2 Mei 2014

Na het succes van afgelopen vissessie heb ik maar besloten om te profiteren van de omstandigheden. In dit deel van de Friese Boezem hebben ze al gepaaid. Dat was duidelijk aan de gevangen karpers te zien. De vraag is of op het andere deel van de boezem de karpers ook al gepaaid hebben. Ik waag het te betwijfelen. Ik wil daarom niet het risico nemen door de volgende blank op te moeten schrijven en stel de terugkeer uit.  Ik voer daarom één dag vijf kilo RobinRedFish boilies. Gezien het feit dat de wind uit Noordoostelijke richting blaast en koude lucht aanvoert, seek heb ik mijn oog laten vallen op een ander gedeelte van dit stuk water. Helaas blijkt bij aankomst voor de voerbeurt dat er een andere boot ligt waaruit zes karperhengels steken. Ik heb de laatste jaren hier helemaal geen karpervissers gezien, laat staan met een visboot. Aan de ene kant baal ik. Aan de andere kant vind ik het ook wel een voordeel. Als die twee gasten ook aan het voeren zijn, profiteren de karpers daarvan. Daar komt nog bij dat ze vrij snel geconditioneerd worden op ons aas al mocht deze in basis verschillen. Ik schiet dus mijn emmer met knikkers maar weer op de oude stek te water. Wat minder verspreid als anders. Eens kijken of dat verschil maakt.

SONY DSC

Vandaag ben ik aan het einde van de middag op de stek aanwezig. De boot van gisteren is weg. Ik vind het prima; dan hebben we geen last van elkaar. Ik heb wat tijd nodig om alles in orde te maken omdat ik geen onderlijnen op voorraad heb en moet ze dus eerst maken. Gelukkig is dat snel geregeld en kan ik op tijd starten met vissen.

De omstandigheden zijn niet ideaal. De wind waait uit het noordoosten windkracht vier en voelt erg koud aan. Ook blijkt de watertemperatuur in vergelijking met twee dagen geleden met drie graden te zijn gedaald. Echt vrolijk word ik daar niet van. Niet dat ik de spullen inpak en huiswaarts keer. Het is meer het idee dat er wat harder gewerkt moet worden om de karper aan de schubben te komen. Feit is dat ik niet te royaal moet voeren rond de beaasde haken.

SONY DSCIk ben nog bezig met een voorraadje onderlijnen knopen of ik krijg een fluiter op de middelste hengel. “Zo, help dat gaat rap”, hoor ik mezelf zeggen terwijl ik de donkergrijze carbonstok van de steunen pak. Ik krijg meteen een beuk terug en de karper trekt meteen een paar meter lijn van de spoel. Maar het felle naar links en naar rechts uitslaan, doet me meteen denken aan een weerbarstig spiegeltje. Na wat rommelen onder de top ligt ie dan ook snel op de onthaakmat. Even op de foto en na het terugzetten kan ik 62 centimeter en 12 pond en 3 ons in mijn logboek noteren. Snel een andere onderlijn gemonteerd en het zaakje ligt binnen afzienbare tijd weer op de plek.

Ik krijg een paar appjes binnen van Wes. Hij is onderweg naar zijn eigen viswater. Door externe omstandigheden kan hij niet direct op zijn stek terecht en moet eerste de omgeving verkennen. Niet echt een fijn begin en zeker niet de basis om lekker rustig te vissen. Even bijkomen van de drukke werkweek is er niet bij. Maar Wes werkt ook hard voor zijn vissen en dit hoort er nu eenmaal bij.

Halverwege de avond word ik door Cock gebeld. Hij heeft net achter de caravan een spiegelkarper gevangen van net in de twintig pond. Nu is dat op zich niet zo heel bijzonder. Hij voert trouw elke dag een paar plekken aan en vist die – wanneer hij zin heeft – deze ’s avonds een paar uurtjes af. Nee, het bijzondere zit ‘m met name in het feit dat hij deze spiegel op een krielaardappeltje uit de supermarkt heeft gevangen. Dus gewoon op de ouderwetse manier. En nog goedkoop ook.

Terwijl de zon achter de horizon verdwijnt, daalt de luchttemperatuur met flinke sprongen. De voorspelling is nacht temperaturen van rond de vijf graden. Hoewel ik mijn winterpak bijna thuis had gelaten, ben ik maar wat blij dat ik die in mijn tas heb laten zitten.

De halve avond zit ik overigens in de herrie van tractoren. Alle boeren in de omgeving hebben vandaag blijkbaar besloten dat de weilanden gemaaid moeten worden. Vanuit alle richtingen word ik getrakteerd op brullende tractormotoren.

Twintig over negen krijg ik een vlotte zakker op de linker hengel. Helaas is er na de aanslag geen contact en ik kan zonder weerstand het hele spul binnen draaien. Voor de zekerheid de onderlijn c.q. haak vervangen. Wat dat betreft neem ik geen enkele risico. Ik ben een pietlut op haakpunten. Als ik maar enige twijfel heb over de scherpte, dan vervang ik de haak.

In de schemer zwakt de wind af en komt de maan tevoorschijn. De temperatuur tipt de vijf graden al aan. De nieuwste voorspellingen geven zelfs aan dat de temperatuur verder kan dalen tot om het vriespunt. Lekker is dat. Zijn we begin mei en krijgen we nog nachtvorst!

Nog even over het bijhouden van een logboek. Ik doe dat al heel lang (vanuit de jaren tachtig vorige eeuw). Nu weet ik dat ik één van de weinigen ben die dit steevast doet. Ik heb op zich een prima geheugen, maar het is ondoenlijk om alle details te onthouden. Daar komt nog bij dat feiten vervagen en andere zaken daarvoor in de plaats komen. Dan volgen ook de verkeerde interpretaties. Mezelf op het verkeerde been zetten, wil ik natuurlijk niet. Ik heb te vaak meegemaakt dat iemand iets beweerde over een bepaald water en de gedragingen van de karpers aldaar wat totaal niet overeenkwam met mijn ervaringen. Nu kunnen ervaringen uiteraard uiteenlopen. Edoch, het kan niet zo zijn dat de ervaringen van twee karpervissers honderdtachtig graden verschillen. Er moeten altijd overeenkomsten zijn. Ik ga dan altijd uit van mijn eigen gegevens uit mijn logboek.

Maar er is meer. Soms keer je een bepaald water of gedeelte van een water de rug toe om jaren later terug te keren. Je hebt globaal in je hoofd te zitten hoe de bodemstructuur eruit ziet en hoe de karpers zijn te vangen. En juist als het gaat om de vierkante meters en op welke plek de karpers azen, dan is ‘globaal’ niet goed genoeg meer. Wat te denken van het aasgedrag wat seizoensgebonden kan zijn. Erg vervelend als je dat niet helemaal hebt geborgd in de grijze cellen. In de praktijk kan dat betekenen dat je opnieuw het wiel moet uitvinden en dus kostbare tijd weggooit, nog los van het financiële aspect. Vangstloze vissessies zijn daarvan vaak het gevolg. En laat ik daar juist een hekel aan hebben!

Dus alleen daarom al is het juist om een logboek bij te houden. En hoe je dat doet, maakt niet zoveel uit. In Nederland noteer ik alleen de droge feiten over wat ik zie en wat ik interessant vind om te vermelden. De buitenland sessie daarentegen, die beschrijf ik wel heel uitgebreid. Naast de feiten ook andere informatie en natuurlijk de beleving van de dag/nacht. Als je dat jaren later terugleest, zie je meteen de beelden erbij. Losse foto’s uit die tijd ondersteunen die gedachten, maar geven nooit de daadwerkelijke omstandigheden weer.

SONY DSCHalverwege de nacht vriest het en daarmee besef ik meteen dat mijn kansen op een aantal aanbeten ook slinken. Midden in de nacht kan ik constateren dat de kap helemaal wit is en onder de rijp zit. Ik slaap daarentegen prima. Tot net voor half acht. Een aanbeet op de middelste hengel. Dit keer is het wel raak en ben ik enkele minuten in de weer om de weerbarstige spiegelkarper in het schepnet te krijgen. Met 75 centimeter en 19 pond exact mag ook deze spiegel even op de foto. Daarna mag ie weer vrolijk rondzwemmen.

Omdat de zon heerlijk op het water staat te branden, hoop ik nog op een extra aanbeet. Helaas mag het niet zo zijn. Wel erg jammer, maar begrijpelijk. In de laatste twaalf uren is de watertemperatuur twee graden gezakt. Niet bevorderlijk voor de bijtlust van vriend karper. Wel bijzonder dat de laatste weken de watertemperatuur zo fluctueert. Dan blijft het een gok of je op het juiste moment gaat vissen. Soms zit het dan mee en soms zit het tegen. Het is een cliché, maar wel een waarheid als een koe.