1 Juli 2014

Vandaag na het eten vertrokken. Zonder al teveel gedraal de stek bereikt en de spullen opgezet. Afgelopen weekend heb ik maar eens een test ondernomen naar de schuurbestendigheid van mijn  lijnen. Ik heb daarvoor een oude ijzervijl in de werkbank gezet en daarna verschillende lijnen onder lichte spanning heen en weer bewogen. Elke hele beweging als één haal geteld. Welnu als eerste de Dyneema van PB getest (Gatorbraid 26/00). Deze knapte na zes keer heen en weer halen. Daarna de 40/00 nylon hoofdlijn van PB getest. Deze knapte na zeventien en een halve keer. Aansluitend de 60/00 Spyder Sealine van Raven. Die ging na tweeëntwintig keer door en als laatste de 70/00 Spyder Sealine van Raven. Die deed het aanmerkelijk beter en ging pas door na zevenentwintig keer. Dat betekent dus dat ik de 70/00 voorslag gebruik op de extreem bezaaide mosselstek en dat ik met een dunnere (60/00) voorslag toe kan op een minder obstakelrijke stek.

SONY DSC

Terug naar de vissessie. Die begint voorspoedig. Ik vaar als eerste de linker hengel uit en plaats die daarna op de steun. Aansluitend vaar ik de middelste hengel uit. Ik ben nog niet eens op de plek aangekomen of ik hoor uit de richting van de boot een ruisend geluid en op het moment dat ik mijn blik richt op mijn boot, healing zie ik mijn hengel over de steunen schuiven en de hengel achter de beetmelder blijft hangen. Snel omgedraaid en op volle kracht van de elektromotor naar de boot gevaren. Daar aangekomen staat de lijn snaar strak en zie ik dat de klap van de molen tegen de beetmelder als gevolg heeft dat de beetmelder helemaal uitelkaar hangt en dat een deel van het binnenwerk in het water is gedonderd. Afijn, zorg voor later. Omdat ik de schepnetten ook nog niet klaar heb liggen, wacht ik even met de hengel van de steun pakken en probeer ik zo koelbloedig mogelijk eerst een schepnet in elkaar te zetten. Voor de buitenstaander zal het allemaal goed uitgezien hebben, maar inwendig  kan ik het mij niet snel genoeg gaan. Daarna de hengel van de steun en trekken maar. Helaas zit de boel vast en moet ik noodgedwongen met de Vortex naar de plek varen waar de lijn vermoedelijk vast zit. Daar aangekomen schiet het lood tussen de stenen loos en kan ik lijn die vrijkomt opspoelen. Ik verwacht half om half dat de karper gevlogen is, maar die blijkt er nog wel aan te hangen. Het formaat valt een beetje tegen. Het is een schub van 73 centimeter en 11 pond en 2 ons. Terug in de boot de vis snel onthaken en terugzetten.

Tijd om de chaos te structureren. Aangezien één beetmelder is overleden, ben ik genoodzaakt of om met twee hengels verder te vissen of twee lijnen door één beetmelder te laten lopen. Ik kies voor het laatste. Het is een beetje behelpen, maar met een beetje beleid lukt het. Inspectie van de kapotte beetmelder leert dat de centrale schroef nauwelijks wordt geborgd door een klein schroefje in een kwetsbare behuizing. Daar houdt zelfs superlijm geen stand. Ik baal best wel. Ik was wel tevreden over de JRC Solar DS1 beetmelders. Ik heb er twee seizoenen naar tevredenheid mee gevist. Helaas zijn de nieuwere versies allemaal ontdaan van de Zonnecellader en vervangen door batterijen. Daar zal ongetwijfeld een reden voor zijn. Maar jammer vind ik het wel.

SONY DSCAnderhalf uur later is het raak op de rechter hengel. In eerste instantie denk ik met een kleine schub te maken te hebben, maar schijn bedriegt. Eenmaal in het schepnet blijkt het om een schubkarper te gaan van 77 centimeter en 15 pond en 3 ons. Prachtig gebouwd en mooi van kleur. Ik maak een foto van de schub op de onthaakmat en zet hem daarna terug. Dit gaat allemaal erg vlotjes. Een beetje te vlot zoals zou blijken.

Ik verwacht half om half dat er nog meer aanbeten komen voor middernacht en anders net na middernacht. Ik hou gedurende die uren het water goed in de gaten. Niets wijst erop dat er nog karpers op de stek aanwezig zijn. Aan de andere kant heb ik de afgelopen keren veel later op de avond gevoerd om daardoor de aasperiode te verschuiven. Dus het kan best wel zo zijn dat de karpers pas in de nacht op de stek arriveren. Dan zijn de twee gevangen schubs wel erg afwijkend qua gedrag. Dus het is allemaal geen exacte wetenschap. Tegen half één kan ik m’n ogen niet meer openhouden en kruip ik de snurkzak in.

Tien over twee krijg ik weer een fluiter. Dit keer op de linker hengel. Vijf minuten worstelen en ik heb een prachtige spiegel in het schepnet. Groot is ie niet, maar weldegelijk welkom. Het verdict is 62 centimeter en 13 pond en 2 ons. Gauw op de foto en snel weer terug.

SONY DSC

Ik ben de linker hengel nog maar net aan het uitvaren of ik hoor over het water weer het ruizen van een slip en zie in het donker mijn middelste hengel over de steunen glijden. Gelukkig ook dit keer blijft de hengel achter de  -kapotte – beetmelder hangen. Volle kracht terug en de hengel indraaien. De karper heeft blijkbaar zijn kruit in de aanbeet al verschoten want twee minuten later ligt de spiegelkarper in het schepnet. Broer of zus van de vorige: 65 centimeter en 13 pond exact.

SONY DSC

De vermoeidheid begint zijn tol te eisen en ik ben snel in dromenland als ik weer de slaapzak in kruip. Net na half zes krijg ik een zakker op de linker hengel. Na de aanslag voel ik geen weerstand en kan de boel makkelijk indraaien. Er blijkt een stukje boomschors op de haak te zitten. Verdomde pech dus. Opnieuw uitvaren en weer de slaapzak opgezocht. Ik kan nog twee uurtjes maffen voordat ik de boel moet inpakken. Ik lig nog maar net of ik krijg een keiharde fluiter op de rechter hengel. Ik kan de vis maar moeilijk dichterbij krijgen en deze zwemt een volledig rondje om de boot. Na zeven minuten van geduldig drillen ligt ie op de onthaakmat. Het is meteen de grootste van deze sessie: een spiegelkarper van 72 centimeter en 19 pond en 2 ons.

SONY DSC

Ik heb de afgelopen week per dag veel meer gevoerd dan ik voorheen deed. Was het totaal per dag eerst een kilo of vijf, nu had ik dat opgevoerd tot acht tot negen kilo per dag. Een duur grapje, maar ik wilde wel eens zien wat het effect is van meer voeren. Conclusie is wel dat het kortstondig bij de juiste omstandigheden weldegelijk meer aanbeten op kan leveren, maar dat het daarna het geen toegevoegde waarde meer heeft. Dat scheelt dan ook meteen in de portemonnee.

Er is nog iets wat mij opvalt. Omdat ik op deze stek behoorlijk succesvol ben gezien het aantal aanbeten en de meeste problemen heb overwonnen, is de uitdaging een beetje weg. Ik vang veel van hetzelfde slag vissen en de echte grote vissen heb ik nog niet mogen vangen. De vraag is dan ook: zwemmen ze hier wel? En zo ja, wat moet ik doen om ze aan de schubben te komen waarbij ik de “kleinere” exemplaren buitenspel zet? Het is iets waar ik de komende periode maar eens rustig over na moet denken. Er is vast wel een oplossing te bedenken.

Terwijl ik mijn spullen opruim, evalueer ik de sessie. Geen klagen dit keer. Zes aanbeten waarvan vijf gehaakt en gevangen. Niet verkeerd.