Helaas heb ik twee weken verstek moeten laten gaan. De eerste week na de laatste sessie was het plan dat ik een aantal dagen naar Duitsland zou gaan voor een Internationale Meeting binnen het concern waarvoor ik werk. Dat betekent dat ik niet kan voeren en daarbij komt nog dat als ik op vrijdag thuiskom, dat het door Annette niet wordt gewaardeerd dat ik meteen mijn visspullen pak en een nacht ga vissen. Ik ben niet zo van het instant vissen en wil dus een stek wel voorbereiden. Dus een streep door deze week gezet en plannen met Annette gemaakt om samen wat te ondernemen. Zoals ik in de vorige blog al heb aangegeven, zou ik met mijn leidinggevende nog een gesprek voeren over de werkdruk die ik ervaar. Dat heb ik ook gedaan en samen tot de conclusie gekomen dat ik mijn tijd ook beter kan besteden aan het wegwerken van de achterstanden en niet een paar dagen naar Duitsland te gaan. “Elk nadeel heb z’n voordeel”, zei Johan Cruijf. Dat zou mij ook de kans geven om alsnog een nachtje te plannen en dito een paar voerbeurten. Maar ja, afspraak is afspraak met Annette. Dus geen vissen.
Deze week de draad weer opgepakt. De dagtemperaturen halen amper de 10 graden. Niet echt ideaal omdat mijn stek niet erg diep is. Koude winden en koude regen zorgen ervoor dat de watertemperatuur snel kan dalen. Dat zou betekenen dat de karpers ook “op slot” gaan. En daar is maar één manier om erachter te komen. Juist, dat is gaan vissen. Twee avonden gevoerd. Wel met 1 dag er tussen. Elke dag maar 1,5 kilo gevoerd met een mix van verschillende boilies en formaten. Zoals gewoonlijk flink verspreid gevoerd in het gebied waar ik vermoed dat de vissen zich daar ophouden.
Gisteravond was het niet koud toen ik aan de waterkant stond om te voeren. Helaas draaide de wind in de nacht en donderde de temperatuur naar beneden. Voor een aantal mensen was dat autoramen krabben vanwege de vorst. Niet echt gunstig voor de vissessie. Ik moet het er maar mee doen. Op de grindgraten en zandafgravingen daarentegen, hebben de weersomstandigheden wat minder invloed. Gisteravond kreeg ik via de app een tweetal foto’s binnen van een Friese karpervisser die ‘ergens’ op een dergelijke put had huisgehouden. Twee prachtige schubs van dik in de 40 pond weten te vangen. Lang gevoerd en kilometers gemaakt. En nu de beloning. Prachtig om de emotie van die beste man te zien op een filmpje. Hard werken wordt (meestal) beloond.
Vanmiddag hetzelfde ritueel als altijd. Niet spannend en saai, dus dat sla ik maar over. Om half 4 ligt de eerste hengel in en niet veel later de andere twee stokken. Ik voer heel weinig om elk haakaas heen en laat de PVA kous zijn werk doen. Daarin zitten 6 halve boilies en 4 vermalen boilies. Met name dat fijne kruim met wat grotere stukjes moet in het water de karpers gaan lokken. Afgelopen weken hanteerde ik deze methode ook al en niet zonder succes. Normaliter wil ik nog wel eens een mix van verschillende soorten kleine pellets gebruiken, maar die heb ik deze periode achterwege gelaten. Uiteraard werken die ook, alleen heb ik nu meer vertrouwen in het gebruik van boiliekruim in de PVA kous.
In de paar uurtjes daglicht die nog resten, rommel ik nog wat met een vaste stok om aasvissen te vangen. Ik heb het trucje nu een beetje door en ook nu duurt het even voordat ik de witvis op de plek heb. Daarna gaat het snel en is elke aanbeet raak. Het formaat daarentegen verschilt en een paar kleine voorntjes laat ik weer zwemmen. De grotere exemplaren krijgen een ‘tik op de kop’ en gaan de plasticzak in. Ik vind het best wel een leuke visserij. Ook hier geldt dat je een beetje aan tactiek moet doen om het lopende te krijgen. Als dat lukt, is er veel actie en ben je echt aan het vissen. En het kost geen druif. Telescoophengeltje van een tientje, een tuigje van twee euro, een mapje met onderlijntjes wat bijna niks kost, beetje lokvoer vermengen met havermout en een snee brood. Kun je jezelf uren mee vermaken. Voor twee tientjes heb je dagen pret. Heel anders dan dat karpervissen.
De gehele avond blijft het stil. Nou ja, bijna stil. Ik krijg rond een uur of half negen 1 piep op de rechter hengel. Ik vis met een schuivend systeem en dan is dat goed mogelijk. De swingers hangen ook nog een stuk onder de hengel zodat er genoeg vrijheid voor een vis is om aan het aas te zitten waarbij ik een indicatie krijg. Hoewel niet met zekerheid te zeggen, zou die ene piep best wel afkomstig kunnen zijn van een enthousiaste brasem. Maar zeker weten doe ik het niet. Op dressuurputten betekent piep=beet. In ieder geval besluit ik om niets te doen en af te wachten. En daar ben ik als karpervisser goed in. Of ik dat nu leuk vind of niet. Dat wachten vul ik in door wat naar de radio te luisteren en koppen koffie weg te slurpen. Voor de rest een beetje mijmeren over de afgelopen jaar: de successen en vooral ook de visloze sessies. De euforische momenten en de knap frustrerende momenten. En zo val ik uiteindelijk tegen half één in slaap.
De gehele nacht blijft het stil. Alleen het razen van de wind hoor ik af en toe als ik even wakker ben om me in de warme slaapzak om te draaien. Die trekt gedurende de nacht van windkracht 1 aan naar windkracht 4 tot 5. De condens aan de binnenkant van de kap vertelt mij dat de buitentemperatuur ook flink is gedaald (3 graden om precies te zijn). Al met al genoeg redenen om dieper in de slaapzak te kruipen en wat loze uurtjes weg te maffen.
Rond kwart over 7 geeft mijn blaas het sein dat de koppen koffie van de avond ervoor zijn verwerkt en dat de limiet is bereikt. Met veel tegenzin kruip ik uit de slaapzak. Als ik daarna mij hoofd buiten de kap steek, word ik begroet door een felle westenwind die een volle windkracht 6 blaast. Daarbij ook de nodige regenbuitjes. Pleurisweer zou Koelio zeggen. Binnen een minuut ik heb gedaan wat gedaan moest worden en duik gauw weer onder de kap en trek de rist weer dicht. Tijd voor een krentenbol en een kop koffie!
Ik heb de laatste slok koffie nog niet naar binnen gegoten of ik krijg een fluiter op de middelste hengel. Hoppa, leven in de brouwerij! In allerijl duik ik op de hengel en sta twee seconden later met een kromme stok in mijn handen. Even tikt de slip een paar metertjes lijn weg en daarna kan ik de karper makkelijk mijn kant op sturen. Bij de boot trekt hij nog wat rondjes die ik zonder veel moeite kan pareren en laat de karper rustig onder de top uitrazen. Ondanks het koude water vecht de karper nog behoorlijk. Prima, zo mag ik het graag zien. Even later ligt ie aan de oppervlakte water uit te hoesten en kan ik hem boven het schepnet trekken. Lekker, die is binnen. Als ik de boel binnenboord hijs en daarna in het net opzoek ga naar de karper, komt er een mooie schubkarper te voorschijn. De haak zit net in het schanier van de bek en valt er bijna uit als ik deze aanraak om te verwijderen. Verder valt op dat de schub al behoorlijk wat visegels (wormvormige parasiet) op zijn lichaam heeft zitten. Voordat ik de karper weer in het water terugzet, maak ik snel een paar fotootjes nadat ik die uiteraard heb gemeten en gewogen. In het logboek noteer ik: schubkarper, 73 centimeter, 14 pond en 2 ons, 4 minuten dril, 30 centimeter onderlijn van een combi van 25 lb Armabraid en Cameleon van PB, Nash Fang maat 6, combi 20 millimeter LC en 16 millimeter popup greenzing/tuttifrutti, alles op de Luc de Baets montage. Aansluitend maak ik de hengel weer in orde en slinger het hele zaakje weer richting de plek waar ik de aanbeet kreeg.
Tegen kwart voor tien ruim ik de eerste spulletjes op en zet nog een kop koffie. De regen komt weer met bakken uit de hemel. Echt aanlokkelijk om alles op te ruimen en naar de trailerhelling te varen is het niet. Ik besluit dan om wat langer te blijven en te wachten op een break in de buien. Volgens de weerapp kan ik die over een uurtje verwachten. Plotseling geeft de Fox beetmelder een paar piepen en terwijl ik onder de kap vandaan kom, begint de baitrunner te tikken en veranderen de piepen in een lange fluittoon. Lang duurt dat niet want ik heb de hengel al van de steunen gepakt. Die vliegt meteen krom en ik voel meteen massieve weerstand aan de andere kant van de lijn. De karper pakt wat lijn en scheert verder naar rechts. In eerste instantie kan ik geen lijn op de vis winnen, maar als hij richting de palen en rieten stoomt, voer ik de druk op. Dat helpt en kan ik wat meters opspoelen. Langzaamaan kan ik steeds meer lijn winnen en na een minuut of wat heb ik de karper onder de top. Daar blijft de vis diep zwemmen en begint het spel van geven en nemen. De slip van de nieuwe Shimano molens doet uitstekend zijn werk en de zachte parabolische carbolstok buigt mooi door. De hengel is 32 jaar oud en doet nog steeds waar die voor gemaakt is. Heerlijk vissen zo.
Het duurt even voor ik de karper voor het eerst de oppervlakte zie doorbreken. Ik zie meteen dat een spiegel aan de andere kant van de lijn hangt. In eerste instantie valt mij het formaat tegen gezien de krachtexplosies die de vis veroorzaakt. Aan de andere kant weet ik dat ik de vissen veel te vaak te licht schat. Afijn, voor nu niet interessant en concentreer mij op de dril. Uiteindelijk weet ik de spiegel in het schepnet te krijgen. Op de onthaakmat zie ik dat ook de spiegel al behoorlijk onder de visegels zit. Beide karpers liggen dus al vrij passief op de bodem. Dan is het toch weer mooi dat het aas een voedselprikkel heeft doen veroorzaken. De haak zit mooi achter de onderlip en was onder geen beding tijdens de dril losgekomen. Zoals verwacht heb ik mij lelijk vergist in het formaat. De spiegel blijkt 80 centimeter lang te zijn en 23 pond en 4 ons zwaar. Op hetzelfde systeem als bij de schub met als enig verschil dat ik met een enkele 20 millimeter LC boilie met daarin een staafje kurk zat te vissen. Daarna hang ik de vis met weegzak even in het water waarna ik de statieven met camera’s rustig kan opstellen. Tien minuten later is alles gepiept en zwemt de vis weer in zijn of haar biotoop.
Voldaan ruim ik daarna de visspullen op. Het is inderdaad even droog en geeft mij voldoende tijd om niet zeiknat naar de trailerhelling te varen. Even na het middaguur ben ik weer thuis. De dagen erna overweeg ik of ik nog een keer zal gaan vissen of niet. De vissen zitten al in wintermodus. Ik vraag me terdege af of het wel zo handig is om de winterrust van de karpers te gaan verstoren. Je wilt per slot van rekening niet dat de vissen uiteindelijk het loodje leggen doordat ze zich eerst kapot vechten en daarna slechter de winter uitkomen. Maar dat moet een ieder maar voor zichzelf uitmaken. Ik besluit dat het voor dit jaar mooi is geweest. Ik moet nog een hoop andere dingen doen en Annette heeft ook nog wat zaken op de kluslijst te staan. Die moeten af voordat zich volgend jaar het nieuwe seizoen gaat aandienen. En ook de groene rovers verdienen nog wat aandacht van mijn zijde. Kortom, tijd tekort.
Terugkijkend op afgelopen jaar valt me op dat het voorjaar moeizaam verliep. Vooral toen de kou in april terugkwam was het over en uit. Pas medio mei begon het weer te lopen. In juni het grote water opgezocht en daar eindelijk de goede stek gevonden. Mega veel gevoerd en bijzonder goed gevangen. De hoeveelheid grote vissen die ik op de mat heb gekregen, is iets wat ik al jaren niet meer heb meegemaakt. In oktober een ander deel van de boezem opgezocht en daar nog een keer goed uitgehaald. Al met al dit jaar 38 nachten gevist, 70 karpers gehaakt en daarvan 59 op de mat gekregen. In 2016 wist ik ook 70 karpers te haken en verspeelde ik er eentje minder. Maar dat alles in 33 nachten. In vergelijking met 2015 blijft alles bijna hetzelfde: 42 nachten, 72 vissen gehaakt en daarvan maar 6 gelost.
Op Facebook en dergelijke wordt veel geklaagd over het feit dat men ‘teveel’ spiegels vangt. Ik heb mijn logboek over dit jaar geconsulteerd en van de 59 gevangen karpers waren er 34 spiegels en 25 schubs. Een klein verschil van 9 stuks. Wat mij betreft verwaarloosbaar. En ik vis op open water, lees Friese Boezem. De schubs zijn er echt nog wel alleen schuwer vermoed ik. Van de 59 gevangen karpers waren er 27 stuks boven de 20 pond (bijna 46%). Van die 27 stuks waren er 13 boven de 25 pond en daarvan 5 boven de 30 pond tot bijna 37 pond. Als ik dit zo schrijf, kan ik niet anders concluderen dat ondanks de slechte maand april en mei ik toch een topjaar achter de rug heb. En dat naast een fulltime baan. Tja, wat is dan slecht? Niemand vindt het leuk om te blanken maar de maanden maart, april en mei waren ronduit slecht wat de vangsten betreft. Ik heb dus de schade hersteld in de maanden juni tot en met november.
Cijfers zijn leuk voor de statistici onder ons. Je kunt daarmee dingen in perspectief zien en ook conclusies trekken. Toch blijft karpervissen een gevoel. En buiten zijn, de spanning of de karpers op de voerplek aanwezig zijn, de voorpret in de dagen waarin de voorbereidingen worden getroffen. Maar ook de gesprekken met vismaten en dergelijke. Even uit de wereld van alledag stappen en een eigen wereld betreden.
Wat zal ik verder niet vergeten uit het visjaar 2017? Ten eerste de Oude Rotten weekend. Leerzaam om 48 uren met Luc de Baets op te trekken. De gesprekken, maar ook het observeren hoe hij een water aanpakt. En natuurlijk mijn eerste Belgische karper. Niet groot maar wat kan dat schelen. Prima weekend. Tweede wat ik niet zal vergeten is het verspelen van een bak van een karper eind september. Laatst zag ik het stukje film terug dat ik vlak na het verspelen van de bak heb opgenomen. Alle emoties zijn nog duidelijk zichtbaar. Doet me meteen verlangen naar 2018! Ten derde de sessie in oktober waar ik in ruim een uur tijd twee dertigers ving waarbij de eerste mij meer dan een half uur bezig hield alvorens ik de karper in het schepnet kon dirigeren. In verschrikkelijke weersomstandigheden staan drillen en er heilig van overtuigd zijn dat de vis vals was gehaakt want een dergelijke conditie kan een normaal gehaakte vis niet tentoon spreiden? Nou echt wel! Puur geweld met bijna 37 pond spieren om in de strijd te gooien.
Al met al ben ik erg benieuwd wat 2018 gaat brengen. Hoe zal het voorjaar starten en hoe zal het weer zijn? Zullen de stekken weer veel mooi karpers voortbrengen? En hoe gaat het nieuwe te testen aas zich verhouden met de good old RobinRedFish bollen? Zal ik een beetje met rust gelaten worden en mijn eigen ding kunnen doen? Eén ding is wel zeker. Ik zal verstoppertje blijven spelen en hoop dat andere karpervissers die een graantje van mijn inspanningen willen meepikken, ver weg blijven. Beetje concurrentie is niet erg, maar dat een ander mijn visserij gaat verkloten, zit ik niet op te wachten. Afijn, we zullen zien. Eerst de batterij maar eens opladen en dan zien we wel weer.