok van elven is de sterrenhemel weer optimaal zichtbaar. Aangezien er verder niets te beleven valt en ik geen piepje op de beetverklikkers krijg, duik ik vroeger dan anders de slaapzak in.

Bij het eerste schemerlicht word ik wakker. Zoals gewoonlijk moet ik eruit om de blaas te legen. Ik aanschouw de nieuwe dag en besluit direct om de slaapzak weer op te zoeken. Niet veel later lig ik weer te maffen. Rond half 11 gaan de luiken definitief open en begin ik aan een verlaat ontbijt. De zuidwestenwind staat prachtig op het kantje waar tegenaan ik zit de vissen. Ook de zon staat er vol op te branden. Ziet er perfect uit en je zou toch zeggen dat er karpers in de buurt moeten zijn. De troosteloos stil hangende wakers onder de hengels vertellen een ander verhaal. Ik check de watertemperatuur. Die is afgelopen nacht gezakt van 10 graden naar 8,4 graden. De wind is gewoon nog te koud. Ik moet geduld hebben en niet teveel denken aan de resultaten uit het verleden. De omstandigheden zijn verandert en ook de karpers hebben hun patronen gewijzigd. Ik moet er nog eens goed over nadenken wat ik anders moet gaan doen.

SONY DSC

Als ik tegen half 1 de spullen heb opgeruimd, vaar ik langzaam terug naar de trailerhelling. Over een stuk van 400 meter voer ik mondjesmaat een kilo 16 millimeter RRF boilies. Als de karpers hier ‘ergens’ zwemmen, dan zullen ze vanzelf tegen het aas aanlopen. En aangezien de voerstrook erg lang is, duurt het heel wat uurtjes alvorens ze alle bollen hebben opgeraapt. In theorie klinkt het prachtig. Nu de praktijk nog.