11 Maart 2015

Zoals wellicht een aantal volgers van mijn blog hebben kunnen lezen, shop ben ik half oktober vorig jaar gestopt met karpervissen. En nu, maart 2015, is het zover: we gaan weer karpervissen. Niet dat ik de afgelopen maanden stil heb gezeten; ik heb artikelen geschreven voor o.a. de BVK, KWO en Sportvisserij Fryslân. En natuurlijk nog de uitzetting begin januari. Kortom de link met karpervissen is gebleven.

20150318_120620Afgelopen dagen is het mooi voorjaarsweer geweest. Overdag een graadje of 12 of 13 en ’s nachts tegen het vriespunt. Normaliter kun je dan ook het voorjaar ‘ruiken’. Dat kon ik nog niet tot gisteravond. Toen ‘rook’ ik het voorjaar. En laat ik nou net drie dagen lichtjes hebben gevoerd op één van mijn voorjaarsstekken. Elke dag een kilo 16 mm boilies RRF uit de Sunrisbaitservice stal met twee handjes verbrokkelde stukken boiliedeeg. Ik zal het uitleggen. Als Arjan boilies draait, zijn er altijd stukjes deeg dat naast een machine vallen. Aan het einde van de draaidag verzamelt hij deze stukjes en kneed er met de hand vuistdikke ovale ballen van. Die doet hij een paar minuten in de stoombakken en laat die met de boilies een dagje drogen. En die gaan daarna de plasticzak in en in mijn vriezer. Elke dag haal ik er een paar stukken uit en na ontdooien breek ik die in kleine stukken van ongeveer 20 – 25 mm. Omdat het vrij grof van structuur is, weken er doorlopend stukjes af en verspreid zich in de stroom of windrichting over een groter oppervlak. De karpers sporen het vanzelf op. Eten kunnen ze het niet, maar het leidt de vissen wel naar het gedeelte waar mijn gevoerde boilies liggen.

Afgelopen nacht heeft het flink gevroren. Bij het eerste schemerlicht zie ik dat alles buiten onder de rijp zit. Dat is niet erg ik ga toch pas halverwege de middag met de boot weg. Voor de zekerheid ook de kachel en de gasfles klaargezet. Aankomende nacht wordt het weer koud.

In de ochtend eerst naar Hengelsportzaak De Fuik gereden. Mathijs en Mevin hebben in de winkel een aquarium met een paar kleine spiegeltjes. Het zijn overigens prachtig beschubde exemplaren. Een week geleden appte Mathijs mij dat er ‘wat’ met de vissen aan de hand was want ze lagen roerloos op de bodem. Meestal wil een beetje zout aan het water toevoegen wel eens helpen, maar dat gebeurde dus niet. Toen ik afgelopen week bij hen in de winkel was, zag ik meteen dat de vissen last hadden van parasieten. Ik heb Mathijs toen beloofd om langs te komen om een uitstrijkje van de slijmlaag van de vissen te maken en onder de microscoop te kijken wat er aan de hand is. En belofte maakt schuld.

Na eentje boven water gehaald te hebben, schraap ik een beetje slijm van de zijkant af. Ik moet wel voorzichtig zijn want het zijn natuurlijk zeer kleine visjes. Als ik het preparaat onder de microscoop leg, zie ik in één oogopslag wat er aan de hand is: witte stip en niet zo zuinig ook. Om eerlijk te zijn, zo erg heb ik de laatste twintig jaar niet gezien. Gelukkig is het goed te verhelpen met FMC50, een mix van Formaline, Malachiet groen en Methyleen blauw. Waarschijnlijk zijn twee behandelingen van het aquarium voldoende om de hinderlijke parasieten uit te roeien. Mathijs en Melvin kunnen weer rustig slapen.

Aan het begin van de middag mijn spullen bij elkaar geraapt en de boot te water gelaten. Na het starten van de motor bleek de koeling niet orde te zijn. Dus een kwartiertje zitten prutsen en het probleem uiteindelijk kunnen verhelpen. Gelukkig want anders zou de eerste sessie van 2015 al voortijdig eindigen.

Vanwege het prachtige weer (volle zon en geen wind) vaar ik op mijn dooie akkertje naar de stek. Na een klein uurtje varen, kom ik de voerplek aan en kan de steekstokken de bodem in draaien. Ook het in orde maken van de visspullen gebeurd in een lage versnelling. Ik heb het prima naar de zin dus ik neem dan ook tijd om alles rustig op mij in te laten werken. Tegen vieren liggen de drie karperstokken verspreid over de voerplek. Ik gebruik een kleine PVAkous gevuld met stukjes boilies en enkele pellets nabij de haak en schiet verspreid ongeveer twintig boilies per hengel om voorzichtig te beginnen. Ik weet niet of de gevoerde boilies van de afgelopen dagen zijn weggevreten en wil dus voorkomen dat ik door teveel voeren mijn eigen kansen verruïneer.

Ik kan daarna nog een uurtje van de zon genieten, de vroege paashaas aanschouwen en het water intensief observeren. De wind is weggevallen en dus mooi de kans om visactiviteiten te zien. Helaas valt het tegen. Het water lijkt uitgestorven. Als uiteindelijk de temperatuur begint te zakken, trek ik de kap omhoog en installeer alvast de stretcher en slaapzak. Aansluitend aan de warme hap, vruchtenyogurt en een kop koffie.

Terwijl het donker wordt, zijn de (water)vogels overactief. Het is een kabaal van jewelste en even later zijn het ook de groepen ganzen die de rust verstoren. De temperatuur keldert met de minuut. Was ik vanmiddag nog verrast door de hogere watertemperatuur, deze was op de vaarten 12,6 graden en op de voerstek 10,1 graden, nu vermoed ik dat een tweede nacht met vorst wel eens funest kan zijn voor het aasgedrag van de karpers. Als ik niet beter wist, zou ik waarschijnlijk dit water links hebben laten liggen. Toch heb ik stille hoop dat de vissen de afgelopen dagen op het aas hebben gezeten. En als ze ervan hebben gegeten, dan verwacht ik ook nog wel een aanbeet.

20150311_200708De eerste aanbeet komt sneller dan verwacht. Om klokslag 20.00 uur krijg ik twee piepen op de rechter hengel. Inspectie van de hengeltop leert niks, maar als tien seconden later de waker nogmaals op en neer wipt, ros ik de stok van de steunen en voel direct een lichte weerstand: brasem? Omdat het bijkans de eerste karper van 2015 kan zijn, doe ik het rustig aan. Andere twee stokken met de toppen onderwater en daarna de vis voorzichtig en met beleid mijn kant op dirigeren. Het gaat allemaal rustig. Omdat de weerstand gelijkmatig blijft, streep ik de brasem al van mijn lijstje af. Kan niet missen, het moet wel een karper zijn. Vlak bij het schepnet zie ik de eerste schim van de vis. Inderdaad een kleine schubkarper. Niet veel later ligt ie op de mat. Perfect in de onderlip gehaakt. Snel wegen en meten, fotootje met de Smartphone en hij kan weer terug het koude water in. In het logboek noteer ik: 67 centimeter en 10 pond 4 ons. Hoppa, de kop is eraf en het voerwerk van afgelopen dagen heeft zijn werk gedaan.

Tien minuten later ligt de rechter hengel weer globaal op dezelfde stek. Handjevol boilies erover heen en het wachten kan beginnen. Tijd voor een kop koffie. De eerste karper van 2015 mag dan wel klein zijn, maar ik ben er verdomd blij mee. En dat vier ik dan maar even in m’n eentje.

Tegen elf uur beginnen mijn oogleden zwaar te worden. Of dat door de vermoeidheid komt of door de warmte van mijn nieuwe kacheltje, ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat de slaapzak opzoeken wel heel aantrekkelijk is geworden en dus lig ik niet veel later lekker warm in de snurkzak.

SONY DSC

Om kwart voor twaalf, net nadat ik definitief in slaap dreig te zakken, krijg ik een snelle zakker op de linker hengel. Uit de slaapzak, sloffen aan, rits omhoog en de hengel van de steunen pakken. Omdat ik niet weet hoe slap de lijn is, draai ik eerst flink wat lijn binnen totdat ik weerstand voel opbouwen. Hengel achterover en…. niks. Verdomd, gelost? Nadat ik alles heb binnen gedraaid, zie ik dat mijn lijn vol zit met rotzooi. Ik kan niets anders concluderen dat er weldegelijk een karper met mijn haakaas aan de haal is gegaan en op de lengte van de lijn, tussen toplood en onderlijn, is gaan zwemmen. En uiteindelijk dus een zakker. Hoelang de karper er aangehangen heeft, weet ik niet. Feit is dat het de tweede aanbeet is en een kans is verkeken. Onderlijn vervangen, gevulde PVAkous er aanhangen en opnieuw uitwerpen. Daarna geniet ik nog even van de sterren aan de hemel (het is een heldere nacht) en duik daarna de slaapzak weer in.

Gedurende de nacht blijft het stil. Dat wil zeggen, de karpers laten niks van zich horen. De ganzen daarentegen wel. Ongelofelijk wat maken die beesten een lawaai. Het lijkt wel of ze het water afbreken. En dat doen ze ook nog recht boven de plek waar mijn middelste hengel is gepositioneerd.

Net na kwart over vijf krijg ik alsnog een fluiter op de middelste hengel. Nog geen vijf seconden later sta ik met een kromme hengel. Ik voel meteen dat ik met een beter exemplaar heb te maken. Hengeltoppen van de overige twee stokken onderwater en het schepnet klaar leggen. Nou dat laatste kan ik wel vergeten: vastgevroren. Daarna valt mij op dat de hele boot wit is van de rijp. Het vriest dus behoorlijk. Het bevroren net steek ik achter de boot in het water om te ontdooien. Het tweede net is nog droog en die kan ik gelukkig wel gebruiken.

SONY DSCIk kan de karper rustig naar me toe pompen. De vis doet het ook rustig aan. Onder de top haalt ie een paar keer uit, maar veel stelt het niet voor. Eenmaal in het schepnet zie ik dat het een spiegelkarper is. Hij lijkt niet zo groot dus die kan ik meteen op de mat leggen. Bij het uit het water tillen, merk ik dat ik mij aardig heb vergist in het gewicht van deze vis. Even later wordt mij duidelijk waarom. Bij maar 74 centimeter weegt de spiegel wel 23 pond en 4 ons. Dus de spiegel even in de weegzak in het water teruggehangen en het statief met fotocamera opgesteld. Even later heb ik een paar platen geschoten en kan de ijsklomp terug in zijn of haar element. Bij inspectie van de foto’s ben ik niet erg tevreden; ik moet het er maar mee doen.

Na het opnieuw inwerpen van de hengel, zoek ik de slaapzak weer op. Echt maffen kan ik niet meer en maak de eerste kop koffie van de dag. Genoeglijk mag ik de nacht zien overgaan naar de dag. Stiekem hoop ik dat er nog een kans komt. Dat blijkt niet het geval. Tegen tienen pak ik de spullen in, voer een halve kilo boilies verspreid over de stek en vaar op mijn dooie akkertje terug naar huis. Onderweg zie ik nog zes hazen met elkaar in gevecht om een vrouwtje. Een stuk verder op zie ik duizenden ganzen opvliegen. Tjonge, niet normaal hoeveel van die beesten hier overwinteren. Zijn het niet de muizen die het land kaal vreten, dan zijn het de ganzen wel. Ik kan me de ergernissen van de boeren wel een beetje voorstellen.

De eerste vissessie op karper van dit jaar is een feit. Gelukkig voor mij direct twee karpers kunnen vangen met daarbij meteen weer een grote karper (ik blijf een twintigponder een grote karper vinden). Hoewel het langzaamaan op het voorjaar begint te lijken, is het nog gewoon wintervissen. Gedurende de nacht kwam het kwik dik onder nul wat meteen resulteerde in een daling van de watertemperatuur naar 8 graden. De komende nachten blijft het koud en overdag zal het niet veel warmer worden dan 7 tot 8 graden. Dat komt doordat de wind naar het oosten gaat draaien. Afijn, we zien morgen wel even verder.